Schrijver Sanneke van Hassel
‘Hoewel ik het niet van plan was, sloop de coronacrisis mijn verhalen in’
Ook een beetje tegen de vergetelheid. Schrijver Sanneke van Hassel (1971), pleitbezorger van het korte verhaal, zet in haar nieuwste bundel Milde klachten de coronacrisis centraal. De angst van toen. De eenzaamheid. Het absurdistische soms ook. Die ingrijpende periode voor ons allemaal. Opdat we niet vergeten en onze eigen herinneringen naar bovenhalen.
Milde klachten is je achtste verhalenbundel, als ik goed geteld heb. Niet voor niets: je bent pleitbezorger van het korte verhaal. Waarom? Wat maakt dit genre zo bijzonder?
“Een heel mooie uitspraak over het korte verhaal is van Grace Paley: ‘She chose to write only short stories in her life because art is too long and life is too short.’ Zo ervaar ik het ook. Ik houd ervan om verschillende dingen naast elkaar te doen en uit wat ik onderweg tegenkom te putten voor de verhalen die ik schrijf. Ook de vorm bevalt me. In een kort verhaal kun je in een paar bladzijdes een hele wereld oproepen. Je moet snel to the point komen en voelbaar maken wat er op het spel staat. Elk woord doet ertoe, daar houd ik van, net als in poëzie.
Tijdens het schrijven zet ik de tijd stil en bekijk ik een personage heel intensief. In een bundel kun je totaal verschillende verhalen kwijt, soms ook in een andere stijl of toon geschreven. In korte verhalen kun je ook dichtbij je eerste idee blijven, je hoeft geen zaken met elkaar te verbinden, je kunt die ene situatie uitdiepen. Je moet inventief zijn als korte verhalenschrijver: in die paar bladzijdes moet het gebeuren. Ik houd van suggestie in de kunst: wat kan een lezer – of toeschouwer – zelf bedenken op basis van de informatie die je geeft? Ook als ik werk van anderen lees vind ik het snel niet verrassend meer of te uitleggerig. De korte vorm is lekker economisch, veel oproepen met juist gekozen details en zinnen, dat is voor mij de uitdaging.”
De verhalen in Milde klachten spelen zich af tijdens de corona-lockdown. Heb je de verhalen ook voornamelijk in die periode geschreven? En zo ja, ontstonden die uit de tijd en ruimte die we kregen in deze periode of vanwege de bijzondere situatie waarin ons land (en de wereld) verkeerde?
“Deze bundel is bijna vanzelf tot stand gekomen. Schrijven begint voor mij bij om me heen kijken. Tijdens de coronacrisis kreeg ik soms het verzoek om een verhaal te schrijven. Hoewel ik het niet van plan was, slopen de coronacrisis en situaties waarin ik of mensen om mij heen daardoor terechtkwamen in mijn verhalen. Er was veel angst, mijn moeder had vrienden die ze ineens helemaal niet meer zag. Ik zag studenten in mijn buurt overdag huisfeestjes geven of juist vereenzamen. Ik hoorde over een advocaat die een vakantiehuis huurde om te werken terwijl zijn vrouw thuiszat met drie kinderen die thuisonderwijs moesten volgen. Maar ik had ook bijvoorbeeld een moeilijke discussie met een van mijn beste vrienden die zich niet wilde laten vaccineren. We hebben zoveel bijzonders meegemaakt, het is bijna te logisch om dat te willen bewaren in verhalen.
Toen ik een aantal verhalen had waarin corona een rol bleek te spelen, kreeg ik het plan om er een bundel van te maken. Ik dacht ook aan mijn grootouders die nooit iets hadden verteld over de Tweede Wereldoorlog en hoe jammer ik dat nu vind. Sowieso krijg ik nu ik ouder word meer behoefte om verhalen door te geven en te bewaren. Wat betreft corona was ik verbaasd hoeveel dingen ik alweer vergeten was: wanneer moesten we mondkapjes op, reden we naar de teststraat, hoeveel feiten ik moest opzoeken. Ik ben oude krantenartikelen gaan herlezen, documentaires gaan kijken en ik weet niet hoe vaak naar de Wikipedia Coronacrisis in Nederland gegaan om te checken hoe het ook alweer zat. De bundel is ook een beetje tegen de vergetelheid.”
Inmiddels lijkt de wereld die situatie van corona en lockdown al lang en breed vergeten te zijn. Wat is jou het meest bijgebleven? En waarom denk je dat het goed is daar nu nog een verhalenbundel aan te wijden?
“Het eerste verhaal speelt zich af in maart 2020, toen de wereld op slot ging, het laatste in 2022, toen de coronacrisis bedwongen was – maar niet voor iedereen. Voor iedereen is dit een ingrijpende periode geweest. Of omdat je leven stilstond, je niets kon, soms bijna als een gevangene aan restricties gebonden was. Of omdat je eindelijk rust had in een jachtig bestaan en voelde hoe fijn je dat vond. Of omdat je mensen verloor, je baan verloor of zelf heel ziek was. Alle hoofdpersonen zijn vrouwen, ik laat ook zien hoe die veel extra werk op hun schouders kregen tijdens de coronacrisis.
Ik besteed aan verschillende groepen aandacht, aan een studente die eigenlijk geen kant op kan, aan een schoonmaakster die misschien geen werk meer heeft binnenkort omdat de kantoren leegstaan, aan haar zoon die zich verveelt en op straat hangt waar ‘ie wordt weggestuurd. Voor ouderen was er aandacht, maar men zag wel over het hoofd hoe cruciaal menselijk contact en elkaar kunnen zien en aanraken is. Ook jongeren verpieterden door eenzaamheid.
