BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Dichter Ingmar Heytze

Dichter Ingmar Heytze

‘Poëzie moet iets zijn om je mee te omringen’

Enige beperking leek hem gezond. Daarom staat niet álles wat hij ooit dichtte (meer dan duizend gedichten) in zijn net verschenen kloeke verzameling Voor jou altijd allesIngmar Heytze (1970) is een bekende hedendaagse dichter. Dat lukt maar weinig van zijn collega’s. Is dat gekomen door zijn grote mond in de jaren 80? Of gewoon, omdat zijn poëzie toegankelijk is?

Je verzameld werk is daar: Voor jou altijd alles. Vanwaar deze titel?

“Oorspronkelijk zou de bundel De hele Heytze gaan heten, maar dat ging zelfs mij iets te ver: er is ook al een Veertig van Heytze en Honderd van Heytze, het houdt toch een keer op. Ik wist alleen niks beters. Titels voor boeken verzinnen vind ik een crime – ik heb er altijd hulp bij nodig. In dit geval was het iets dat Lieke Timmermans, die destijds de pr deed voor mijn toenmalige uitgever, Uitgeverij Kwadraat, nog wel eens zei tegen de auteurs in hun fonds. Ik had er jaren niet aan gedacht, totdat het me opeens te binnen schoot terwijl ik de kinderen hondsvroeg naar een schoolexcursie in het bos bracht. Bij Uitgeverij Podium zeiden ze dat ik nogal opgewonden klonk op het voicemailbericht dat ik vervolgens insprak.”

Jouw tien ‘belangrijkste bundels’ zijn erin verzameld. Waarom de verzameling niet compleet gemaakt?

“Het gaat in Voor jou altijd alles vooral om mijn tien ‘autonome’ bundels en het toneelstuk De wanen, met een selectie verspreide gedichten voor de meest opmerkelijke dingen daaromheen. Enige beperking leek me gezond, daar komt het op neer. Daarbij staan mijn paar honderd Utrechtse gedichten, als belangrijkste zijlijn, bij elkaar in mijn andere verzameld werk: Utrecht voor beginners en gevorderden.”

Hoe ontdekte je ooit de dichter in jou? Welke dichters las je?

“Ik begon midden jaren 70 niet met lezen, maar met luisteren. Mijn ouders hadden behalve veel jazz en een beetje pop vooral heel veel cabaretplaten. Omdat ik steeds dezelfde liedjes en sketches wilde horen, rustten zij me rond mijn 4de jaar uit met een veel te grote koptelefoon aan een krulsnoer, waarmee ik naar die anderhalve meter vinyl kon luisteren. Op die manier kreeg ik de mooiste liedjes van de beste tekstdichters en zangers met de paplepel ingegoten. Zonder een schijn van volledigheid: Annie M.G. Schmidt, Rob Chrispijn, Jan Boerstoel, Lennaert Nijgh, Willem Wilmink, Hans Dorrestijn, Ivo de Wijs, Eli Asser, Drs. P., et cetera. Toen ik eenmaal serieus begon met dichten, begon ik pas goed met lezen. Vanaf mijn 15de heb ik gewoon en zonder enig systeem alles gelezen wat ik te pakken kon krijgen. Favorieten noemen is bijna niet te doen. Wim Brands, Jan Emmens, Frank Koenegracht, J.C. Van Schagen, Alain Teister… En ga zo maar door.”

Wat betekent poëzie voor jou? En wat kan het betekenen in het leven van een lezer, denk je?

“Voor mij is het alles. Ik leef met, tussen en in poëzie. De lezer is wat mij betreft van harte uitgenodigd om hetzelfde te doen.”

Je bent als dichter een bekende naam. Dat lukt maar weinig dichters. Hoe is het jou wel gelukt? En is het wat je voor ogen had toen je begon?

“Op mijn 15de had ik niet zoveel voor ogen. Ik wilde gewoon dichten en optreden, laten lezen en horen wat ik maakte. Dat past ook bij de jaren 80, waarin ik begon. We deden het gewoon zelf: boekjes maken en verkopen, optreden op plekken waar ze niet per se op dichters zaten te wachten. Ik vrees dat het gewoon een kwestie van doordrammen was, zeker in het begin vanuit een misplaatst zelfvertrouwen. Tegen de tijd dat het écht wat werd, zo rond mijn 30ste, begon ik pas te denken: waar sloeg dat eigenlijk op, die grote bek? Zo goed was ik vroeger nou ook weer niet. Nou ja, deels was dat dus het pantser dat je als dichter/performer gewoon wel nodig had toen ik begon.

Daarbij moet je ook een zeker zelfvertrouwen hebben om een podium op te stappen. Als je er zelf niet in gelooft, wordt het wel erg moeilijk om een publiek te boeien. Wat dat betreft wordt optreden steeds makkelijker: meer mensen weten wat ze van me kunnen verwachten. Daarbij heb ik nu wel zoveel ervaring dat ik ook een publiek dat helemaal niet voor mij komt, nog wel om kan krijgen. Ik ben nog steeds dol op poëzie brengen waar je het niet meteen verwacht, ook op radio en tv. Het succes dat de meeste dichters – en ik ook – graag willen, literaire erkenning, is grotendeels uitgebleven. Maar ik ben er inmiddels van overtuigd dat iedereen het succes krijgt dat hij verdient – en ik heb echt ontzettend geboft met het mijne.”

Joost Zwagerman noemde jou ooit in je eentje ‘The Beatles van de Nederlandse poëzie’. Begrijp je waarom hij juist die vergelijking maakt? Herken je jezelf hierin?

“Ik hoop – we kunnen het hem niet meer vragen – dat hij doelde op de relatieve toegankelijkheid van mijn werk, terwijl die toegankelijkheid de kwaliteit ervan niet in de weg zit. In elk geval ben ik er nog steeds blij mee dat hij het zei.”

(Fragmenten van) jouw gedichten sieren ook gebouwen, of worden bijvoorbeeld gedrukt op een Boomerangkaart (2021). Wat kan poëzie in andere verschijningsvormen dan in een bundel doen, denk je?

“Zulke manieren om gedichten de wereld in te sturen maakt van poëzie dat wat het moet zijn: iets om je mee te omringen, een gebruiksvoorwerp voor iedereen, in plaats van een hooggeprezen kunstvorm die de meeste mensen links laten liggen omdat ze denken dat ze er wel te stom voor zullen zijn.”

Welke periode in jouw dichtersbestaan is jou het meest lief? Wanneer kon je je het meest met je werk vereenzelvigen?

“De periode dat ik in elk opzicht ongebonden was, vrij van al te zwaarwegende verantwoordelijkheden. Meestal alleen, en af en toe niet al te serieus met iemand samen. Tegelijkertijd zou het wel erg zielig zijn als ik nu nog zo wilde leven. Als ‘brave’ huisvader en echtgenoot ben ik door de bank heen een stuk gelukkiger.”

Ooit wel eens spijt gehad van een uitgave of gedicht? Of dat je later dacht: zo zou ik het nu niet meer doen?

“Welgeteld één keer. Toen ik op de dag van de tramaanslag in Utrecht diezelfde avond een gedicht voorlas op de radio. Ik was veel te veel van slag, ook omdat mijn kinderen, zoals de meeste kinderen in Utrecht die dag, tot laat in de middag in de school hadden moeten wachten tot de politie die man had aangehouden. Die emoties maakten er een slordig gedicht van, waar nét de laatste scherpe blik op ontbrak. Ik liep er letterlijk nog in te strepen en krassen terwijl ze me de studio induwden. Maar op meer dan duizend gedichten in totaal vind ik dat geen slechte score. Voor de rest van mijn werk geldt dat ik altijd het beste heb gemaakt dat ik op een zeker moment maken kon. Het heeft geen enkele zin om op je 53ste je 27-jarige zelf te zitten redigeren, want die 27-jarige schreef over dingen waar je op je 53ste niet eens meer aan denkt – of in elk geval totaal anders over denkt.”

Is er iets wat je nog hoopt te bereiken als dichter? En als mens?

“Als iemand dat vraagt moet ik meteen aan dat citaat van Woody Allen: ‘Ik wil niet onsterfelijk worden door mijn werk; ik wil onsterfelijk worden door niet dood te gaan.’ Ik ben niet zo bucketlist-achtig ingesteld. Het lijkt me nog steeds leuk om een keer Dichter des Vaderlands te worden, maar ik weet van collega’s dat dat ook best een hondenbaan kan zijn. Voor nu wil ik vooral verder met mijn nieuwe dichtbundel voor eind volgend jaar, een nieuw toneelstuk als opvolger van De wanen en het tweede album van mijn band Asfaltfeeën. Aan de slag!”

Over het boek

Van Ingmar Heytze verscheen in 2016 Voor de liefste onbekende, een funky bijbeltje met zijn verzamelde gedichten tot dan toe: ‘Geen papieren grafzerk, maar een ademend, voorlopig verzameld werk voor eenieder die nader wil kennismaken met de ‘ongekroonde Dichter des Vaderlands’, of Heytze hélemaal wil hebben.’ Zeven jaar en enkele herdrukken verder wordt het hoog tijd voor een update. In Voor jou altijd alles staan voor het eerst Heytzes tien belangrijkste bundels bij elkaar, van De allesvrezer uit 1997 tot en met Met wat geluk uit 2022, aangevuld met een uitgebreide editie van de verspreide gedichten (Het uitzoeken van een lezer) en de integrale tekst van De wanen, de bejubelde monoloog voor Bellevue Lunchtheater. Voor jou altijd alles is een nieuwe mijlpaal in het oeuvre van een van Nederlands meest geliefde dichters.

(Voor jou altijd alles, Podium, € 29,99)

Over de schrijver

Ingmar Heytze (1970) is dichter. Maar weinig Nederlandse poëzieliefhebbers zullen nog nooit iets van hem hebben gelezen. Van zijn bundels zijn tienduizenden exemplaren verkocht, zijn gedichten sieren vele gevels in Nederland en zijn gelegenheidsgedichten staan menigeen in het geheugen gegrift. Bijna al zijn gedichten zijn nu verzameld in Voor jou altijd alles. Daarnaast maakt Heytze deel uit van de band Asfaltfeeën. Die ontstond in 2009 uit de samenwerking tussen hem, multi-instrumentalist Cor van Ingen en collega-dichter Ellen Deckwitz.

Zin in?

Wij mogen drie dichtbundels verloten onder onze nieuwsbrieflezers. Kans maken? Deel je gegevens in onderstaand winformulier en wie weet. Meedoen kan t/m 15 november.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."