BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Bart Chabot over Engelenhaar

Bart Chabot over Engelenhaar

Waar de pen, het papier en vooral zijn fantasie hem brengen, dat is nog steeds één groot machtig en meeslepend avontuur. Dichter, schrijver en podiumdier Bart Chabot (1954) heeft veel te vertellen. Dat blijkt wel uit de 80.000 woorden – ‘dat is een complete roman!’ – die uit zijn nieuwste kloeke roman Engelenhaar verdwenen. Samen met Mijn vaders hand en Hartzeer is het drieluik misschien voltooid maar wat Bart betreft komt er gewoon een vierde deel.

Met je roman Engelenhaar besluit je een drieluik over je leven. Hoe verhoudt dit boek zich ten opzichte van de eerste twee, Mijn vaders hand en Hartritme? Is de cirkel nu rond?

“Nee, de cirkel is niet rond. Dit boek is, voor het eerst in mijn loopbaan als schrijver, een liefdesverhaal. Heb ik altijd afgehouden: we kennen de clichés en de sentimentaliteit die bij verhalen over ‘de liefde’ vrijwel direct om de hoek komen kijken, en daar wilde ik per se heel ver vandaan blijven. Ik meen oprecht dat dit in Engelenhaar is gelukt. Een wervelend liefdesverhaal, dat je bij de strot pakt zonder daarvoor effectbejag aan te wenden. Daarnaast is het perspectief van dit boek helemaal anders: ik overlijd al heel snel in het boek; het verhaal wordt verteld van voorbij het graf. Maar het boek gaat over nog zoveel méér. Zo komt de reis voorbij die ik ooit met Anton Corbijn naar Leningrad en Moskou maakte, begin jaren 80, toen de Sovjet-Unie nog de Sovjet-Unie was en je dat land bezocht als fellow-traveller. Met een andere oude vriend reisde ik door Oost-Duitsland net na de Val van de Muur: een land waarvan het regime nog min of meer functioneerde maar ook een republiek die op verdwijnen stond. Kortom, we reisden rond in een soort schimmen- en schemerrijk.”

Engelenhaar begint als jij al bent overleden. Vanwaar dat perspectief? Heb je een vooruitziende blik?

“In mijn jeugd kon ik ‘mezelf laten overlijden’, zoals ik het toen noemde. Dat ontsnappingsmiddel gebruikte ik als mijn vader weer eens een niet-verbale strafexpeditie aan me voltrok. Kortom, dat half-bestaan is me van jongs af aan vertrouwd. De methode was betrekkelijk eenvoudig. Als mijn vader tegen me tekeerging, zette ik alle circuits in mijn hoofd uit. Daarna betrad ik een ander domein, of een ander universum, met heel andere landschappen: een wereld waarin de fantasie vrij spel had. De wereld die in het ‘echte’ leven daar het dichtst bij kwam, was en is de wereld van de rock-‘n-roll. In die wereld is het motto niet: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Het motto in de rock-‘n-roll is: hoe gekker, hoe beter. Aan dat laatste geef ik verre de voorkeur. Ongebreidelde vrijheid is me eindeloos veel liever dan de benauwenissen die ik ken uit mijn jeugd.”

Hoe ben je voor dit kloeke boek te werk gegaan? Associatief of juist gestructureerd?

“Associatief! Ik ben geen schrijver met schema’s en plots en plotwendingen. Alle waardering voor collega’s die wél met schema’s en opzetjes en scenario’s werken. Prima allemaal. Alleen: voor mij werkt het niet. Ik hou van het avontuur. Waar brengt de verbeeldingskracht me, welke onbekende terreinen ga ik betreden, wat ga ik ontdekken?”

Je beschrijft reizen en avonturen met je vriend Anton Corbijn. Hoe hebben jullie elkaar leren kennen en wat betekent hij voor jou?

“We leerden elkaar kennen via Herman Brood, in 1977. Hij was en is mijn beste vriend. Weinig mensen weten dat Anton enorm geestig is. We hebben het dan over de niet-vette lach. Anton was getuige bij mijn huwelijk. Samen met Jules (Deelder, red). Anton heeft minstens zoveel voor me betekend en voor me gedaan als Herman en Jules, en als Martin (Bril, red) niet te vergeten. Erg fijn van Anton is ook: hij leeft nog. Dat kan ik van verreweg de meesten van mijn vrienden-van-het-eerste-uur helaas niet zeggen. In mijn privéleven heeft zich wat dat betreft een ware kaalslag voltrokken.”

Naast Corbijn hebben Jules Deelder en Herman Brood je gered, zeg je. Kun je dat uitleggen?

“Herman en Jules geloofden in me, en in mijn talent, en lieten dat ondubbelzinnig merken. Na de jaren waarin ik thuis was vernietigd, begon aan hun hand met vallen en opstaan mijn wederopbouw.”

Jolanda is al jaren je vrouw en grote liefde. Wat is jullie geheim?

“We geven elkaar de ruimte, ook in de gekte die we beiden hebben. En we hebben altijd plezier met elkaar; de lach is verre van zeldzaam in huis. Ook niet onbelangrijk: Yolanda kan me aan. Ze is een leeuwin, die erin is geslaagd de leeuw te temmen zonder dat ze me in een tandeloze leeuw heeft veranderd. En ze heeft mijn zelfdestructieve kant, Koning Alcohol, weten te beteugelen. Heb ik het nog niet eens over de vier zoons die ze me heeft geschonken.”

Heeft het schrijven van de omvangrijke trilogie je goed gedaan of zelfs in zekere zin geheeld?

