Alex Boogers: ‘Ik zag schrijven als een afwijking’
Grootse familiekroniek: Wij zijn van diamant
Afkomstig uit een ongeletterd milieu, was schrijven voor hem een afwijking die hij voor iedereen probeerde te verbergen. Toch ramde Alex Boogers (1970) op zijn 16de op een oude typmachine zijn eerste verhalen eruit. Het moest gebeuren. Nu komt de schrijver van Alleen met de goden (2016) opnieuw met een grootse familiekroniek: Wij zijn van diamant.
Je debuteerde ooit onder pseudoniem. Waarom?
“Ik was nog een twintiger, opgegroeid zonder boeken, in een laaggeletterd milieu onder de rook van Rotterdam. Ik wist niets van de wereld van de letteren en dacht dat een uitgever me niet goed genoeg zou vinden als hij wist waar ik vandaan kwam. Ik verzon een vrouwelijk pseudoniem, of eerder: het rebelse alter ego: M.L. Lee. In die tijd las ik veel vrouwelijke auteurs: Alice Walker, Sylvia Plath, Toni Morrison Virginia Woolf. Het alter ego leek gepast. M.L. Lee stuurde eerst een lange brief aan een uitgever waarom ze haar manuscript niet zou toesturen. De toon viel meteen op, begreep ik later. Daarna stuurde ik het manuscript alsnog toe, en werd het positief ontvangen. Ik ben, zoals men zegt, uit de post gehaald.”
Hoe en wanneer ontdekte je dat er een schrijver in je school? En wat doet schrijven met je?
“Ik heb het nooit ‘ontdekt’, eerder zag ik het als een afwijking die ik in mijn tienerjaren voor iedereen probeerde te verbergen. Niemand die ik kende schreef gedichten en verhalen, dus het moest wel iets eigenaardigs zijn. En wat schreef ik eigenlijk? Kon ik het als literatuur betitelen? Was het poëzie? Waren het verhalen? Ik heb mijzelf lang gezien als een anomalie (afwijking, red.). Toen ik mijn hard bevochten weg in de letteren vond, merkte ik dat ik ook nu weer afweek: ik kwam uit een arbeidersmilieu. Niemand in mijn familie had toen nog gestudeerd. Het literaire hart klopte in Amsterdam, en ik kwam uit een naamloos gat – Vlaardingen – in de buurt van Rotterdam. Ik klonk anders, ik zag er anders uit, en ik bewoog op een iets andere cadans. Ik was nergens echt thuis, eigenlijk.”
In Wij zijn van diamant laat je zien hoe familietrauma generaties lang kan doorwerken. Wat fascineert jou hierin? En spreek je uit eigen ervaring (indachtig jouw succesroman Alleen met de goden)?
“Het heeft me altijd gefascineerd hoe een gebeurtenis kan ingrijpen op een leven, en hoe dat vervolgens doorwerkt. Of hoe het al dan niet onbewust wordt doorgegeven aan nieuwe generaties. Toen ik 16 was, kreeg ik een ernstig verkeersongeluk en dreigde ik verlamd te raken. Een tamelijk experimentele operatie zorgde ervoor dat ik weer kon lopen. Het revalidatieproces duurde een jaar. Ik ramde toen, in het ziekenhuis, op een oude typemachine mijn eerste verhalen eruit. Misschien is die fascinatie daar ontstaan. Ik begrijp de voor de hand liggende vergelijking van mijn ervaring met die van Aaron Bachman in Alleen met de goden, maar ik verzeker je dat Aaron en ik twee verschillende mensen zijn. Zijn verhaal lijkt op het mijne maar is het niet. Schrijvers uit een andersoortig milieu kunnen ook verhalen verzinnen.”
Waar of hoe stopt een generatielang doorgegeven trauma uiteindelijk denk je? Of houdt dat nooit op?
“Zoiets wordt in welke vorm dan ook altijd doorgegeven, aangepast, weer net iets anders dan hoe de generaties daarvoor het doorgaven. Je kunt je echter afvragen of je het zelf dan nog herkent als ‘trauma’. Misschien zijn het dan gewoon de bouwstenen waaruit jij bent opgebouwd, met je eigen unieke achtergrond, je familieverleden en de al dan niet tragische geschiedenissen en hoopgevende verhalen die daarbij horen.”
In Wij zijn diamant reist Markus zijn broer William achterna wanneer deze naar Seattle is vertrokken. Hoe is de band tussen de broers?
“Op zijn zachtst gezegd: gecompliceerd. William houdt van Markus, zijn broer, maar hij wordt ook door hem verstikt. Omdat Markus hem te veel wil vormen naar zijn eigen evenbeeld. Tegelijk bewondert William hem ook weer, misschien wel omdat hij weet dat hij nooit zoals Markus kan worden. Soms is een liefde zo groot dat je ervoor moet vluchten.”
Kun je uitleggen welke rol het jodendom speelt in je roman?
