Dit is Mischa Blok
Boos meisje, maat 35, radio, ballet, deelhond, kinderen, Zuid Korea, prestatiedrang, avontuurlijk!
Op haar 3de belandde radiopresentator Mischa Blok (1974) van Zuid-Korea in het dorpje Hendrik-Ido-Ambacht, bij het Nederlandse adoptiegezin Blok. Als kind wilde ze net zo ‘wit en blond zijn’ als haar omgeving, maar als volwassene wordt ze er nog geregeld aan herinnerd dat ze ‘anders’ is. “Het duurde lang voordat ik blij was met hoe ik eruitzie.
Koreaans
“Dit beeldje maakte mijn Nederlandse moeder van mij toen ik 10 was. Zo zitten veel Koreanen, tussen hun benen in. In traditionele restaurants eet je daar op de grond aan lage tafels. Mijn moeder was kleuterjuf en directeur van een kleuterschool. Zodra ze moeder werd, was ze altijd thuis met mij en mijn broer. Mijn moeder is zorgzaam en lief en ziet altijd beren op de weg, die ik probeer uit haar hoofd te praten. Zorgelijkheid is haar levenshouding. Als het maar goed gaat als je ’s nachts naar huis rijdt. Als het maar goed gaat met de kinderen. Ik was 3 toen ik naar Nederland kwam. Mijn broer zegt altijd: je kwam niet uit de buik maar uit een vliegtuig. Ik kon drie woordjes zeggen: bang, brood in het Koreaans. mul, water, en anijo, nee. Mijn eerste herinnering is dat ik in Delft bij de rechtbank was omdat mijn achternaam werd veranderd. Ik was een jaar of 4. Een indrukwekkende setting, met mensen in toga. We gingen vrij snel op wintersport, dat maakte ook indruk. Van die kleine skietjes in de sneeuw. Toen ik net in Nederland was, wilde ik niet in bed slapen maar op de grond. In Korea slaapt men op een dun matrasje op de grond. Op foto’s van de eerste jaren lig ik op mijn dekens, achterstevoren, helemaal in de war. Mijn moeder keek naar mij met een soort verwondering. Ze herkende zichzelf niet in mij. Augurken en pittig eten vond ik superlekker.
Geadopteerd
Vrienden lachen nog steeds om mijn Koreaanse loopje met van die kleine pasjes. Als ik met een rugzak op ga rennen, ben ik net een pinguïn! Ik was impulsief en reislustig. Ik wilde overal de beste in worden. Mezelf waarmaken. Want jullie hebben mij helemaal uit Korea gehaald om mij betere kansen te geven, dus zorg ik dat ik succesvol ben en dat jullie trots kunnen zijn. Je wilt niet dat ze denken jeetje, hebben we drie jaar op een wachtlijst gestaan en veel geld betaald en nu zitten we met een probleemkind dat de kantjes ervan afloopt. Die prestatiedrang zie je veel bij geadopteerde kinderen, en het is heel Koreaans. Doorgaan. Stip aan de horizon en in een rechte lijn daarop af, bijna ziekelijk. Koreaanse kinderen zitten na school tot tien uur ’s avonds in een huiswerkklas. Het duurde lang voordat ik blij was met hoe ik eruitzie. Op twitter zei iemand een keer: het is logisch dat je niet op televisie bent, want je ogen zijn niet eens goed te zien. Wij Aziaten worden regelmatig uitgescholden, en niet door de witte Nederlander, maar door Turken en Marokkanen, misschien uit frustratie? Zij worden uitgescholden en dus schelden zij een groep uit die ook anders is maar niets terugzegt.
Kutchinees
Als kind werd ik al gek van het woord ‘kutchinees’. Ik wilde ook wit en blond zijn en in de menigte opgaan, en niet steeds moeten uitleggen: dit zijn mijn ouders. ‘Hoezo?’ Nou, ik ben geadopteerd. Ik heb ondervonden hoe belangrijk het is als iemand je met een open blik benadert en je niet meteen in een hoekje duwt. Dus probeer ik mensen zo open en blanco mogelijk te interviewen. Dat levert ook kritiek op, als ik types die onder vuur liggen onbevangen interview, zoals Maurice de Hond en Jan Roos, en niet op ze inhak. Dan is het: jij bent geen kritische journalist. Als ik doorvraag zeggen mensen: Aziaten willen altijd zo aardig blijven, zo beleefd. Ik merk ook dat dit onder collega’s een beeld is waar ik soms tegen moet strijden. Ik wil dat iemand zijn hele hebben en houden op tafel legt. Dat lukt alleen als iemand zich veilig voelt. Als het niet voelt als een verhoor waaraan je wordt onderworpen. Ik schrijf geen enkele vraag uit, want mijn hoofd moet leeg zijn. Als ik met een vriendin aan de keukentafel zit te praten bedenk ik ook niet van tevoren: ik wil je die richting in hebben.
