BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Bloedstollende wachtlijsten

Bloedstollende wachtlijsten

Zuster Ronda, de beslommeringen van een wijkverpleegster. Deel 4.

Behalve echtgenote en moeder is Zuster Ronda (1963) gediplomeerd wijkverpleegkundige. In Zin Magazine gidst ze ons langs bekende zorgthema’s: van werkdruk en te weinig personeel tot klotsende bedpannen. Maar ook en vooral de liefde voor het vak. Dagelijkse beslommeringen, huwelijksperikelen, zorg en zelftwijfel: bij zuster Ronda komt alles voorbij. ‘We zijn als oude kaas. Langzaam maar zeker brokkelen we af.’

Vanmiddag heb ik op verzoek van de huisarts een gesprek bij mevrouw en meneer D. Ze zijn beiden fors op leeftijd en willen zich oriënteren op hoe ze hulp kunnen regelen voor als het echt niet meer gaat. Mevrouw D. ziet er verzorgd uit, een mooie blouse, een prachtige ketting. Ik maak haar een compliment en mevrouw vertelt dat ze de ketting van haar man heeft gekregen. “Ik probeer mijn hele leven mijn vrouw al te versieren,” zegt haar echtgenoot met pretoogjes. De stemming zit er meteen goed in. “Wat kan ik voor jullie doen?” vraag ik. Meneer D. begint te praten. “We zijn als overrijpe oude kaas. Langzaam maar zeker brokkelen we af. We zijn niet ziek, we zijn oud. We lijden aan ouderdom. Mijn vrouw en ik houden elkaar zo goed en zo kwaad als het kan in stand.”

Liefdevol pakt hij haar hand. “De dag doorkomen is al een hele klus. De drempels en de trappen in ons huis worden zo langzamerhand een bijna niet te nemen bergpas,” vervolgt meneer D. “De wereld om ons heen gaat door, maar wij maken er geen deel meer van uit. Thuis is onze wereld, daarbuiten voelen we ons ongemakkelijk.” Er valt een stilte die zijn vrouw na een tijdje opvult. “Losliggende stoeptegels, voortrazende fietsen en auto’s. We proberen onze dag door te komen in onze gekrompen wereld. We hebben zelf niet veel meer te bieden behalve herinneringen en verhalen van vroeger.” Weer valt er een stilte.

Wet langdurige zorg

Ik bedenk me dat ik uit kan leggen hoe de Wet langdurige zorg werkt. Dat deze wet een inkomensafhankelijke bijdrage vraagt die je zelf moet checken op internet. Dat er bloedstollende wachtlijsten zijn en dat we alleen zorg kunnen bieden aan mensen die het echt niet meer redden. Maar ik houd mijn mond. De kern is om nu stil te staan bij dit echtpaar; ze willen vooral gehoord worden. Een onmiddellijke en pasklare oplossing heb ik ook niet. “Meneer en mevrouw D., het is een beetje ingewikkeld met de zorg. Maar zou het jullie helpen als ik maandelijks even langskom?” “Heel fijn, zuster Ronda,” zeggen ze. “Voorlopig redden we het samen wel, maar het is fijn dat we jou en je team mogen bellen als het echt niet meer gaat.”

Met gemengde gevoelens neem ik afscheid en stap op de fiets. Ik ben ontroerd door dit echtpaar maar voel me tekortschieten. Als ik hen nu ondersteuning kan geven met douchen en aankleden, houden ze meer energie over voor andere zaken. Tien minuten later stap ik ons wijkteamkantoor binnen. Ik moet nog naar de personeelsplanning kijken en ik moet nog zorgplannen maken. Collega Karin vraagt of het gaat als ik na een uur zuchtend mijn computer uitzet. “Hoelang kunnen we nog schuiven met de zorg? Wanneer barst het systeem echt uit elkaar?” “Het is vandaag toch ook weer gelukt?” zegt Karin. “En toch ook met een glimlach?” “Hoe ingewikkeld het ook is,” vervolgt ze, “we leveren in elk geval nooit oorwurmzorg.”

Reageren?

Stuur een mailtje naar redactie@zin.nl of laat een bericht achter in de comments!

Meer zuster Ronda?

Nooit meer de verhalen van zuster Ronda missen? Bekijk via deze link onze voordelige abonnementen.

Columns teruglezen? Zin.nl/tag/zusterronda