Meu Deus, wat kan het hier binnen koud zijn
Roadtrippen met Sandra, deel 18
Sandra Nieweg (1960) maakt al ruim dertig jaar tv-programma’s. Ze is moeder van Claudia (36) en na twee huwelijken en een lange relatie weer happy single. Ze verkocht haar huis in Muiderberg en reist samen met hond Bobby in camperbus Luce Europa door, op weg naar een nieuwe toekomst in Portugal. Aflevering 18: Klappertanden en een reparatie voor Luce.
Winter in de Algarve. Overdag lummelen op een zonnig terras, ’s avonds vest aan voor het rondje met Bobby. Zo had ik me dat voorgesteld. Helaas. Mea Deus, wat kan het hier koud zijn. Nee, niet buitenshuis, maar binnen. ’s Middags lig ik regelmatig gestrekt bij het zwembad van mijn tijdelijke huur appartement in Fuseta (OostAlgarve). Niks te klagen met temperaturen van gemiddeld 20 graden. Maar zodra de zon is verdwenen, wordt het klappertanden. Komt door de hoge luchtvochtigheid. De meeste huizen in Portugal ontberen goede isolatie en centrale verwarming. Er is één (open) haard in de woonkamer, that’s it. Of ze porren het fornuis op en gaan met de hele familie in de keuken bivakkeren. Maar één houtkachel of oven kan niet op tegen het vocht (ontstaan door winterse regenbuien in combinatie met relatief hoge temperaturen) dat zich nestelt in de rest van het huis. Dat geeft niet alleen lelijke schimmelplekken op muren en plafonds, ook kleding en – o gruwel – beddengoed wordt klam.
Probeer dan nog maar eens warme voeten te krijgen. Uiteten in de winter is niet voor de teer hartigen, tenminste als je de authentieke achterafrestaurants bezoekt. Iedereen zit met zijn jas aan aan de feijoada (stoofpot) want dat ene gaskacheltje richt niet veel uit. Wij verwende buitenlanders met onze vloerverwarming en op afstand bedienbare slimme thermostaat snappen er geen snars van: hoe doen die Portugezen dat? “Ach, het is hooguit drie maanden per jaar koud,” reageren die laconiek. “Extra trui aan en vroeg naar bed,” vertelt Manuela Correia, mijn Portugees/Nederlandse makelaar én vriendin in Foz do Arelho (Zilverkust). Zij was een tijdje geleden met haar ouders op familiebezoek in haar geboortestreek TrásosMontes, in het hoge noorden. De ijspegels stonden aan de binnenkant van de ramen en Manuela heeft een week lang ’s nachts rillend van de kou in bed gelegen, onder drie dekens. Er was wel een kachel maar dat op olie gestookte ding walmde en stonk zó erg, dat haar ouders in de kamer ernaast bijna werden vergast. Zij zijn maar eerder terug naar huis gereden.
Gelukkig gaat het langzaamaan de goede kant op met gerenoveerde en nieuwbouw huizen: dubbel glas, airco’s die niet alleen koelen maar óók verwarmen en ontvoch tigen, infrarode radiatoren. Mijn tijdelijke onderkomen in Fuseta heeft ook zo’n moderne airco. Een. In de woonkamer. Die staat standaard op 24 graden. Gelukkig is mijn huur allin. Bobby mag bij mij op bed slapen, bij het voeteneinde. Niet alleen gezellig, zo krijg en houd ik toch nog warme voeten.
Nu het steeds vaker regent, móet ik het lekkende dak van Luce eindelijk eens aan- pakken. Dat speelt me al sinds Porto parten. ’s Zomers had ik er geen last van dus kon ik struisvogelen. Maar nu kan ik er niet meer omheen. Om te voorkomen dat mijn huis-op- wielen straks onder mijn derrière wegroest, zet ik koers naar een reparateur. Ik had de Duitse eigenaar van het bedrijf vorige week foto’s en video’s gemaild van de lekkage, hopend op mededogen en een plan van aan- pak. Niet dus.
“Niets te zien,” snauwt I. vanaf zijn ladder, het dak van Luce inspecterend. “En welke prutser heeft die dakramen, zonnepanelen en luifel gemonteerd? Solch eine Scheisse!” (ja, dat zei hij echt) Ik hou niet van blaffende Duitsers. Die tijd hebben we gehad.
Om te zien wáár het nou precies lekt, moet volgens I. het houten plafond ín de bus eruit. Ik trek wit weg en stamel dat dan het hele interieur naar z’n grootje gaat. I. tiert nog even door over zelfbouwcampers en dat hij heus geen tijd heeft om andermans Scheissarbeit op te lossen terwijl ik alleen maar denk: morgen gaat het regenen, ik ga hier niet weg voordat de boel waterdicht is.
I. gaat schouderophalend een andere klant helpen en ik besluit, balancerend op de ladder, zelf het dak te inspecteren. Helaas, ik zie ook niets. Ik ga uit het dakraam hangen om een en ander vanuit een andere hoek te bekijken. Zie ik daar nou een piepklein scheurtje in de kit bij de aanhechting van de luifel? I. meent het even later ook te zien. “Laten we het hele handeltje volspuiten met siliconen,” opper ik. Onder protest volgt I. mijn Grote-stappen-snel-thuis-suggestie op. De volgende morgen, na een nacht met flink wat regen, check ik vol verwachting of er ergens druppels hangen en of mijn bed (weer) nat is. NEE!! Alles droog. Ik kan wel janken van geluk. Luce is klaar voor een nieuwe ronde, de huizenjacht is weer geopend.
Volg Sandra en Bobby ook op Instagram: Bobby.goesplaces
Dit is deel 18 van Sandra’s avontuurlijke column Roadtrippen. Volg haar met ons? Haar introductieverhaal en columns verzamelen we op de pagina Zin.nl/tag/roadtrippen/
Mis niets van Sandra’s reizend solobestaan
Geen aflevering meer missen van de avonturen van Sandra en haar hondje Bobby. Bekijk hier aantrekkelijk abonnementsaanbiedingen.
De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief