Mijn huid moet een landkaart zijn
Een nieuwe column van Stef Bos
In de Cederbergen in Zuid-Afrika ligt Wuppertal. Een klein dorp dat van origine een Moravische missiepost was. De Moravische missie was een vooral in Duitsland in de 19de eeuw ontstane stroming die wereldwijd het evangelie verkondigde en probeerde in praktijk te brengen. De missieposten die ik ken in Zuid-Afrika waren hun tijd ver vooruit wat betreft het denken over de kleurgrens heen en het economisch organiseren van onafhankelijkheid van de onderkant van een samenleving.
Schoonheid en lelijkheid
Wuppertal is zo’n plek en de vader van een van de bekendste Afrikaanse dichters Leipoldt was zo’n zendeling. Zoekend naar zijn roots belandde ik daar op een snikhete dag, en midden in het dorp zocht ik de schaduw op onder een boom. Ik zat naast een prachtige oude man van gemengde bloede. Er ontstond een gesprek waarbij het hele leven opeens in al zijn geledingen passeerde. Soms deel je meer met iemand die je kort ontmoet dan met degenen die je al jaren kent. Dit was zo’n moment. Het ging over de geschiedenis van het dorp, het land, de schoonheid en de lelijkheid van de mensheid, en opeens vroeg ik hem: “Waar is jouw vrouw?” Na een korte stilte zei hij in het Afrikaans: “My vrou is huistoe, sy sing in die hemel.”
Die zin bleef nazinderen in mijn hoofd en werd uiteindelijk een klein lied dat hij als een zaadje in mijn hoofd had geplant. Maar er was nóg een zaadje dat later tot een kort fragment leidde: Als ik oud word wil ik oud zijn Geen gladgestreken plooien en geen uitgewiste sporen Van geluk en verdriet Een landkaart wil ik zijn Waarop je mijn leven kunt lezen Het waren de groeven in zijn gezicht, de hangende oogleden die mij aan een schilderij van Van Gogh deden denken. De essentie gevangen in een schets. De kracht die zijn karakterkop uitstraalde, liet mij de schoonheid van verval zien en de meerwaarde van het ouder worden. Zo vond ik ook als puber in de jaren 70 de kop van Carmiggelt een nastrevenswaardig doel.
Gladgespoten
Forever young… nee, liever niet. Want dan mis ik een deel van de reis die het leven heet. Wanneer je dat niet onder ogen wilt zien, kan het leiden tot een vreemde blindheid. De meeste retoucheringen van het uiterlijk zijn zo pijnlijk duidelijk te zien dat je als toeschouwer liever de andere kant op kijkt. Bij toneelspelers ondergraaft het de subtiele taal rond de ogen en de mond die opeens in een soort tweedimensionale vlakheid verdwijnt. Ik zag het onlangs weer zo duidelijk. Ik ben een liefhebber van Bruce Springsteen als songwriter en performer. Maar haakte af bij het documentaire-concert Western stars: Bruce in een stal met een band en veel belichting en vooral met een gezicht dat was gladgespoten en geretoucheerd. Ik dacht: het kan niet waar zijn, de man van Born to run en The river, de ongepolijste kracht met de rauwe rand…
Opeens zag ik in de hele maskerade een man die zo graag jong wil blijven dat het pijnlijk wordt omdat zijn repertoire het tegenspreekt. Hij had zoals Johnny Cash in schoonheid kunnen eindigen met een kop zoals die van Carmiggelt en een stem uit de diepste krochten van de aarde. Dat probeer ik er dan bij te verzinnen als ik nu naar zijn weergaloze repertoire luister, want ik val hem niet af. Iemand blijft voor mij bestaan beeld: in het beste wat hij ooit heeft gedaan. ■
Win met Zin?
Fan van Stef? Deze maand kun je in de Win met Zin Stefs’ nieuwe en gesigneerde CD winnen. Ga via deze link naar de winpagina.
Nooit meer Stef missen?
Stef Bos (1961) is singer-songwriter en woordkunstenaar. In Zin schrijft hij over zijn leven als muzikant en als echtgenoot en vader. Stef is getrouwd met de Zuid-Afrikaanse kunstenares Varenka Paschke. Samen hebben ze drie kinderen: zoon Kolya (12) en dochters Lorelei (10) en Vonkie (5). Ze wonen afwisselend in Zuid-Afrika en in Vlaanderen. Stef staat op het moment weer in de Nederlandse en Vlaamse theaters en maakte samen met kunstenaar Peter Verstraten het boek
De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief