Debutant Max Hermens:
‘Ik wil in mijn boek laten zien dat onze oordelen gevolgen hebben’
Het duurde even voor hij ‘durfde’. Durfde toe te geven dat hij wilde schrijven, iets te vertellen had én zijn tijd eraan mocht wijden. Schrijver Max Hermens (1991) schreef een beklemmende debuutroman over het veranderende boerenleven. En vraagt zich daarin af: als alle volwassenen naar jou als kind kijken alsof je uitschot bent, hoe kun je dan ooit iets anders worden?
Het verdwijnen van Ferdi Heijen is je debuutroman. Hoe is de weg naar dit gegeven toe geweest? Heb je bijvoorbeeld altijd al geweten dat je een schrijver bent?
“Voor mij is de fascinatie voor schrijven en literatuur pas laat begonnen. Als kind werd er in de omgeving waarin ik opgroeide over literatuur vaak gezegd: ‘dat is moeilijk doen, met veel woorden’. Pas als puber maakten sommige boeken iets bij me los; ik kwam erachter dat er hele werelden achter die kaften zaten. En tegelijkertijd was ik een puber, dus ik vond lezen stom. Tijdens mijn studie ben ik pas écht gaan lezen, als een malloot ook, ik verslond alles wat ik tegenkwam, van romans tot historische boeken tot reisverhalen tot kunstcatalogi. Daarna duurde het nog zeker een paar jaar voordat ik ook zelf durfde te schrijven. Ik zeg hier bewust ‘durven’: durven toegeven dat ik het wilde, dat ik iets te vertellen had, dat ik mijn tijd eraan mocht wijden.”
Je groeide op in een klein Limburgs dorp. Net als Ferdi, de hoofdpersoon van je roman. Heb je veel van jezelf in hem kunnen leggen?
“Ferdi lijkt vooral veel op de jongens tussen wie ik opgroeide. Brutale jochies, die veel kattenkwaad uithaalden, die altijd in de problemen kwamen. Als kind keek ik naar ze op, ik vond ze ontzettend stoer – ook al deden ze het slecht op school en ging het thuis helemaal niet goed met ze. Ik wilde ook zo stoer zijn, zoveel durven. Die fascinatie met hen zit zeker in het boek.”
Het boerenleven anno nu staat centraal in je roman. Wat is er de laatste jaren zo extreem veranderd? Heeft het boerenleven in Nederland nog een toekomst?
“Een Nederland zonder boeren is natuurlijk een absurd idee. Mijn roman speelt zich af in de boerengemeenschap omdat het dorp waarin ik opgroeide een boerengemeenschap was, zoals vele dorpen. Een gemeenschap van mensen die al decennia op dezelfde boerderijen woonden – families die elkaar al jarenlang kenden. Maar ik zag ook veranderingen: mijn vrienden woonden op boerderijen maar hun ouders waren niet altijd boeren meer. Sommigen hadden hun akkers verkocht of verpacht. Anderen hadden geen dieren meer in de stallen maar een opslag voor caravans en campers. En toch lagen er om het dorp alleen maar akkers. Er stonden gigantische nieuwe stallen. Van wie waren die dan? Het boerenleven veranderde, en ik wilde mijn boek midden in die verandering zetten. Dat is een verhaal van schaalvergroting en concurrentie, maar ook van gastarbeiders, van faillissementen en armoede.”
Ferdi verdwijnt. En dat kan maar weinig mensen schelen. Best raar eigenlijk, waarom is men een 12-jarige jongen liever kwijt dan rijk?
“Als kind verbaasde het me hoe makkelijk een kind van een bepaalde familie in ons dorp werd afgeschreven, waardeloos werd bevonden. Alleen vanwege een achternaam, of vanwege een woonsituatie. Er werd in het dorp gezegd: ‘Met die jongen moet je niet meer spelen, dat is er eentje van die en die familie, dat wordt nooit iets.’ Die afkeuring werd door volwassenen op kinderen overgebracht. Als alle volwassenen in je directe omgeving op die manier naar je kijken, alsof je uitschot bent, hoe kun je dan ooit nog iets anders worden? Ik wilde dat in mijn boek laten zien, dat onze oordelen gevolgen hebben.”
Ferdi moet zich staande zien te houden in een gemeenschap in sociaal isolement. Wat doet dat met een kind? Hoe slaagt hij erin zich staande te houden?
“Ferdi heeft een stevige muur om zich heen gebouwd, hij laat aan niemand zijn zwakte zien, zijn kwetsbaarheid. Op die manier straalt hij een hardheid naar de buitenwereld uit, hij scheldt en dreigt met geweld. Die hardheid is nodig om zich staande te houden en tegelijkertijd zit hij zichzelf er ontzettend mee in de weg, want hij kan ook niet aan zichzelf toegeven wanneer hij fout zit, wanneer dingen de verkeerde kant op gaan.”
Ferdi rijdt rond in een omgebouwde skelter. Wat betekent dat ding voor hem?
“Ik kan me nog goed herinneren dat de jongens waartussen ik opgroeide vooral veel in het dorp rondhingen, vaak om van hun thuissituatie weg te zijn. De fietsen en skelters – en later brommers – waarmee ze dit deden, waren een soort tijdelijke onderkomens voor ze. Ze sleutelden er hele dagen aan, ze hingen er radio’s aan op en monteerden subwoofers. Plaatsten motortjes op de assen van de achterwielen. Op die manier creëerden ze een plekje voor zichzelf, een soort mobiele woonkamers.”
Je personages zijn levensecht. Hoe krijg je dat als schrijver voor elkaar?
“Ten eerste: dank je voor het compliment! Ik heb namelijk heel lang geschreven met een soort idee dat literatuur ‘heel serieus’ is, met moeilijk taalgebruik en lange omschrijvingen. Met ingewikkelde achterliggende ideeën. Dat maakte het schrijven absoluut niet makkelijker. Het kwartje viel voor mij pas toen ik besloot precies te schrijven zoals de mensen waartussen ik opgroeide klonken. Niet mooier, niet lelijker, maar met al hun specifieke irritaties en fascinaties. Om zo dicht mogelijk op hun ratelende stemgeluid te gaan zitten. Toen kwam er leven in mijn personages, humor ook, luchtigheid. Ze waren maar gewoon wat aan het zeggen, op een willekeurige dag, en ik als schrijver luisterde even mee. Op die manier bleef het proza flexibel.”
Heb je een boodschap voor je lezers met deze ‘plattelandsroman’?
“Een ingewikkelde vraag. Ik denk dat de boodschap precies is wat er in het boek staat, niet meer en niet minder. Het verhaal spreekt voor zich. Ik heb geen eindoordeel, ik wil mijn lezers meenemen naar de situatie van Ferdi, van het omliggende dorp, en ze laten meevoelen met alles wat er gebeurt. Een lezer mag zijn eigen oordeel vormen. Zijn eigen boodschap.”
Je bent behalve schrijver ook docent Creative Writing. Leer jij ook nog altijd bij van je studenten? Zo ja, wat bijvoorbeeld? En wat is jouw ultieme schrijftip?
“Ik denk dat ik van lesgeven soms meer leer dan ik ooit als student leerde. Je moet de lesstof echt goed beheersen voordat je erover kunt lesgeven. Van mijn studenten leer ik dat echt iedereen goede en creative ideeën kan hebben – soms komen ze met een idee en ben ik oprecht jaloers dat ik het niet zelf had. Wat ik mijn studenten probeer te leren, is dat het uitwerken van deze ideeën een ambacht is: je moet elke dag aan je bureau gaan zitten en schrijven, elke dag weer. Behalve de weekenden, natuurlijk.”
Je debuutroman ligt er. Smaakt dat naar meer? Komt er een tweede roman van jouw hand?
“Het smaakt zeker naar meer, al moet ik mezelf er ook aan herinneren te genieten van deze periode, waarin lezers mijn boek leren kennen. Daar valt een hoop van te leren. Wel komt er dit najaar een mooie literaire wandelgids uit, StauSeeSteig, de opvolger van Dutch Mountain Trail. Het is het verslag van een wandeltocht door het Eifelgebied. Ik liep vijf dagen door de wildernis en sliep op de bosvloer, en schreef een soort novelle-en-reisgids-ineen.”
Over het boek
Op een hete zomerdag verdwijnt de 12-jarige Ferdi Heijen tussen het mais. Niemand uit de boerengemeenschap lijkt zich om zijn lot te bekommeren, en het waarom van zijn verdwijning is onduidelijk. Dorpsbewoners vertellen een voor een wat ze die dag hebben gezien en gehoord. Hun caleidoscopische verslaglegging toont een gesloten wereld die langzaam in verval is geraakt. Ondanks de sociale controle lijkt werkelijke verbinding tussen de dorpsbewoners te ontbreken. Hoe kan een kind zomaar ongezien verdwijnen?
Het verdwijnen van Ferdi Heijen is een indringende vertelling waarin het kwijnende plattelandsleven in al zijn facetten invoelbaar wordt gemaakt. Een boer moet noodgedwongen zijn land verpachten, een Poolse arbeidsmigrant knapt de rotklussen op, kinderen hebben weinig toekomstperspectief en de buitenstaanders die iets voor hen willen betekenen komen er nauwelijks tussen. Samen vormen ze een zieltogende gemeenschap die zich staande probeert te houden in een snel veranderende wereld. (Het verdwijnen van Ferdi Heijen, Ambo Anthos, € 22,99)
Over de schrijver
Max Hermens (1991) is schrijver en docent Creative Writing. Hij publiceerde eerder werk in onder meer De Gids, Das Magazin en De Optimist. Met zijn chapbook Toch zonken ze niet oogstte hij veel lof. Het verdwijnen van Ferdi Heijen is zijn debuutroman. Hij groeide op in een klein Limburgs dorp.
Zin in?
Wij geven 3 exemplaren van Het verdwijnen van Ferdi Heijen weg. Kans maken? Deel je gegevens in onderstaand winformulier en wie weet. Meedoen kan t/m 3 juli.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."