Ze houdt zelf van boeken met sterke personages die je nog lang bijblijven. Als iemand dat bij haar roman zou hebben, is debutant Maria Kager (1978) erg gelukkig. Voor De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf putte ze uit haar eigen jeugd: naast de Koepelgevangenis in Haarlem.
Je roman De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf staat op het punt van verschijnen. Hoe is het verhaal voor deze roman tot je gekomen?
“Mijn roman is deels autobiografisch: net als Frida in het boek ben ik opgegroeid naast de Koepelgevangenis in Haarlem. Omdat ik altijd een grote lezer ben geweest had ik al vroeg het gevoel dat deze setting heel geschikt zou zijn voor een roman. Een gevangenis spreekt tot de verbeelding, er gebeuren dingen waar de buitenwereld nauwelijks weet van heeft, en het opsluiten van mensen is eigenlijk een afschuwelijk gegeven – afschuwelijke dingen zijn altijd goed voor verhalen.”
Deed je veel research over het gevangeniswezen of liet je vooral ook je fantasie spreken?
“Allebei. Omdat ik naast de Koepel opgroeide en mijn vader, net als de vader van Frida, gevangenisdirecteur was, kon ik veel uit mijn jeugd putten – voorvallen uit de gevangenis waarover mijn vader vertelde, anekdotes over het justitiewezen, gesprekken met collega’s bij justitie die ik opving. Daarnaast heb ik ook ontzettend veel verzonnen en stapels boeken over het gevangeniswezen gelezen. Die mix, van herinneren, verzinnen, en onderzoeken, maakte dit boek vreselijk leuk en uitdagend om te schrijven.”
Hoe heb je je weten te verplaatsen in Frida? En in haar vader?
“Frida is deels op mijzelf gebaseerd maar ook geïnspireerd door personages over wie ik altijd graag gelezen heb, zoals Alice in Alice in Wonderland, Scout uit To kill a mockingbird, Frankie Adams uit The member of the wedding – slimme, onderzoekende, wat dromerige meisjes die niet snel bang zijn en niet over zich heen laten lopen. De vader van Frida heb ik op dezelfde manier benaderd: die is gedeeltelijk op mijn eigen vader gebaseerd en is daarnaast een mengeling van fantasie en personages uit boeken die ik fascinerend vond – zoals bijvoorbeeld de duivel in Milton’s Paradise Lost, die in al zijn gruwelijkheid eigenlijk het meest aantrekkelijke personage uit het hele gedicht is. Veel aantrekkelijker dan God.”
Hoe kijkt Frida jaren later terug op haar jeugd? Heeft het haar beschadigd en/of juist iets gebracht?
“Het heeft haar gemaakt tot wie ze nu is. Ik denk dat ze zich realiseert dat je niet kunt kiezen hoe je opgroeit – waar, met welke ouders – maar dat je wel invloed hebt op hoe je daar later mee omgaat. In dat opzicht is het Gouden Boekje waar ze in het laatste hoofdstuk aan werkt symbolisch. Door over haar kindertijd te schrijven smeedt ze haar opvoeding, in ‘de smidse van haar ziel’, om tot iets nieuws. Een kunstwerk, iets dat glimt. Zo probeert ze controle over haar eigen verhaal te nemen.”
Wat zou je willen dat de lezer bijblijft na lezing van je roman?
“Dat vind ik moeilijk om te zeggen. Als een lezer na afloop blijft nadenken over de personages, over waarom ze zijn zoals ze zijn, waarom ze handelen zoals ze handelen, zou ik dat heel mooi vinden. Ik hou zelf van boeken met sterke personages die je nog lang bijblijven. Als iemand dat bij mijn boek zou hebben, ben ik erg gelukkig.”
Je bent schrijver en literatuurwetenschapper. Hoe zie jij jezelf vooral? En zijn die twee van invloed op elkaar tijdens je werk?
“Lang was ik vooral literatuurwetenschapper en schreef ik af en toe eens een half verhaal voor mijn plezier. Ik dacht dat ik dat meer zou willen doen maar deed het niet – geen tijd, te veel werk, te veel deadlines. Nu is dat aan het verschuiven en ben ik meer schrijver aan het worden en minder literatuurwetenschapper. De twee beïnvloeden elkaar zeker tijdens mijn werk, te veel soms: het is altijd weer een klus om de kritische wetenschapper in mijzelf tijdelijk de mond te snoeren zodat ik rustig kan schrijven. Dus zonder dat die wetenschapper over mijn schouder meekijkt en de hele tijd lelijke dingen in mijn oor fluistert: ‘Wat een lelijke zin! Dit is al duizend keer gezegd. Dit is volstrekt ongeloofwaardig. Dit is een cliché. Andere schrijvers doen dit veel beter. Deze metafoor is krom. Zo schrijf je ‘leidzaam’ niet, hoe kan je een boek schrijven als je niet eens kunt spellen.’ Et cetera.”
Je hebt al veel geschreven, onder meer voor De Groene en voor literaire tijdschriften, maar niet eerder een roman. Hoe is dat je bevallen? En was romanschrijven altijd al het plan?
“Ik wilde zeker altijd al een roman schrijven – de eerste aantekeningen voor dit boek maakte ik toen ik een jaar of 2 w0as dus het was al lang aanwezig in mijn hoofd. Aan de ene kant is een roman schrijver moeilijker dan een artikel. Een stuk voor De Groene of een ander blad heeft duidelijke kaders: zoveel woorden, dit is het onderwerp, graag dan en dan inleveren. Een roman heeft geen enkel kader, alles kan, alles mag. Maar daarin ligt ook een enorme vrijheid en die vrijheid vind ik heerlijk. Het is mijn boek, ik kan het precies zo schrijven als ik wil en het is pas af als ik zeg dat het af is.”
Je kreeg voor het schrijven van dit debuut een bijdrage van het Amarte Fonds, een particulier fonds voor talentontwikkeling in kunst en cultuur. Hoe kwam je hier terecht? En wat bracht het je?
“De beurs van het Amarte Fonds was geweldig, een blijk van vertrouwen die mij een enorme boost gaf. In dezelfde periode ontving ik ook een bijdrage van het Nederlands Letterenfonds en die twee beurzen samen maakten dat ik het laatste halfjaar dat ik aan mijn boek werkte bijna al mijn tijd aan schrijven kon besteden. Ik kon het me veroorloven een werkplek buitenshuis te huren en tijdelijk meer oppas voor de kinderen in te zetten,waardoor het schrijven in een enorme stroomversnelling kwam. Dat is mijn boek zeer ten goede gekomen. Mijn redacteur bij uitgeverij De Arbeiderspers vertelde me over de beide fondsen en raadde me aan een aanvraag in te dienen.”
Hoe kijk je terug op het schrijfproces van je debuut? En hoe spannend is het dat je boek nu voor het grote publiek beschikbaar komt?
“Het heeft lang geduurd voordat ik de juiste vorm voor mijn boek gevonden had maar toen ik eenmaal wist hoe ik het wilde doen, ging het schrijven steeds sneller en beter. Zozeer, dat ik het moeilijk vond toen het af was; ik kon een tijdlang mijn draai niet meer zo vinden, zonder boek. Dat het straks echt in de winkel ligt, is onwerkelijk. Gaan mensen het kopen, gaan ze het lezen? Vinden ze het mooi? Ik heb geen idee. Die onzekerheid is spannend, ja.”
Kunnen we nog meer romans van jouw hand verwachten in de toekomst?
“Ik hoop het wel! Toen ik eens vastliep met De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf ben ik aan twee andere boeken begonnen, die zou ik alle twee graag afmaken. Voor daarna heb ik ook al een paar ideeën dus voorlopig ben ik nog niet uitgeschreven.”