“Engelenhaar heeft me goed gedaan. Het is verreweg mijn beste roman tot nu toe. De inzet was heel hoog, en ik geloof dat ik een en ander heb waargemaakt. De eerste reacties zijn ook bemoedigend goed. Dat geeft vertrouwen om op de ingeslagen weg door te gaan. Hoewel ik dat sowieso wel zou hebben gedaan, hoor.”

Al je boeken zijn omvangrijk. Omdat je een man bent van veel woorden – of hadden de boeken nog twee keer zo dik kunnen zijn?

“Geloof het of niet, maar de boeken hadden zeker twee keer zo dik kunnen zijn! Uit Engelenhaar zijn bijvoorbeeld ruim 80.000 woorden geschrapt. Dat is bijna een complete roman. Dat schrappen gaat overigens niet zonder slag of stoot, hoor. Ik heb de beste redacteur of editor van Nederland: Suzanne Holtzer. Maar soms moesten er volgens haar hele hoofdstukken uit en dan dacht ik: als ze nú over een Amsterdamse gracht fietst – want ze belt me vaak op de fiets als ze van het pand van uitgeverij De Bezige Bij naar huis fietst – als ze nú langs een gracht fietst, mag ze wat mij betreft zó de plomp in rijden, met fiets en al. Dat meen ik natuurlijk niet, maar ik bedoel maar: schrappen gaat van au! Heel soms smokkel ik een hoofdstuk dat het vorige boek niet haalde, gewoon het volgende boek in. In Engelenhaar zit ook zo’n hoofdstuk. Dat vloog uit Hartritme, maar ik sluisde het mooi Engelenhaar in. Ik geloof niet dat Suzanne het in de gaten had; en nog steeds niet. Nu maar hopen dat ze dit interview met Zin niet ál te secuur leest, want dan belt ze me straks op vanaf haar fiets, en heb ik wat uit te leggen.”

Nu deze trilogie is volbracht, ben ik heel benieuwd wat je volgende project zal zijn?

“De trilogie is voltooid. Maar wat wil het geval? Er komt een vierde deel! En daar komen niet eens die geschrapte 80.000 woorden in! De lezers van Zin zijn nog niet van me af! Waar de pen, het papier en vooral mijn fantasie me brengen, dat is nog steeds één groot machtig en meeslepend avontuur. Ik ben nog lang niet klaar. Duimen dat de dood me ook de kans geeft om wat ik als mijn levenswerk zie, af te maken.”

Win met Zin

Wij mogen 3 boeken weggeven van Bart Chabot. Kans maken? Deel je gegevens in onderstaand witformulier en wie weet. Meedoen kan t/m 19 juli.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Over het boek

Bart Chabot leeft lang genoeg om zich een leven na de dood voor te kunnen stellen. Het is dan ook vanuit dat perspectief dat zijn nieuwe roman Engelenhaar wordt verteld. Hij ontdekt dat hij zich moeiteloos kan verplaatsen door zich enkel een plek uit het verleden voor de geest te halen. In een flits is hij weer de officier-in-opleiding bij de Koninklijke Luchtmacht. En herinnert hij zich de dag dat hij als hoogste in rang een NAVO-delegatie moest ontvangen.

In minder dan een fractie van een seconde is hij daarmee terug op zijn avontuurlijke tochten die hij lang geleden samen met zijn vriend Anton Corbijn maakte naar Milaan, Genua en Moskou. Om daarna door Oost-Duitsland te reizen. Het is voor het eerst dat hij over deze periode vertelt, waarin hij ook zijn grote liefde ontmoet.

Ongehinderd weet Bart zich in alle richtingen te verplaatsen. Uittreden en zijn lichaam achter zich laten, dat is de ruimte die hij als schrijver heeft verworven. Meester over zijn verbeelding neemt Bart Chabot de lezer mee naar een leven vol rock-’n-roll, naar een verloren tijd. Met zijn vloeiende pen laat hij een halve eeuw herleven.

(Engelenhaar, De Bezige Bij, € 29,99)

Over de schrijver

Bart Chabot (1954) is dichter, schrijver en podiumdier. In 1981 debuteerde hij met de dichtbundel Popcorn en in 1989 in het theater met Remco Campert en Jan Mulder. In 1998 begon hij een theatertournee met Herman Brood en Jules Deelder en van 2005 t/m 2008 toerde hij met Martin Bril en Ronald Giphart. Chabot beleefde zijn literaire doorbraak naar het grote publiek met zijn vierdelige biografie over Herman Brood. In 2007 ontving hij de Johnny van Doornprijs voor de gesproken letteren.

In 2009 verschenen twee lijvige delen verzamelde gedichten onder de titel Greatest Hits. In 2011 verscheen Diepere lagen, een zeer persoonlijk relaas over de ziekte die hem trof. Eind oktober 2013 verscheen Triggerhappy, waarmee Bart Chabot debuteerde als romanschrijver. Ter ere van zijn 60ste verjaardag koos Bart Chabot in 2014 zestig verhalen, gedichten en fragmenten uit zijn oeuvre waaruit de bloemlezing Zestig ontstond. In 2016 verscheen zijn tweede roman Easy Street en in 2018 de lijvige poëziebundel: Hosanna dagen. In 2020 verscheen de roman Mijn vaders hand. In deze onthutsende roman kijkt Bart Chabot zijn jeugd eindelijk in de ogen. Hartritme, dat in 2021 verscheen, is het overrompelende vervolg. Zojuist verscheen Engelenhaar, wederom een vervolg, waarin Bart Chabot de lezer opnieuw meeneemt naar een leven vol rock-‘n-roll, naar een verloren tijd. In 2022 won Bart de laatste Jip Golsteijn Journalistiekprijs voor zijn interview met Golden Earring-zanger Barry Hay. Zijn werk werd bekroond met de Littéraire Witteprijs 2022.

De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief