Karin Bloemen:
‘Als ik op de planken sta, wordt het onvermijdelijk theatraal’
Niemand is onmisbaar. Wel voor je geliefden, maar niet voor het publiek. Een keiharde les, ontdekte Karin Bloemen (1960) tijdens haar burn-out in 2011. Verder kent haar carrière gelukkig vooral veel hoogtepunten. Met het zojuist verschenen Met vlag en wimpers blikt ze smakelijk terug op veertig jaar theater en wij mogen 5 exemplaren verloten.
Hoe heb je dit boekproject aangevlogen?
“Ik ben drie jaar geleden begonnen met het schrijven van Met vlag en wimpers. Ik ben gaan zitten met mijn man Marnix Busstra en ‘ghost-schrijver’ Thomas van den Bergh, en ben herinneringen gaan ophalen. Daarnaast zijn we alle foto’s en knipsels uit gaan zoeken en hebben dat zo goed en zo kwaad als het ging gesorteerd en op datum gelegd. Door het lezen van alle interviews, programmaboekjes en wat al niet meer kwamen we een heel end.”
Een vrij onmogelijke vraag misschien: wat was in die veertig jaar een absoluut hoogtepunt voor jou? Waar ben je vooral trots op?
“Het was beslist een hoogtepunt om écht succes mee te maken. Dat was het meest extreem met de show La Bloemen in 1993: dag in dag uit uitverkochte zalen met enorm enthousiast publiek, recensies met titels als De schaamte voorbij en Echte Broadway-allure, dat was een bijzondere ervaring. Maar in mijn leven was het krijgen van mijn twee dochters toch echt het allergrootste hoogtepunt.”
Welk dieptepunt heeft je verder gebracht, vind je?
“Ik denk dat mijn burn-out me meer heeft gebracht dan ik kon bevroeden. Het heeft me zoveel inzichten gegeven. Misschien vooral dat niemand ‘onmisbaar’ is. Wel voor je geliefden natuurlijk, maar niet voor het publiek. Ik heb geleerd om mezelf te kunnen lachen en geleerd dat je in de eerste plaats van jezelf moet houden. Anders loop je gegarandeerd een keer vast.”
Als het kon, is er dan iets wat je over zou willen doen? Of anders zou hebben willen doen?
“Nee, ik heb eigenlijk nergens spijt van. Ik ben uiteindelijk vooral heel erg dankbaar voor mijn leven. En zoals ik in een lied zing: wat ik ooit wilde kreeg ik niet, maar ik heb precies gekregen wat ik nodig had.”
Je was als tiener achtergrondzangeres bij Gerard Joling. Een droom die uitkwam?
“Gerard en ik kennen elkaar al vanaf ons 3de jaar! Het is in die zin best bijzonder dat we allebei in dit vak zijn beland. We kennen allebei het slaan van de zweep, de ups en downs, de zekerheden en onzekerheden. Toen ik bij hem in het achtergrondkoortje zong, was er geen ‘ongelijkheid’. We waren gewoon vrienden, we hadden enorme lol samen.”
Door de jaren heen trad je op als zangeres, cabaretière en actrice. Hoe zie jij jezelf vooral?
“Ik vind het altijd een beetje lastig om daarin hiërarchie aan te brengen, ik ben het natuurlijk allemáál. Maar ik ben denk ik allereerst theatermaker; als ik op de planken sta, wordt het onvermijdelijk theatraal. Ook in een programma waarin de muziek centraal staat. Ik kan niet anders…”
Hoe heb je het moederschap naast je carrière weten vorm te geven?
“Ik heb natuurlijk geprobeerd daar een goede balans in te vinden maar dat was soms best lastig. Toen de kinderen klein waren, trad ik drie keer per week op – op woensdag, donderdag en vrijdag – zodat ik in het weekend thuis voor ze was. Ik heb het echt samen met mijn man Marnix gedaan, hij is godzijdank een fantastische vader. Ook hadden wij een geweldige oppas, Carina. Zij deed zulke leuke dingen met de kinderen dat ik vaak gevraagd heb: hoe kóm je erop? Ze was echt een natuurtalent; ze heeft zoveel plezier gegeven aan de kinderen!”
Die uitbundige en kleurrijke jurken op het podium, hoe is dat ooit begonnen?
“Mijn eerste show Bosje Bloemen werd geregisseerd door Frank Sanders. Hij werkte altijd met ontwerper Jan Aarntzen in de musicals van zijn partner Jos Brink. Dus hij nam Jan Aarntzen mee en die heeft eigenlijk meteen een belangrijke hand gehad in hoe ik eruit ging zien.”
Als je al zo lang op de planken staat, is er dan nog íets denkbaar dat je ooit nog zou willen bereiken of mee zou willen maken?
“Nee, eigenlijk niet. Iets bereiken kan ik afvinken en iets meemaken eigenlijk ook… Blijft over: mooie dingen maken, mooie muziek, mooie liedjes zingen. En ik wil heel graag mijn dochters zien trouwen en kinderen krijgen, dus ik moet vooral zorgen dat ik lang leef en gezond oud word. Ik ben al oma van m’n zoon Gerben en dat is heel bijzonder. Dus graag meer van dat…”
Zin in?
Deze winactie is afgelopen. Volgende keer ook kans maken? Schrijf je in via voor de nieuwsbrief van Zin via deze link.
Over het boek
In Met vlag en wimpers blikt Karin Bloemen terug op veertig jaar theater. Ze schetst het hobbelige pad langs uitverkochte zalen, een zakelijk faillissement, gewonnen prijzen en een burn-out. Behalve over haar soloprogramma’s vertelt ze openhartig over het schnabbelcircuit, haar werk voor radio en televisie en haar collega’s uit het vak. Ook neemt Karin de lezer mee langs haar privéleven. Als 8-jarig meisje stond ze te zingen op de markt in Schagen, als tiener trad ze al op als achtergrondzangeres van Gerard Joling. Ze was nog niet eens afgestudeerd aan de kleinkunstacademie toen ze werd geëngageerd voor de musical De zoon van Louis Davids. Het zou het begin betekenen van een sprankelende en bewogen carrière, die nog lang niet ten einde is. Met vlag en wimpers is een must-have voor alle Karin Bloemenfans en voor iedere theater- en cabaretliefhebber, barstensvol vrolijke anekdotes en unieke foto’s.
(Met vlag en wimpers, Ambo Anthos, € 24,99)
Over de schrijver
Karin Bloemen (1960) is zangeres, cabaretière en actrice. Sinds 1983 treedt ze op. Ook is ze regelmatig in Nederlandse musicals, speelfilms en televisieprogramma’s te zien en te horen op de radio. Karin Bloemen won diverse prijzen, waaronder de Gouden Harp, een Edison en de Annie M.G. Schmidtprijs. In 2011 is ze benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.