Joke van Leeuwen
‘Als meisje wist ik al dat ik ‘scheppingsdrang’ had’
Als iets in twee zinnen kan, waarom zou ze er dan een hele pagina voor gebruiken? Schrijver, tekenaar en performer Joke van Leeuwen (1952) is geen schrijver van dikke pillen. Dat verhalen dat vaak niet nodig hebben bewijst ze opnieuw met haar ferme nieuwe roman van bescheiden omvang: Ik dacht dat jij.
Zou je jouw nieuwe roman Ik dacht dat jij bestempelen als een liefdesroman? Waarom (niet)?
“Ik heb er even over gedacht om ‘Een liefdesverhaal’ als ondertitel te gebruiken, maar vond dat toch te dubbelzinnig. De relatie van de personages, de ik-persoon en Zigi, is wel met verliefdheid begonnen en moet er in het begin beloftevol hebben uitgezien. En natuurlijk bestaat er in de liefde ook pijn.”
De man, de hoofdpersoon, wil krampachtig graag zijn vriendin Zigi liefhebben. In hoeverre heeft het al tien jaar moeten missen van zijn dochter Lotta daarmee te maken?
“Hij wil vader zijn van zijn dochter en man van zijn vrouw, maar in beide gevallen mist hij het vermogen om zijn dochter en zijn vrouw te kunnen zien zoals ze zijn. Ik suggereer alleen waarom hij zijn dochter niet kan zien, maar het verhaal met Zigi doet de lezer wel een en ander vermoeden.”
Is de hoofdpersoon wel in staat echte liefde te voelen? En hoe zal zijn huwelijk met Lotta’s moeder geweest moeten zijn?
“Wat de hoofdpersoon niet heeft, is zelfreflectie. En omdat hij niet in staat is naar zijn eigen denken en handelen te kijken, zichzelf een spiegel voor te houden, draait hij de spiegel om en projecteert hij wat hij bij zichzelf niet kan zien op Zigi – en vermoedelijk destijds ook op de moeder van Lotta. Dat maakt een evenwichtige liefde in mijn ogen onmogelijk, omdat de ander dus niet wordt gezien zoals die is. In een recensie wordt hij een hork genoemd, maar al is zijn gedrag zo te noemen, hij zal het niet zomaar expres doen, denk ik, omdat hij een probleem heeft waardoor hij niet ten volle kan beseffen wat hij doet.”
Als lezer zit je voortdurend in het hoofd van deze hoofdpersoon. Die nogal met zichzelf begaan is en vindt dat alles altijd aan een ander, in dit geval Zigi, ligt. Waarom koos je voor het ik-perspectief?
“Er bestaan boeken waarin wordt verteld hoe moeilijk een manipulatieve, narcistische of borderline-achtige partner was. Ik vond als auteur de gedachte om de man zelf te laten spreken en hem een eigen, niet humorloze, stem te geven, een interessantere uitdaging. Bovendien kan de lezer dan van dichtbij meemaken hoe hij denkt en doet. Wie zoiets niet kent, kan misschien gaan begrijpen wat het betekent, en wie zoiets zelf meemaakt of meemaakte, herkent dit gedrag maar al te goed – zoals al op Facebook werd bevestigd.”
Wat trekt Zigi aan in een egocentrische man zoals hij? Wat levert de relatie met hem haar op?
“Een relatie begint meestal mooi. Ook zo’n relatie. Een man als mijn hoofdpersoon kan aanvankelijk heel charmant en aantrekkelijk lijken, en de situatie kan veranderen als er wordt samengewoond. In eerste instantie kan iemand zoals Zigi zich afvragen wat er aan de hand is en waarom de ik-persoon soms lief kan zijn en soms vreselijk. In dat geval is het voor zo’n partner ook niet altijd makkelijk om een eind aan de relatie te maken. Het kan zijn dat er een financieel probleem is, of dat de partner denkt dat er nog iets goed kan komen, want hij kan toch ook lief zijn, of dat er angst is, of dat er kinderen in het spel zijn.”
De roman is kort. Waarom koos je daarvoor? Wat wil je op de lezer overbrengen?
“Ja, ik koos voor deze lengte. Andere romans van mij, zoals Feest van het begin of Hier of Mijn leven als mens, zijn dikker omdat het verhaal dat vraagt. Voor Ik dacht dat jij vind ik deze lengte passend. Overigens ben ik geen auteur van dikke pillen. Als ik iets pregnant kan opschrijven in twee zinnen, heb ik dat liever dan er een hele pagina voor te gebruiken.