“Jacob Lovitz, een oude, Joodse familievriend, bekommert zich om de twee jongens, William en Markus, en dan met name om de oudere broer Markus. Hij laat Markus na zijn dood zijn geschrift na. De lezer ontdekt in de roman dat sommige zandkorrels van de diaspora verder verwaaien dan aanvankelijk gedacht.”
Hoe ontstond het idee voor deze familiekroniek? En in hoeverre kon je er opnieuw iets uit je eigen leven in kwijt?
“’Opnieuw’ suggereert dat mijn vorige titels evenzeer autobiografisch zijn. Ik vermoed dat elke schrijver autobiografische elementen in zijn werk stopt, maar daarbij is niet altijd alles werkelijk gebeurd. Niet elke roman is meteen ook een autobiografische roman. Dat gezegd hebbende: ik heb lang geprobeerd om mijn eigen achtergrond uit te pluizen, en om antwoorden te krijgen op de vele vragen die ik heb. Helaas trok ik steeds aan het kortste eind en bestaat er in mijn biologische familie geen sterke orale traditie die mij heeft kunnen verrijken of die helderheid heeft kunnen scheppen. Met de toegeworpen kruimels die ik wel kreeg, schiep ik in zes jaar een compleet fictief universum in Wij zijn van diamant.”
Je staat zo nu en dan als schrijver ook voor de klas met de missie: jongeren weer aan het lezen krijgen. Wat zijn je ervaringen? En heb je het idee dat er je iets mee bereikt?
“Ik sta nu al zo’n tien jaar met enige regelmaat voor de klas, in aula’s, en in bibliotheken, en steeds gaat het eigenlijk over hetzelfde: het belang van een verhaal, van een boek, wat het voor mij heeft betekend en wat het – ook nu nog – voor jonge mensen kan betekenen. Ik schreef er twee manifesten over: De lezer is niet dood en Lang leve de lezer. Er wordt met terugkerende regelmaat in kranten over ontlezing geschreven, en aansluitend tuigt een literaire organisatie dan weer een leescampagne op. Ongetwijfeld allemaal goed bedoelde initiatieven. Maar je moet er letterlijk op uit, en niet slechts de wereld aan je bureau analyseren en beoordelen. Hoe weet je anders over wie je schrijft of praat? Ik zie mijzelf op dat punt als een frontsoldaat. We bestaan uit het stof waarvan verhalen worden gemaakt. We scheppen ze elke dag weer. Leesbevordering begint waar je met iemand anders, iemand die je totaal niet kent, over een boek kunt praten.”
Wat doe je over twintig jaar denk je? Eens een schrijver altijd een schrijver?
“Als het lichaam nog werkt, en de geest is nog scherp, dan zal ik vast nog schrijven, al kan ik me evenzeer voorstellen dat het werk op een bepaald moment gedaan is. Als je hebt geschreven wat je moet schrijven, en je voelt dat het genoeg is, dan houdt het op. Het ego en het artistieke hart kunnen nooit hetzelfde doel dienen. Vernietig het ego en wacht af of een verhaal je weer knecht en eist om geschreven te worden. Dat is toch eigenlijk een beetje hoe het werkt, in elk geval bij mij.”
Zin in?
We geven 5 boeken van Alex weg. Kans maken? Vul het formulier hieronder in en wie weet…. Meedoen kan t/m woensdag 15 februari.
Over het boek
Wanneer de 21-jarige William onverwacht naar Seattle vertrekt, reist zijn broer Markus hem achterna. Een paar dagen later wordt het levenloze lichaam van Markus gevonden aan de voet van de Snoqualmie Falls. Voordat William met het lichaam van Markus terugreist naar Vlaardingen krijgt hij bij de receptie van zijn hotel een laatste gift van zijn broer. Het blijkt een notitieboek van opa Lovitz, een Joodse familievriend. Op weg naar het vliegveld begint William te lezen en zo ontdekt hij dat het tragische lot van zijn broer onontkoombaar was. Wij zijn van diamant is een groots opgezette familiekroniek die laat zien hoe littekens uit het verleden generaties lang kunnen doorwerken: tussen vaders en zonen, tussen moeders en dochters, tussen vrienden en broers.
(Wij zijn van diamant, Hollands Diep, € 24,99)
Over de schrijver
Alex Boogers (1970) debuteerde in 1999 onder het pseudoniem M.L. Lee met Het boek Estee. Drie jaar later debuteerde hij met Het waanzinnige van sneeuw onder zijn eigen naam. Sindsdien is hij een vaste waarde in de Nederlandse literatuur. Zo won Alleen met de goden in 2016 de Nederlandse Boekhandelsprijs en werd die roman eveneens genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs. Daarnaast is Alex Boogers een van de meest gevraagde auteurs als spreker op middelbare scholen en een van de belangrijkste ambassadeurs om de jeugd weer aan het lezen te krijgen.