BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
3 x meesterlijke schrijvers

3 x meesterlijke schrijvers

Jan Siebelink, Arthur Japin en Leon de Winter

Ze zijn door het schrijverschap met elkaar verbonden maar hebben elk hun eigen, kenmerkende stijl. Het gebeurt niet zo vaak dat deze drie bepalende schrijvers – Jan Siebelink, Arthur Japin en Leon de Winter – vrijwel tegelijk met een nieuwe, grote roman komen. Zin Magazine sprak met hen over hun vak, hun werk, hun leven. Je maakt bovendien kans op de boeken!

1. Jan Siebelink

‘Werken geeft me energie. Nog steeds. Het houdt de dood op afstand. Zodra ik met een boek bezig ben, heb ik het idee dat mij niets kan overkomen’

Jan Siebelink

“Ik dacht dat ik de kwekerij eindelijk had afgesloten. Met de vervolgromans Margje en De buurjongen leek het afscheid definitief. De kwekerij is een mythe geworden, net als die vader en die moeder. Maar toen dook dat briefje uit het verleden op dat een heel andere kijk gaf op waarom het toen zo gruwelijk is misgegaan.

Brengschuld beschouw ik als een soort toegift die laat zien waar het misging. Als ik terugkijk op mijn schrijven, blijf ik terugkeren naar de kwekerij. Ik heb gedebuteerd met het verhaal Witte chrysanten in de bundel Nachtschade. Dertig jaar later kwam Knielen op een bed violen en nu is er het nawoord.  Langzaam worden die boeken van mij iets ritueels, de vaste personages en gebeurtenissen komen terug als in de liturgie van een kerkdienst. In die zin krijgt het voor mij iets sacraals.

Ik voeg telkens een laag toe. Het ene boek komt uit het andere voort. Als jongen kon ik al over de kwekerij dwalen met de wens een te worden met die paradijselijke omgeving. Ik zoog alles op en bedacht dat ik er later gedetailleerd over zou gaan vertellen. Toen dacht ik nog dat ik het zou gaan schilderen of tekenen, dat kon ik vroeger heel aardig.

Het briefje riep iets heel dieps in mij wakker, dat kon ik onmogelijk negeren. Ook mijn lezers moeten weten dat het misschien allemaal anders had kunnen lopen.

Mijn ouders werkten hard, die werklust herken ik. Ik heb altijd heel hard gewerkt. In de avonduren heb ik naast mijn baan een doctoraal Frans gehaald en artikelen voor de Haagse Post geschreven. Werken geeft me energie. Nog steeds. Het houdt de dood op afstand. Zodra ik met een boek bezig ben, heb ik het idee dat mij niets kan overkomen.”

Brengschuld

In deze roman keren we terug naar de kwekerij van de familie Sievez, het gezin uit Knielen op een bed violen. Daarin vertelt de jonge Ruben Sievez, het alter ego van de schrijver, hoe het geloof van de vader de ondergang werd van het familiebedrijf. In Brengschuldis Ruben inmiddels een oude man. Op zijn verjaardag krijgt hij een brief die een ander licht op de geschiedenis werpt.
(De Bezige Bij, € 23,99)

Winnen? Klik hier

2. Arthur Japin

‘In mijn boeken en persoonlijk leven ben ik altijd bezig decors te maken. Ik probeer een situatie te scheppen waarbinnen ik me veilig waan’

Arthur Japin

“Ik ben omringd met de meubels van opa Alfred uit Utrecht waar we in mijn jeugd elke zomer logeerden in de meidenkamers op zolder. Ik dacht dat hij mijn opa was maar later begreep ik dat mijn oma als huishoudster bij hem in dienst was. Ik schrijf voor een groot deel in de wereld van opa Alfred die scholier was in de tijd dat Anna’s verhaal speelt. Toen ik hem kende, woonde hij nog in die tijd. Ik denk dat die daarom voor mij zo dichtbij voelt. Het is voor mij gewoon thuis. Als eerbetoon komt Alfred in mijn roman als scholiertje vluchtig voorbij.

De geborgenheid van mijn werkkamer is geen toeval. In mijn boeken en persoonlijk leven ben ik altijd bezig decors te maken, ik probeer een situatie te scheppen waarbinnen ik me veilig waan. Buiten de werkelijkheid. Daarom vind ik schrijven zo heerlijk, door te schrijven stap ik buiten het dagelijks leven. Dat heb ik nodig. Ik heb altijd in oude huizen gewoond die naar binnen waren gekeerd.

Ik schrijf graag over mensen die voor zichzelf opkomen en vechten tegen beter weten in. Dat zijn mijn helden, ze prikkelen mijn nieuwsgierigheid. Hoe hebben ze dat nou gedaan? Hoe hebben ze geworsteld, waar zijn ze gevallen en zijn ze weer opgekrabbeld? Anna Witsen had het grote verlangen zangeres te worden, ze had er ook het talent voor, maar het werd haar verboden. Ze zat in het keurslijf van haar tijd en milieu gevangen.

Haar leven is exemplarisch voor veel van die 19de-eeuwse vrouwenlevens, in het echt en in de romans. Ze waren zo gevangen in dat keurslijf, dat ze depressief en nerveus werden. Dat werd dan weer door hun familie gebruikt als excuus om hen op te sluiten in een gesticht. Het heerlijke van een historische roman is dat ik mensen tot leven kan terugbrengen. Anders dan historici mag ik invullen hoe Anna zich voelt. Ik kan mensen haar zielenleven intrekken zodat zij voor hen gaat leven en ze zien hoe zij was. Met mijn roman hoop ik haar recht te doen en haar te helpen in haar vergeefse strijd. “

Wat stilte wil

De 12de historische roman van Arthur Japin in 25 jaar draait om Anna Witsen, die dolgraag zangeres wil worden. Zij heeft de stem, de opleiding, het talent en de ambitie, maar in de 19de eeuw is een carrière als zangeres voor een meisje uit haar milieu ondenkbaar. Toch gloort er hoop. Anno 1885 lijken de tijden te veranderen. Gesterkt door de eigenzinnigheid en vrijheidszin van schrijvers als Kloos, Verwey, Van Eeden en Van Deyssel, in wier entourage zij terechtkomt door haar broer Willem, durft Anna haar eigen weg te gaan. Maar zij heeft buiten de macht van haar familie gerekend. (De Arbeiderspers, € 24,99)

Winnen? Klik hier

3. Leon de Winter

‘De verrukking van schrijven is nauwelijks te bevatten. Het is zo intens. Het mooist zijn de dagen waarop alles samenvalt zodat het schrijven een grote roes wordt’

Leon de Winter

“Ik was in 2016 al aan Lied van Europa begonnen maar er kwamen zoveel andere dingen tussendoor dat ik het in een veel trager tempo moest laten ontwikkelen dan normaal. Nu is het wel zo dat ik mijn boeken bijna altijd in meerdere etappes schrijf. Ik ken korte hevige weken waarin ik enorm hard werk om het vervolgens een of twee jaar te laten liggen. In dit geval was het niet slecht dat het nog langer duurde, zo kon het rijpen in mijn hoofd.

Het heeft mijn boek verrijkt, maar toen ik eenmaal begon te schrijven smaakte dat meteen naar meer. De verrukking van schrijven is nauwelijks te bevatten. Het is zo intens. Het mooist zijn de dagen waarop al mijn voorbereidingen, schema’s en tijdslijnen samenvallen zodat het schrijven een grote roes wordt. Dan begin ik ’s ochtends om half negen, kijk ik op en zie ik dat het alweer vier uur is. In de tussentijd was ik niet hier maar daar, in de wereld van mijn boek.

Het begon allemaal met een artikel over het ontstaan van de Arabische lente. Dat bericht bleef hangen. Ik ging me erin verdiepen en vroeg me af of zo’n opstand bij ons zou kunnen gebeuren. Hoe diep moet het land verdeeld zijn? Hoe groot en breed moet de onvrede zijn? Het gekke is dat de tijd naar het boek is toegekomen, alsof ik het heb voorvoeld. In het boek explodeert de boel in 2040. Ik hoop dat ik me vergis. Schrijven is een vorm van bezweren, door de ellende op te roepen, hoop ik het te neutraliseren.”

Lied van Europa

Zeven jaar na zijn laatste roman is daar dan het langverwachte en duizelingwekkende Lied van Europa. Een actuele roman over de grote vragen van deze tijd waaronder migratie, de macht van supercomputers en maatschappelijke onvrede. Het is 2047. Journalist en blogger Nico Levi wordt verantwoordelijk gehouden voor bloedige opstanden in West-Europa. Zijn populaire blog zou ‘desinformatie’ en ‘haatpraat’ hebben verspreid. De overheid jaagt op hem maar hij houdt zich schuil. In 2025 werd zijn zoon Max door onbekenden doodgeslagen. Met nieuwe informatie hoopt Nico de dood van Max te wreken. (Hollands Diep, € 24,99)

Winnen? Klik hier

Zin in meer?

Lees de complete interviews met deze drie grote schrijvers in Zin magazine nr. 13. Nú in de winkel. Of bestel ‘em hier.