Ik schreef dit zo omdat een roman – of novelle – een vorm is waarbij je dicht op de huid van beschreven personages, en eronder, kunt kruipen. Waardoor je dieper kunt gaan dan met een artikel over een verschijnsel. Bovendien staat er doorgaans meer dan er staat: je kunt het boek ook breder opvatten, dan evoceert het iets over miscommunicatie, toxische dominantie en hiërarchisch denken waar we op andere terreinen eveneens mee te maken hebben. Ook overstijgt deze vorm het te simpele dader-slachtofferdenken omdat je, ook in het geval van dit personage dat manipuleert en macht uitoefent, de onmacht eronder kunt aanvoelen.”
Ik dacht dat jij: kun je misschien iets zeggen over de titel?
“Eerst wilde ik een titel met het woord ‘omber’, een kleur verf, maar heel wat mensen bleken dat woord niet te kennen. In deze titel zit frictie, en die leek me hier gepast.”
Sinds 1978 al werk je gestaag door aan een omvangrijk oeuvre. Ik tel meer dan 70 titels. Waar komt die immense werklust vandaan? Wat drijft je?
“Als meisje wist ik al dat ik ‘scheppingsdrang’ had. Destijds moest je enig zelfbewustzijn hebben om niet mee te gaan in alle ideeën en vooroordelen die er nog volop over meisjes en vrouwen heersten en nu minder sterk zijn, al zijn ze nog niet verdwenen. Zo bezig zijn geeft me veel, het is mooi om je ergens helemaal op te kunnen concentreren. En de ideeën blijven komen. Én ik kan er nog van leven ook. Ik heb veel vrijheid, al moet je het ook aandurven om als zzp’er te leven en te gaan doen wat je denkt dat je moet doen.”
Je werk is vele malen bekroond, 24 keer om precies te zijn. Is er nog wat te wensen voor je overgebleven?
“Dat ik nog een hele tijd kan doorgaan en gezond en energiek mag blijven, in de wereld kan blijven staan, vrienden kan blijven zien en van veel moois mag genieten. Een mens mag van alles wensen, ook als het anders zou lopen.”
Je schrijft voor kinderen en volwassenen. Versterkt het een het ander? En bij wie voel je je het meest thuis?
“Het is mooi om zowel voor kinderen als voor volwassenen te schrijven – en te tekenen en op te treden. Daardoor ontmoet ik echt alle leeftijden, van peuters en kleuters tot en met gepensioneerden. Het verschil is wel dat de volwassenen die bijvoorbeeld naar een avond komen waarop ik mijn poëzie breng, al van poëzie houden, terwijl kinderen dat nog niet hebben, zodat ik hen nog basaal kan enthousiasmeren. Ik voel me bij al die leeftijden thuis en zit gelukkig niet opgesloten in mijn eigen leeftijd.”
Win met Zin
Wij mogen 3 boeken weggeven van Joke van Leeuwen. Kans maken? Deel je gegevens in onderstaand winformulier en wie weet. Meedoen kan t/m 2 augustus.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Over het boek
In Ik dacht dat jij geeft Joke van Leeuwen een eigen stem aan een man die met machteloze macht probeert zijn vrouw lief te hebben. Hij lijkt zichzelf ervan te willen overtuigen dat hij met reden woedend en jaloers kan worden, en dat terwijl hij haar regelmatig toevertrouwt zoveel van haar te houden. En ze kunnen toch samen lachen? Nou dan.
Zo mooi als de liefde begon, zo beklemmend wordt de manipulatie in deze pageturner, die vol vaart op een onontkoombaar maar onverwacht einde afkoerst.
(Ik dacht dat jij, Querido, € 17,50)
Over de schrijver
Joke van Leeuwen (1952) schrijft proza en poëzie, is illustrator en performer. Haar romans worden door een groot publiek gelezen en hoog gewaardeerd. Alles nieuw stond op de shortlist van de AKO Literatuurprijs, De onervarenen op die van de Libris Literatuur Prijs en Feest van het begin werd bekroond met de AKO Literatuurprijs. Voor haar veelzijdige oeuvre ontving zij de Gouden Ganzenveer en de Constantijn Huygens-prijs.
De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief