Schrijver Tomas Lieske:
‘Alsof het je bij het ontwaken met een lichtflits is ingegeven’
Het verdriet en de woede als je omgeving door onbekende mensen en om onbekende redenen wordt verwoest. Dat is waar het ten diepste om gaat in Niets dat hier hemelt: een prachtige roman over het veen en al zijn geheimen. Hoe bekroond schrijver Tomas Lieske (1943) aan zo’n roman begint? ‘Ik zit in Parijs met een leeg vel papier en dan moet het ontstaan.’
Je komt uit een ‘a-litterair milieu’. Je ouders vonden het ongezellig als je las. Hoe wist je er toch een grote liefde voor op te vatten?
“Zoals elke puber verzette ook ik mij tegen mijn ouders. Ik herinner mij dat er een klein, van ruw hout getimmerd uitleenbibliotheekje was – boven kinderen, beneden volwassenen – en ik probeerde zo snel mogelijk alle kinderboeken te lezen zodat ik naar de volwassen afdeling mocht. Je kon één keer per week lenen en ik koos het dikste boek uit omdat ik anders zaterdagavond het boek al uit had. Van de inhoud van de boeken herinner ik mij niet veel maar je leerde wel lezen op die manier.”
Je schrijft vanaf je 20ste maar debuteerde pas op je 38ste. Waarom?
“Ik heb altijd last gehad van een moordende zelfkritiek. Toen in de vroege jaren 70 een uitgever – Sijthoff – bereid bleek werk van mij uit te geven, werd erbij gezegd dat er nog wel het een en ander aan moest gebeuren. Op zich is dat normaal maar voor mij was het genoeg om alles terug te trekken. Pas veel later heb ik alle romanschetsen, alle aftastende hoofdstukken – plus alle tekeningen en schilderijen die ik ook gemaakt had – vernietigd en doorgescheurd, en ben ik opnieuw begonnen. Toen lukte het wel om die zelfkritiek om te zetten in een werkelijk schrijven.”
Waar haal jij de inspiratie vandaan steeds weer een compleet nieuwe wereld op te roepen, zoals nu ook die in Niets dat hier hemelt?
“Je hebt de werkelijkheid en je hebt je fantasie. Die twee moeten op elkaar inwerken. Mijn fantasie is nogal grillig, hoor ik wel eens van anderen. Dat is in elk geval voldoende om alles wat mij onder ogen komt of alles wat ik hoor – de werkelijkheid – om te zetten naar nieuwe werelden. En in elk geval te testen of zoiets een nieuwe, bruikbare wereld op kan leveren voor verhalen.”
Het veen is eeuwig. Er mag niets veranderen. Dat vinden de dorpsbewoners van Ecken. Waarom is het veen hen zo dierbaar (want moeras is ook gevaarlijk)?
“Of de wereld om je heen nu volgens objectieve maatstaven prettig is of niet, uit mooie natuur bestaat of uit baksteen, een eenzaamheid uitstraalt of juist gezelligheid en geborgenheid: iedereen hecht aan de omgeving en aan het milieu dat hem vanaf de kindertijd vertrouwd is. Juist omdat moeras gevaarlijk is, zullen de bewoners het als hun eigen bijzondere omgeving zien. Zij houden ervan omdat het hun wereld is. Daar mag niets aan veranderen, vinden zij. Daar komt nog bij dat er de laatste tijd nogal wat te doen is om het veen. Als dat afgegraven wordt, bijvoorbeeld voor nieuwbouw, dan komen er zeer kwalijke gassen vrij. Waar het mij om gaat en wat de diepe kern is van de roman: het verdriet en de woede als je omgeving door onbekende mensen en om onbekende redenen wordt verwoest.”
Waarop heb je de Veense Ecken, een bijzonder primitief dorp begin jaren 30 van de vorige eeuw, gebaseerd?
“De Veense Ecken is gebaseerd op fantasie maar ik weet zeker dat er tientallen dorpen zo hebben bestaan. Op dit moment is zo’n arm, afgelegen dorp nauwelijks meer voorstelbaar, vandaar ook de keuze om het honderd jaar terug te plaatsen.
Je moet beseffen dat schrijven in kleine stappen gaat, met kleine schokjes. Ik ken het veengebied vrij goed, zowel laagveen rond mijn woonplaats als het hoogveen in meer oostelijke delen. Maar het is bij mij niet zo dat ik lopend door veengebieden naar een geschikt dorpje voor mijn roman zoek. Ik zit in Parijs met een leeg vel papier en dan moet het ontstaan. Een dorp. Ik teken wat huisjes. Ik denk: wie zouden daar wonen? Ik verzin een familie. Vredevlees bijvoorbeeld, een gekke naam. Paardenslager. Sloeg vroeger paarden dood met een hamer. Oké, volgende bewoner. Tot ik een dorp bij elkaar heb getekend. En dan ontdek je dat je bij toeval de plattegrond in de vorm van een orthodox kruis heb getekend.
