Ans Markus: ‘Zoals ik er nu uitzie, betekent voor mij: acceptatie’
3 vragen aan...
Vroeger wilde ze zichzelf meer bewijzen. Tegenwoordig kan ze ook ‘gewoon een beetje rondhangen’. Kunstschilder Ans Markus (1947) geniet meer van kleine dingen, heeft niet meer zo’n haast sinds ze eierstokkanker overwon. Wel exposeert ze weer: een overzichtstoonstelling van haar werk is te zien in Museum Slager in Den Bosch.
1.
Je hebt een moeilijke tijd achter de rug. Wat is er gebeurd?
“Midden in coronatijd, in augustus 2020, bleek ik eierstokkanker te hebben. Het kwam voor mij totaal onverwacht. Ik had buikpijn – niet zo erg dat ik krimpend van de pijn in bed lag, maar toch hinderlijk. Als ik ’s ochtends wakker werd, dacht ik: dit is mijn buik niet. Het voelde een beetje waterig aan. Onderzoek bij de huisarts leverde niks op. Toch dacht ik: het zit niet goed. Onderzoek bij de huisarts leverde niks op. Toch dacht ik: het zit niet goed. Ik vroeg om een echo, puur voor mijn gemoedsrust.
Uiteindelijk werd er een marker op het bloed gezet waardoor ze er op een die per niveau naar konden kijken. Toen bleken de bloedwaarden veel hoger te zijn dan normaal. Er zaten kwaad aardige tumoren in mijn eierstokken, waardoor mijn buik vol met vocht zat – dat was het waterige gevoel! Ik ben blij dat ik ben blijven aandringen op verder onderzoek. Eierstokkanker is een sluipmoordenaar. Na de diagnose fietste ik totaal aangeslagen naar huis. Ik herinner me hoe ik de Jordaan inkeek en dacht: zal ik er nog één keertje doorheen fietsen? Afscheid nemen? Het voelde alsof mijn leven eindigde. Dat bleek geluk- kig niet zo te zijn: de tumoren zijn, met een stuk van mijn darmen, operatief verwijderd; daarna heb ik zes chemokuren ondergaan. Ik heb voorlopig geluk gehad: ik ben nu – hoop ik – kankervrij. So far so good, zeg ik altijd. Morgen kan alles anders zijn, maar vandaag is het goed.”
2.
Hoe heb je die ziekte ervaren?
“In eerste instantie was ik in de war: waarom overkomt mij dit? Ik heb altijd keurig geleefd, gezond gegeten, veel aan beweging gedaan en dan word ik toch ziek! Maar al heel gauw dacht ik: waarom ik níet? Een op de drie mensen krijgt kanker in zijn of haar leven. Het is helaas niet zo dat je automatisch wordt beloond voor een gezond leven. Ik probeerde positief te denken, maar dat lukte vooral ’s nachts niet altijd. In het donker leek alles veel erger. Maar meestal besefte ik maar al te goed hoeveel ik had om dankbaar voor te zijn. Mijn man, mijn dochter, lieve mensen om me heen. Ik heb een heerlijk leven gehad, ik zou het zo over willen doen, ook de moei- lijke tijden. De ziekte heeft me wel veranderd. Ik leef meer bij de dag dan voorheen.
Ik geniet meer van kleine dingen, ik heb niet meer zo’n haast. Vroeger wilde ik mezelf meer bewij- zen. Als ik als een amateurpsycholoog mijn bewijsdrang zou proberen te verklaren, dan zie ik mijn oudere broer. De oogappel van mijn ouders, sportman, architect – een leuke jongen, niks mis mee, maar naast hem was ik dat tien jaar jongere zusje. Ik stond altijd in zijn schaduw. Dat is niet erg, want ik heb er ook baat bij gehad: ik heb er een flinke vechtlust door ontwikkeld. Zo zie ik het: de negatieve dingen die ik in mijn leven heb meegemaakt, hebben zich alle- maal naar het positieve gekeerd. Mijn slechte huwelijk met en mijn schei- ding van de vader van Sigrid leidden tot de doeken van vrouwen in wind- sels. Die schilderijen maakte ik puur voor mezelf maar ze werden mijn doorbraak naar een groot publiek. En zo ging het verder. En nu… Ik heb 45 jaar keihard gewerkt. Was het niet het opzetten van het idee dan was het wel het uitwerken daarvan: tentoon- stellingen organiseren en inrichten, boeken maken. Dat is nu allemaal wat minder. Tegenwoordig kan ik ook gewoon een beetje rondhangen. Dat is nieuw voor mij.”
3.
Hoe ervaar jij je uiterlijke metamorfose?
“Zoals ik er nu uitzie, betekent voor mij: acceptatie. Ik kan wel denken: ik wil mijn donkere haar terug maar ik vind het absoluut niet meer belangrijk. Toen mijn haar begon uit te val- len, heb ik mijn man Wybe gevraagd me te helpen om het resterende haar af te knippen en daarna mijn hoofd helemaal kaal te scheren. Ik had geen wimpers, geen wenkbrauwen, niks – dat was heftig. Ik heb een paar keer voor de spiegel staan huilen. Komt het allemaal wel goed? Maar natuurlijk was het belangrijkste dat het in mijn lichaam moest goed komen. Het gaat niet om de buitenkant maar om de binnenkant. Het was wel even scha- kelen. Ik had een prachtige donkere pruik klaarstaan, maar daarmee zag ik eruit als de Zangeres Zonder Naam. Gelukkig mocht ik hem omruilen voor een lichtere, maar ik heb mijn kale hoofd vooral bedekt met lappen, waarvan ik een soort tulbanden maakte – hartstikke leuk! En nu ben ik blij met mijn korte koppie. Het is gewoon anders dan het was. Ik ben vooral blij dat ik mijn energie terug heb. Ik fiets net als vroeger als een waanzinnige Johanna door de stad. Even hier wat doen, even daar wat doen. In die zin is het precies zoals het was. En het helpt ook dat Wybe vaak zegt dat hij mij nog steeds de liefste en de mooiste vindt.”
TEKST: LIDDIE AUSTIN | BEELD: THESI GEESINK
Verder lezen?
In Zin 3 stellen we nog twee vragen aan Ans Markus. Verder lezen? Zin 3 ligt nu in de winkel. Of bestel ‘em hier online.