Als ik over de verhalen vertel, beginnen mensen mij automatisch hun verhalen te vertellen uit die periode, merk ik. Met Milde klachten wil ik mensen ook uitnodigen om eigen herinneringen op te halen.”
De pandemie zou ons dichter bij elkaar hebben gebracht terwijl we ook wreed uit elkaar werden gehouden. Hoe maakte je gebruik van dat feit in je verhalen?
“In de bundel zijn afstand en nabijheid een thema. Het was zo lastig om natuurlijk met elkaar om te gaan, iemand te omhelzen, samen bij een popconcert te staan springen. De meeste personages hebben nog maar weinig contact met anderen, noodgedwongen. Een kleindochter kan haar opa niet meer zien. Een huisarts vereenzaamt doordat ze online wordt bedreigd door mensen die tegen vaccineren zijn. Of ze zitten wél bovenop elkaar zoals gezinnen, maar dat houden ze ook niet uit, al dat samenzijn. Met name de oudere kinderen vluchtten naar hun eigen kamer waar ze dan vooral via schermen contact met anderen hadden.”
In het verhaal Zwevend balkon verzint een kleindochter een truc om haar zieke opa die in een verpleeghuis woont toch te spreken te krijgen. Aangrijpend, maar opgeschreven als iets wat simpelweg moest gebeuren. Hoe doe je dat?
“Ik probeer altijd heel dichtbij het personage te blijven. Haar vertelstem klonk in mijn oren bij het schrijven van het verhaal. Ik houd ervan dat mensen binnen hun beperkte handelingsruimte toch iets proberen voor elkaar te krijgen.”
Zijn de verhalen gebaseerd op situaties die je meemaakte? Of werd je door de situatie in die periode juist extra creatief en kwamen ze tot je?
“Aangezien ik ook te maken had met thuisonderwijs, vond ik het vooral in het begin een lastige periode. Zeker in het begin was er ook veel onrust. Ik volgde het nieuws en was bezig met de kinderen en nog wat schrijfklussen maar ik kon me maar moeilijk concentreren. Voor concentratie heb ik toch rust nodig, en stilte, en die was er thuis niet. Normaal ga ik weg om te schrijven maar dat kon niet. Ik heb wel met Annelies Verbeke een lang gedicht gemaakt over die beginperiode: Opdracht aan Mevrouw Weetikveel, dat was heel fijn om te doen. Daar kon ik veel hang-ups uit die periode en observaties in kwijt, zoals ‘KLMblauwe luchten’.
Uiteindelijk komt elk verhaal wel voort uit mijn observaties, maar niet een is honderd procent autobiografisch.”
Wat hoop je dat de lezer van jouw bundel – en de coronaperiode – bijblijft?
“Ik hoop dat de lezer wordt verrast, zich voor een deel in de verhalen herkent maar ook nieuwe beelden van die periode uit de bundel meeneemt. Ik hoop dat zij of hij mee kan in hoe de personages in verschillende omstandigheden omgaan met een stilstaande wereld. Tenslotte hoop ik dat de bundel bijdraagt aan het gesprek over een ingrijpende periode in onze recente geschiedenis.”
Komt er ooit ook nog eens een roman van jouw hand? Of hou je het bij verhalen?
“Ik heb twee ideeën voor romans, een sociaal-maatschappelijke omdat ik wil schrijven over dingen die nu aan de hand zijn, als ooggetuige. En eentje waarin de kracht van de kunst centraal staat, het spontane, gewoon maar iets maken. Ik vind dat laatste steeds belangrijker. Er zijn ook best veel dingen problematisch aan mensen, hoe ze oorlogen voeren en niet goed voor elkaar en de aarde zorgen, maar het vermogen iets te maken en daar voldoening uit te halen en plezier in te scheppen vind ik mooi en hoopgevend, hoewel daar natuurlijk ook vreselijke ondernemingen uit zijn voortgekomen.
Sanneke van Hassel (1971) schreef zeven verhalenbundels en twee romans. Haar werk wordt geprezen om de heldere toon en het raffinement en is bekroond met de BNG Nieuwe Literatuurprijs en de Anna Blamanprijs. Daarnaast is ze lid van auteurscollectief Fixdit en pleitbezorger van het korte verhaal. Haar verhalenbundel Nederzettingen werd alom bejubeld. Milde klachten is haar nieuwste bundel.
Over het boek
Een gezin dat tijdens de lockdown een rampzalige 1 april viert, een schoonmaakster die in een leeg kantoor een vrouw tegenkomt die het thuis niet uithoudt en een huisarts die online wordt bedreigd. Met Milde klachten brengt Sanneke van Hassel tien indringende verhalen die zich afspelen in een tijd van geen handen schudden, spatschermen en blauwe luchten, van beperkende maatregelen en lief zijn voor elkaar. De verhalen, geschreven in een heldere stijl met geladen zinnetjes, werken subtiel op elkaar in. Met onvergetelijke beelden laat Van Hassel zien hoe de pandemie ons bij elkaar bracht én uiteendreef.
(Milde klachten, De Bezige Bij, € 21,99)
Over de schrijver
Verhalen blijf ik altijd schrijven. Ik heb net voor het eerst een historisch verhaal geschreven vanuit een groep fabrieksmeisjes eind 19de eeuw. Ik heb daar best wat research voor gedaan en toen geprobeerd me voor enkele pagina’s met hen te verbinden en de sfeer in zo’n groep jonge keiharde werksters te vangen.”
Zin in?
Wij mogen 3x het boek Milde Klachten weggeven. Kans maken? Deel je gegevens in onderstaand winformulier en wie weet. Meedoen kan t/m 1 mei.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."