Over het boek
Frida’s excentrieke vader is niet geschikt voor de rol van vader en ook niet voor die van gevangenisdirecteur. Hij drinkt en rookt te veel, neemt zijn dochter mee uit stelen, geeft haar zelfverdedigingslessen met echte wapens en voelt meer affiniteit met de gedetineerden in de koepel dan met zijn collega’s bij Justitie. Als het evenwicht in huis wordt verstoord door een noodlottig ongeluk, begint de gevangenis een steeds grotere rol in het gezinsleven te spelen.
Jaren later vraagt Frida zich af in hoeverre de koepel haar leven heeft bepaald. Je kan het kind uit de gevangenis halen, maar hoe haal je de gevangenis uit het kind?
(De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf, De Arbeiderspers, € 23,99)
Over de schrijver
Maria Kager (1978) is schrijver en literatuurwetenschapper. Ze groeide op in Haarlem, promoveerde in de literatuurwetenschappen aan Rutgers University in de VS, en woont in Amsterdam. Haar werk verscheen in onder meer Tirade, De Gids, Hard//Hoofd, en De Groene Amsterdammer.
Foto: Roeltje van de Sande Bakhuizen
Zin in?
Wij mogen 3 exemplaren van De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf weggeven. Kans maken? Deel je gegevens in onderstaand winformulier en wie weet. Meedoen kan t/m 24 januari 2024
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Frits Klaassen zegt
Anekdote geplaatst over mijn bevindingen als schilder rond 1978 in de gevangenis.
Anita Bakker zegt
Ik ding graag mee naar dit veelbelovende boek.
Nel Bouman zegt
Hoe bijzonder, mijn moeder heet Maria Kager(-Smit) en ik heet dus ook Kager. De naam Kager komt niet heel veel voor. Het maakt me gelijk nieuwsgierig naar het boek. Het lijkt me sowieso een prachtig boek.
marjan kilkens zegt
Ik herken zoveel in dit interview, altijd met taal bezig zijn, al jaren een boek willen schrijven, er over dromen, te kritisch zijn en er maar niet toe komen. En dan uiteindelijk toch…
Ik ben zo benieuwd naar dit boek, hoe het toch tot stand komt door alle obstakels heen en naar het verhaal dat het uiteindelijk heeft gevormd.
Suus zegt
Ik ben heel benieuwd naar dit boek en waag er graag een kansje voor!
Suzan zegt
Ben benieuwd naar de roman! Ik ben geboren en getogen in Haarlem Oost. Mijn eerste eigen huisje lag schuin tegenover de koepel. Heb er met veel plezier 9 jaar gewoond. Tegenwoordig ga ik er naar de film: de koepelgevangenis heeft een aantal mooie bestemmingen gekregen. Het is een prachtig monument waar ik als Haarlemmer trots op ben.
Aggie van der Broeck zegt
Lijkt me een interessant en spannend boek. Ik loot graag mee.
Ger van der Klugt zegt
wil ik graag lezen, ik woon vlak bij de Koepel, en kom er nu nog graag.
Patrick Mertens zegt
Loot weer graag mee
Conny Harpe zegt
Heel graag doe ik mee met deze loting.
Sibilla zegt
Het lijkt mij een prachtig boek dus ik loot graag mee
Annemieke zegt
Ben heel nieuwsgierig naar deze eerste roman van Maria Kager en de inhoud van dit boek spreekt mij erg aan.
Jeannette Van der Hoeven zegt
Ook ik loot graag mee. Pfff indrukwekkend verhaal!
Lia zegt
Lijkt me een heel interessant boek, dus loot ik graag mee.
Lenneke Vork zegt
Als geboren en getogen Haarlemse maakt dit, nu al indrukwekkende artikel mij heel nieuwsgierig naar het boek. Ook doordat ik geïnteresseerd ben naar hoe de opvoeding en mijn ouders een bepalende factor voor mijn eigen leven is geweest.
Ik heb de Koepel altijd heel spannend gevonden, alleen al door er langs te fietsen voelde ik ‘iets’.
Ik wacht in gezonde spanning af.
Groetjes, Lenneke
Annemie Cornelis zegt
Loot heel graag mee voor dit prachtig boek
Olga zegt
Wat een indrukwekkend verhaal.