Zo gaat dat. Ook met verhaallijnen. En bijna alles gooi je weer weg, maar wat overblijft kan van grote waarde zijn. Alsof het je bij het ontwaken met een lichtflits is ingegeven.”
Als de familie Boonervliet in het dorp komt wonen, raakt alles en iedereen totaal uit evenwicht. Wat gebeurt er precies?
“Jaloezie, dreiging en al snel enig vermoeden dat ze iets te maken hebben met de grote angstige nachtmerrie van het dorp: de blauwe geblindeerde vrachtwagens.”
Benjamin komt vast te zitten in een goed bewaard eeuwenoud paard dat uit het veen is gehaald door de broers Boonervliet. Hoe verhouden Benjamin en deze jongens zich tot elkaar?
“Het bekende verschil tussen oorspronkelijke bewoners en binnendringers, of onderdrukkers. Wat dat betreft is het misschien zelfs nog een hedendaagse geëngageerde roman. Maar misschien is elke roman dat wel. De vijf jongens zijn anders: rijk, opgevoed, deels in het buitenland, spannend leven; Benjamin is kind van het veen. Het is dus een vreemd toeval dat juist de jongens het lijk in het veen ontdekken.”
Benjamins vader speelt bandoleon, een weemoedig instrument dat Benjamin niet onberoerd laat. Op welke manier is Benjamin een gevoelige jongen?
“De vader van Benjamin is een buitenstaander. Hoort niet echt bij het dorp, woont ook aan de rand. Soms vindt hij werk op zee, hij kent vreemde verhalen en speelt een vreemd instrument. De gevoeligheid van Benjamin wordt herkend en gekoesterd door zijn vader maar in het dorp zal Benjamin het met zijn gevoeligheid moeilijk hebben. Tegenover de vreemde jongens zal hij een slachtoffer worden, juist door zijn gevoeligheid.”
Benjamins moeder overleed bij zijn geboorte. Wat hebben vader en Benjamin precies aan elkaar, waarin vinden ze elkaar?
“Dat ik de moeder een jaar na de geboorte van Benjamin laat overlijden versterkt de band tussen Benjamin en zijn vader, en ook de vreemde band tussen Benjamin en Rosa. Zij probeert hem harder te maken maar of dat voldoende lukt, is de vraag.”
Je won de Libris Literatuur Prijs en de VSB Poëzieprijs. Blijft er nog iets te wensen over?
“Er blijft altijd veel te wensen over. Ik heb zelfs nog meer prijzen gewonnen dus ik ben royaal bedeeld maar de voornaamste wens blijft toch ook dat ik veel lezers mag hebben. En dat zij met het boek tevreden zijn, dat de lezers er plezier in hebben even kennis te maken met de vreemde wereld van het boek.”
Win met Zin
We geven 3 boeken van Tomas weg. Kansje wagen? Vul onderstaand winformulier in en wie weet. Meedoek kan t/m 8 maart.
Over het boek
Begin jaren 30 in de vorige eeuw. Indringers verstoren het leven in een vredig veendorp en dreigen het vertrouwde, omringende land te vernietigen. Vijf broers uit een binnenvallende familie hebben op hun strooptochten een ontdekking gedaan: een ruiter te paard, 2500 jaar geleden verdronken, maar in het zure veen prachtig bewaard. Benjamin, een kind uit het dorp, wordt gedwongen het paard te beklimmen, en opgesloten in de ruiter valt hij met de dode samen.
Niets dat hier hemelt is een virtuoze roman over de dreiging en de verwoesting van je geliefde geboortegrond. En tegelijk is het een roman die overstroomt van liefde: liefde voor de vader, liefde voor de natuur van het veen en het moeras, liefde voor de hulpbehoevende grootmoeder, liefde voor muziek.
(Niets dat hier hemelt, Querido, € 22,99)
Over de schrijver
Tomas Lieske (1943) schrijft proza en poëzie. Hij ontving voor beide genres belangrijke prijzen, zoals de Libris Literatuur Prijs en de VSB Poëzieprijs. Zijn oeuvre getuigt van stilistische brille, en in elk boek combineert hij gedurfdheid met ontroering, en geschiedenis met het heden. Zijn werk is in verschillende talen vertaald.