Gelijkwaardigheid, daar begint het mee. Als iemand in een interview aan mij vraagt: ben jij eigenlijk single nu? Dat je dan ook durft te antwoorden: ja, ik ben single en ik heb liefdesverdriet. Een programma als Spoorloos of DNA onbekend presenteren lijkt mij geweldig. Hoe mooi zou het zijn als je daar iemand neerzet die precies weet hoe het is? Het voordeel van televisie is dat je bereik veel groter is. Maar het is ook gedoe, met visagie en loopjes overdoen. In de radiostudio heb ik alles in de hand. Ik doe mijn eigen techniek en montage. Ik heb een redacteur die de gasten uitnodigt, maar dat zijn gasten die ik zelf kies. Voor een controlfreak zoals ik is dat geweldig. De radiostudio voelt als mijn woonkamer. Toch lokt de televisie. Als kind zag ik televisiewerk niet als optie, want ik zag nooit Aziaten op tv. Ik hoor vaak: maar we hadden Sandra Reemer toch? Ja, dat was een soort assistent! Is zij de vertegenwoordiger van alle Aziatische Nederlanders? Sinds de jaren 70 tot nu? Hallo zeg.”
Een stapje verder
“Ik ben een enorme schoenenliefhebber, maar maat 35 kun je in Nederland niet kopen. Deze laarzen kocht ik in Mallorca, toen ik voor het eerst na negentien jaar weer vrijgezel was en alleen op vakantie ging. Een enorme overwinning. Ik was bang om ’s avonds eenzaam aan de hotelbar te zitten, maar ik heb het toch gedaan. Het gaf een enorme boost. Ik ben vijftien jaar samen geweest met de vader van mijn kinderen. Meteen daarna werd ik verliefd op Jacob. Die relatie duurde vier jaar. Hij paste onwijs goed bij mij. We stonden op dezelfde manier in het leven, wat grappig is want hij komt uit Friesland, ik uit Korea. We delen de liefde voor het vak en houden van doorrammen en altijd aanstaan. Laatst stond er weer ergens zwart op wit: ‘Zij kon geen kind geven aan haar ex-partner en daardoor maakte hij het uit.’ Dat is lastig, maar het is wel de realiteit. Ik had heel graag een kindje met Jacob willen hebben. Het is zo oneerlijk, dat mannen tot hun 70ste kinderen kunnen maken en vrouwen niet. Dan zie je: hé, Katja Schuurman heeft een kind. Bij haar lukt het wel. Hiep hiep hoera. In het begin was ik hier heel open over.
Podcast
Ik heb samen met Jacob een podcast gemaakt over onze breuk, Exen. Dat was mijn idee. Ik wilde onderzoeken hoe we als exen vrienden konden blijven. Hij wil nu graag een tweede seizoen, maar ik heb echt geen zin meer. Veel adoptiekinderen kampen met verlatingsangst. Als je als kind in de steek wordt gelaten door je ouders, die het meest van je zouden moeten houden, krijg je de boodschap mee dat blijkbaar iedereen je in de steek kan laten. Wat je daartegenover moet stellen is een enorm bijna naïef geloof dat het wel goed komt. Ik kan iemand voluit liefhebben en daar vol inspringen. Twee jaar lang heb ik elke dag gehoopt dat we weer samen zouden komen. Het is moeilijk om liefde te beëindigen om iets praktisch. Bij mijn scheiding ben ik er zelf uitgestapt, dat is heel anders.
Verlatingsangst
Als je al last hebt van verlatingsangst en je bent dan weer niet degene die weggaat, zit je met een groot verdriet wat je moeilijk te boven komt. Want het is frustrerend, zeker als de liefde er nog is. Ik ben lang boos op hem geweest. Laatst interviewde ik de psychiater Damiaan Denys, over vergevingsgezindheid. Hij zei: ‘Echte vergeving is als je weer naar diegene kan kijken los van het besluit of de uitspraak die die persoon heeft gedaan. Als je kunt denken: ik stond niet achter jouw besluit, maar ik zie nog steeds dat je een mooi mens bent. Dus ik koppel jou los van jouw besluit.’ Dat ben ik steeds meer gaan doen. Een vriendin zei: je zult toch stukjes controle zelf moeten uitoefenen. Dat zal je uiteindelijk weer beter laten voelen. Dat je je niet zo overgeleverd voelt aan iemand maar besluit: ik ga zelf met vakantie, ik kan dat. Dan ben je een stapje verder.”
TEKST: MINOU OP DEN VELDE | BEELD: BRENDA VAN LEEUWEN
Meer lezen? Het grote interview met Mischa Blok is te lezen in Zin 07-2022. Niet meer in de winkel, maar bestel ‘em hier online.