Gasthoofdredacteur Isa Hoes
‘Ik wil leven, leven, leven!’
Ze is aan het oogsten. Speelt weer de sterren van de hemel en is tevreden over haar moederschap. Actrice Isa Hoes (1967) sloot een nare ziekteperiode af door deel te nemen aan een intensief fitness programma. Dat gaf haar een geweldig lijf, maar vooral heel veel energie. Ze is er weer.
Er wordt alweer geschilderd in het nieuwe huis van Isa Hoes. Degenen die haar laatste boek Over leven hebben gelezen weten dat de verbouwing van dit huis lang duurde en dat Isa en haar dochter Vlinder mede daardoor een tijd thuisloos waren. Twee jaar lang zwierven ze van huurappartement naar hotel, precies in de periode waarin corona huishield én Isa werd behandeld voor borstkanker. “Het houdt niet op,” verzucht Isa. “Kom, laten we naar een tentje om de hoek gaan. Dat praat wel zo rustig.” Even later zitten we achter een matcha latte (zij) en een gemberthee met citroen (ik). Het is betrekkelijk vroeg en nog rustig in hartje Amsterdam.
Je hebt je borstkanker achteraf gezien een wake-upcall genoemd.
“Ik besefte na de diagnose meteen dat er dingen moesten veranderen in mijn leven. Onbewust had ik een hele tijd stilgestaan. Ik was gewoon niet zo happy. En toen kreeg ik borstkanker en ging ik misschien dood! Hoogste tijd dus om me af te vragen wat ik echt van het leven wilde.”
Het antwoord op die vraag bleek onder meer te zijn: meer acteren. “En dat ben ik nu volop aan het doen. Het is heerlijk. Ik heb All Stars gedaan, dat nu wordt uitgezonden. Ik heb meegedaan aan een Netflix-film die volgend jaar uitkomt, leuk met jonge makers; ik ga waarschijnlijk weer het theater in. Daarnaast heb ik de podcast, Marc-Marie en Isa vinden iets, die ik elke week met Marc-Marie Huij- bregts doe. Ik schaam me soms haast dat ik ervoor word betaald, zo gezellig en makkelijk is het. En zo doe ik genoeg. Ik wil mezelf niet meer zo versnipperen.”
Ze heeft mazzel gehad dat het met haar ziekte zo goed is afgelopen, weet ze. “Een vriendin zei dat ik de fijnste vorm van borstkanker heb gehad, hoe raar dat ook klinkt. Maar ik kijk na Antonies dood zat ik bij mijn psychiater en zei ik dat ik het ingewikkeld vond om ergens iets van te vinden, want: ‘wat heb ik nou mee- gemaakt?’ De man lachte me in mijn gezicht uit. ‘Ik heb in mijn carrière nog nooit iemand uitgelachen, maar hoor je wel wat je zegt? Jij hebt niks meegemaakt?’ Ik denk inderdaad al snel dat andere mensen het zwaarder hebben dan ik. En misschien is dat deels ook wel zo, omdat ik zo positief ben ingesteld. Dat scheelt toch. Ik kan genieten van superkleine dingen, zelfs als het allemaal tegenzit. Het lijkt wel alsof ik een soort dementie heb voor wat betreft het ellendige: ik vergeet het gewoon. Zelfs in de dagen meteen na Antonies dood zag ik in al mijn verdriet óók dat de zon heel mooi opkwam. Ik ben gewoon een blij ei.”
Je bent vast niet vergeten dat je je kinderen moest vertellen dat je ziek was.
“Dat vond ik het allerergste.”
Als ik je boek lees, denk ik: ze zijn er heel goed mee omgegaan. Een compliment voor jou als moeder.
“Ik vond het moeilijk dat ik ze die angst om mij moest aandoen. Ze hadden al hun vader verloren en nu dit. Maar ik ben toch altijd open geweest tegen hen over wat er speelde. Ik vertel het ook als het mis is, heb ik beloofd. De band tussen ons is zo sterk… Ik zou het eigenlijk nog eens met hen moeten bespre- ken: hoe is het voor jullie geweest? Ik ben natuurlijk iemand die maar doorgaat. Het is voorbij, en door. Dat wil niet zeggen dat het voor hen ook zo is. Maar het lijkt nu heel goed met hen te gaan. Vlinder is 18 geworden, ze heeft haar eindexamen gedaan en haar rijbewijs gehaald.
We gaan echt een nieuwe fase in. Een paar maanden geleden zaten we samen op de bank. Ik bladerde in mijn agenda. ‘Volgende week ben ik twee weken in Marokko voor die Netflix-film,’ zei ik tegen Vlinder. ‘Daarna ben ik een paar dagen thuis en dan ga ik een week naar Italië met een vriendin. Dus dan zien we elkaar een tijd nauwelijks.’ Ik hoopte natuurlijk dat ze zou zeggen: o wat jammer, ik zal je missen, wat heerlijk dat je tussendoor nog een paar dagen thuis bent! Maar er kwam geen enkele reactie. Dat was wel een momentje: het besef dat het haar niet boeide of ik er was of niet. Zo is het natuurlijk niet helemaal: toen ik thuiskwam, zei ze dat ze me had gemist, maar mijn aan wezigheid is duidelijk niet meer van levensbelang voor haar. Dat is alleen maar goed. Het geeft mij ook meer vrijheid.”
Je bent niet alleen
Merlijn leerde ze het afgelopen jaar ook op een andere manier kennen: ze maakten samen Je bent niet alleen, een boek over rouw, en gingen daarmee het theater in. “Vooral die lezingen waren bijzonder.
Ik zat naast mijn zoon op het podium en dacht: wow, wat doe je dat goed. Het waren heel intense, emotionele avonden. De zalen zaten vol met mensen die iets ver schrikkelijks hadden meegemaakt. Men leek vooral nieuwsgierig naar Merlijns verhaal. Het was heftig voor hem. Ik ben een ervaren kracht, ik doe dit soort lezingen al tien jaar, maar dit was zo zwaar, dat we besloten om ermee te stoppen. Verstandig, bleek bij de allerlaatste lezing. De zaal zat vol met 400 advocaten. Een van hen stond op en richtte het woord tot mij. ‘Ik heb altijd gedacht: waar om moet dit soort boeken zo nodig geschre ven worden?’ zei ze. ‘Inmiddels begrijp ik het wel. Mijn vraag is: heb jij je nooit schuldig gevoeld?’ Ik voelde de zaal verstijven.
TEKST: LIDDIE AUSTIN | BEELD: MARK UYL | STYLING: PATTY ZOMER | MET DANK AAN: DEHOORNEBOEG.NL
Verder lezen?
Lees het vervolg van het interview met gasthoofdredacteur Isa Hoes in Zin 12. Nu in de winkel. Of bestel ‘em hier online.
De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief