Eeuwige zorgvelden
Een nieuwe column van Zuster Ronda
Behalve echtgenote en moeder is Zuster Ronda (1963) gediplomeerd wijkverpleegkundige. In Zin Magazine gidst ze ons langs bekende zorgthema’s: van werkdruk en te weinig personeel tot klotsende bedpannen. Maar ook en vooral de liefde voor het vak. Dagelijkse beslommeringen, huwelijksperikelen, zorg en zelftwijfel: bij Zuster Ronda komt alles voorbij. ‘Hij droomt: A‘ lszijgeen Wim had gehad en ik geen Tini…’
Mijn geheugen is enorm vooruitgegaan,” zegt meneer H. vorig jaar tegen mij. Het is de week voor kerst en we zitten tegenover elkaar aan tafel. “Ja, weet je wat het is? Er is eigenlijk niemand meer van mijn leeftijd die mij kan controleren. Die zijn inmiddels allemaal dood. Dus mijn geheugen gaat niet achteruit.” Twee pretogen kijken me aan. Hij gaat verder: “De laatste was Tineke en zij is van de week overleden.” Hij laat de overlijdens kaart zien. Onder de tekst staan acht namen, achter zes staat een kruisje.
“Tineke kende ik vanaf 1951. Ze was eind november jarig, dus toen belde ik haar. Ze zei nog: ‘In december bel ik jou, dan zijn we weer even oud: 94.’ Maar het mocht niet meer zo zijn. Tineke en ik vonden elkaar altijd erg leuk, zonder dat we dat uitspraken. Zoiets voel je aan van elkaar. Maar ik ging al met Tini, en zij met Wim.” Het zijn namen uit de vorige eeuw. Inmiddels is er een kolossale ontwimming aan de gang. En Tini en Tineke hoor je eigenlijk ook niet veel meer bij mensen onder de 55.
“Tineke en ik hielden niet van toestanden,” zegt meneer H., “dus we hebben nooit iets uitgesproken. Maar ik weet toch zeker, als zij geen Wim had gehad en ik geen Tini… Nou, dan vast en zeker…” Meneer H. staart dromerig in de verte.
Even later zegt hij: “Ik kan niet naar de condo leance, want niemand kan mij brengen. Iedereen is druk, ze hebben geen tijd: ‘Ja pa, we doen al genoeg. En volgende week gaan we naar het Frans Hals Museum.’ Frans Hals. Ja hoor, die ken ik nog van vroeger. Zo oud ben ik. Ik ga een kaart schrijven voor Tineke, maar ik twijfel of ik ‘lief’ of ‘dierbaar’ moet
gebruiken. Tja, misschien denkt de familie er wel iets van als ik ‘lief’ gebruik. ‘Dierbaar’ is veiliger, denk je ook niet?”
Ik hoef geen antwoord te geven, meneer H. praat gewoon door. “Het liefst ga ik naar bed en word ik niet meer wakker. Dat zou meer dan ideaal zijn. Mit Fried und Freud ich fahr dahin. Wist je dat Bach wel 200 cantaten schreef? Ik zie op tegen pijn, ongemak en beperkingen. Het verliezen van mijn verstand en valpartijen. Je wordt er niet beter op, met 94 jaar. Sinds vorige week mis ik een tand. De tandarts zei het niet, maar ik hoorde hem denken: dit is niet meerde moeite, dor hout. Hoe kijk jij tegen de dood aan, Rondaatje? Nee, zeg maar niets. Ik weet zeker dat jij en je collega’s na jullie dood in de eeuwige zorg
velden terechtkomen.”
En nu zijn we een jaar verder. Afgelopen week fietste ik langs het huis van meneer H. Zijn wens is vervuld, hij is rustig ingeslapen. De planten voor de ramen zijn weg. Er hangt een verkoopbord aan het raam. Mijn collega vond hem, op de ochtend na zijn overlijden. Toch altijd een schrik als je iemand vindt. Gelukkig vangen we elkaar op. Knuffel collega? Heel graag!
Mit Fried und Freud fahren wir. Het was mooi om een tijdje naast meneer H. te mogen staan en met hem mee te bewegen. ■
Meer zuster Ronda missen?
Nooit meer de verhalen van zuster Ronda missen? Bekijk via deze link onze voordelige abonnementen.
Columns teruglezen? Zin.nl/tag/zusterronda
■ Reageren? Redactie@zin.nl
Columns teruglezen? Zin.nl/zusterronda
De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief