Cholesterol
Je kunt jezelf beter eten!
Ja, we moeten al veel. Maar wil je zo gezond mogelijk blijven – een no brainer – laat dan regelmatig het cholesterolgehalte in je bloed testen. Hoe en waarom lees je hier. En alvast het goede nieuws: aan een tehoog cholesterol kun je zelf iets doen. Vrij makkelijk, zelfs.
Meer vrouwen dan mannen overlijden aan hart- en vaatziekten. Het verschil is niet enorm groot, maar toch. Volgens cijfers van de Hartstichting stierven in 2022 bijna 20.000 vrouwen en iets meer dan 19.000 mannen aan hart- en vaatziekten. Dat betekent dat er elke dag gemiddeld 54 vrouwen sterven aan hart- en vaatziekten.
Aan uitgezaaide borstkanker sterven per dag negen vrouwen en op veel dagen van het jaar komt er één vrouw per dag om het leven in het verkeer, aldus cardioloog en gezondheidsweten- schapper dr. Janneke Wittekoek (1969). Zij is specialist op het gebied van vrouwen en hart- en vaatziekten, oprichter van HeartLife Klinieken en auteur van onder meer De hart/ hoofdconnectie en Het vrouwenhart. Cholesterol en een (te) hoge bloeddruk horen bij hart- en vaatziekten, dat is voor de meeste mensen geen nieuws. Wittekoek: “Ongeveer 80% van de vrouwen die ik onder behande- ling heb, heeft een te hoog cholesterol of wordt daartegen behandeld. Daarom is het belangrijk om te weten wat je cholesterol-niveau is. En al helemaal na de overgang.
Tot de overgang worden vrouwen meer beschermd voor risico op hart- en vaatziek- ten door hun hormoonhuishouding. Tijdens en na de overgang neemt het LDL-cholesterol bij vrouwen met gemiddeld 10-14% toe, waardoor het risico op hart- en vaatziekten toeneemt. Daarnaast vermindert na de overgang de elasticiteit van de vaatwanden, en dus ook de elasticiteit van de hartspier.”
Twee soorten cholesterol: LDL en HDL
Cholesterol. Een woord dat ‘riekt naar ellende’, aldus een artikel in Trouw. Het is een vetachtige substantie die in ons lichaam voorkomt in kleine bolletjes en die een belangrijke rol speelt bij de aanmaak van cellen, hormonen en gal. Er zijn twee soorten cholesterol: het slechte LDL (ezelsbruggetje: met de L van loser) en het goede HDL-cholesterol (met de H van hero).
LDL-cholesterol is slecht; in grotere hoeveelheden kan het zorgen voor slagaderverkalking. HDL-cho- lesterol is goed omdat het deels helpt het slechte LDL-cholesterol af te voeren – met de nadruk op het woord deels. Een hoog HDL is goed, maar het LDL-gehalte blijft leidend. Waarom dat LDL-cholesterol zo slecht is? Eenvoudig uitgelegd: de celwanden van onze (slag)aders lopen tijdens het leven beschadigingen op. Bij die plekken kunnen witte bloedcellen en cholesterol naar binnendringen – met een ontsteking tot gevolg. Bij zo’n ontsteking ontstaat plaque (een plaatselijke verdikking van de aderwand). Daardoor vernauwt de doorgang van de ader.
Scheurt die plaque of verdikking open, dan komt er bloed bij de inhoud en dat levert een bloedstolsel op. Slibt het vat op de getroffen plek helemaal dicht, dan kan dat verderop in het lichaam een hersen- of hartinfarct veroorzaken. Dat is ook het geval als een deel van het stolsel losschiet. Is het LDL dus te hoog en het HDL te laag, dan betekent dat een risico voor hart- en vaatziektes. Het advies in Nederland is dat het LDL-cholesterol niet hoger mag zijn dan 3. Voor mensen die al hart- en vaatziektes hebben gehad of die erfelijk belast zijn met een te hoog cholesterol, geldt een maximaal LDL-cholesterol van 1,8, aldus Wittekoek.
Pizza, patat en pasta
De meeste baby’s worden geboren met een LDL-gehalte tussen de 1,0-1,6. Tot 20-jarige leeftijd stijgt dat cijfer gemiddeld tot zo’n 2,6. Daarna gaat het vaak mis, vooral bij (jong) volwassenen die dol zijn op kant-en-klaar eten, pizza’s, witte pasta’s, patat, alcohol en suiker. Juist het eet- en leefpatroon vanaf de geboorte tot aan ongeveer het 40ste levens- jaar is van belang voor je cholesterolniveau, omdat het LDL-cholesterol oploopt tijdens je leven. Je kunt het vergelijken met een emmer die volloopt. Als die emmer met LDL overloopt, betekent dat dichtgeslibde bloedvaten, met een hartinfarct tot gevolg.
Een keer per jaar naar de huisarts
Wittekoek: “Je merkt nergens aan of je cholesterol misschien verhoogd is. Terwijl: het kan zoveel ellende veroorzaken in de bloed vaten en daardoor in het lichaam. Je kunt wel stellen dat een verhoogd cholesterol gehalte een sluipmoordenaar is. Daarom ben ik er voorstander van dat iedereen vanaf zijn 18de jaarlijks zijn cholesterol laat meten. Tenminste, als het niveau in orde is, anders moet het vaker. Naar schatting heeft een op de acht mensen een verborgen te hoog cho lesterol. Je kunt je cholesterol laten meten bij de huisarts en er zijn ook bloedtesten te koop bij de betere drogist. Al is het nadeel daar van dat je een totaalplaatje van je cholesterol krijgt, terwijl het belangrijk is te weten wat de LDL en HDLwaardes zijn.”
‘Wie veel met pakjes en zakjes kookt, krijgt veel cholesterolverhogers binnen‘
Houd je lever niet voor de gek
Het grootste deel van cholesterol dat wordt aangemaakt in het lichaam, krijgen we via onze lever. Die maakt zelf cholesterol aan. Meestal is dat precies genoeg voor wat je lichaam nodig heeft. Er zijn voedingsmiddelen, bijvoorbeeld eieren en garnalen, die relatief veel cholesterol bevatten. Werkt de lever goed, dan stopt de lever even met cholesterol aanmaken zodra ’ie herkent dat zulke voedingsmiddelen je systeem binnen komen. Maar het gaat mis als er snelle koolhydraten (suiker) en verkeerde vetten op het menu staan. Ook transvetten zijn niet goed, dat zijn onverzadigde vetten die door de industrie zijn gehard om levensmiddelen lang houdbaar te maken. Ze komen voor in vrijwel alle lang houdbare en kantenklaarproducten en in vleesvervangers, bijvoorbeeld.
Deze vetten worden door de lever niet herkend als ‘slecht’ en stimuleren de lever juist tot het maken van cholesterol. Vanuit de overheid is geregeld dat er per product niet meer dan 2% aan transvetten in een verpakking mag zitten. Maar wie naar hartenlust kookt met pakjes, zakjes en houdbare producten, krijgt behoorlijk wat transvetten – cholesterolverhogers dus – binnen. Iets wat niet algemeen herkend is. Daarnaast is de voedselindustrie er meester in om producten aan te prijzen als ‘gezond’ terwijl ze niet gezond zijn. Zo denken mensen gezond bezig te zijn door bruinbrood te eten. Terwijl: daar zitten minder dan 25% vezels in. Soms bestaat het zelfs helemaal uit witmeel met een kleurtje. Gelukkig is de term ‘volkoren’ beschermd door de Warenwet. Volkorenbrood is de betere keuze, het bevat de gunstigste voedingsstoffen en vezels. Dat heeft een gunstig effect op het cholesterolgehalte.
TEKST: CHRISTIEN JANSEN | M.B.V. JANSEN&JANSEN LEKKER & BELANGRIJK CHOLESTEROL
Verder lezen?
Lees het vervolg van het Cholesterol dossier in Zin 2. Nu in de winkel, of bestel ‘em hier online.
De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief