Lezersproductie: Vroegah was alles beter
Of slaapverwekkend saai?
Tijd voor een goed gesprek, ontspannen samenzijn en een knetterspannend spel met de hele familie. Vroeger had je nog tijd en oog voor elkaar. Zaten we niet de hele dag op onze smartphone te scrollen. En was er niet áltijd en overal maar geluid. Zalig. Of… was het vroegûh maar slaapverwekkend sáái?
Dit zeggen jullie.
Even naar Parijs
‘Meer onbezonnen’
Irma Schoordijk (1965): “Ik heb net een online meeting met collega’s achter de rug. Een groot voordeel van deze tijd, want thuiswerken is daardoor goed mogelijk en toch blijf je in contact met elkaar. Toevallig kwam het onderwerp ‘vroeger was alles beter’ ter sprake. Die goeie oude tijd: geen mobiele telefoon, niet op elke hoek een camera, niet de hele dag nieuwsberichten die binnen komen. Waarschijnlijk stonden we daardoor ook wat meer onbezonnen in het leven. Beslissingen werden snel genomen, zoals ook ons weekend Parijs. Mijn vriend belde mij op een vrijdag op mijn werk: haal
jij even Franse franken bij de bank? Dan gaan we vanmiddag naar Parijs! Ja leuk, waarom ook niet. Er was wel iets met de auto, maar dat mocht de pret niet drukken. Iets met een lekkage waardoor de koeling niet meer werkte: elk uur stopten we om met een fles water onder de motorkap te duiken en iets bij te vullen. En hup, daar gingen we weer. Parijs bereikt en hotel ter plekke gezocht, een beetje oud maar verder prima, van reviews hadden we nog nooit gehoord. Zo hadden we een heerlijk weekend en zijn we op dezelfde manier weer naar Nederland terug gereden. Daar hebben we toen toch maar snel de auto laten repareren.”
Tijd van boekenwurmen
‘Door weer en wind naar de bieb’
Pien Lotte (1971): “Op het moment dat ik tegen mijn kinderen wil zeggen dat ‘vroeger alles beter was’, kom ik doorgaans niet verder dan ‘vroeger’. Ik word direct de mond gesnoerd! Elk tijdperk heeft uiteraard z’n charme, maar als doorgewinterde boekenwurm vind ik het vooral heel jammer dat er in dit tijdperk zo weinig wordt gelezen. Ik stapte in m’n puberjaren wekelijks op mijn fiets (mind you: geen e-bike!) om door weer en wind naar de plaatselijke bibliotheek te gaan en mijn stapeltje biebboeken om te wisselen voor nieuwe. Niks geen computers om te checken welke boeken wel of niet aanwezig waren, en waar ze stonden. Gewoon langs de rekken struinen en meenemen wat je tegenkwam. Bij de uitgang een kaartje af laten stempelen met de datum waarop de boeken weer terug moesten zijn. Voor mij niet nodig, want ik verslond de boeken binnen een week. Helaas heb ik door het vele lezen ‘slechte ogen’ gekregen. Dat is dus níet veranderd ten opzichte van het huidige tijdperk, behalve dan dat mijn kinderen slechte ogen hebben gekregen door het staren naar hun iPad… Zoals gezegd, elk tijdperk heeft z’n charme en het heeft geen zin om in het verleden te blijven hangen. Maar dat vroeger alles beter was als het gaat om lezen, dat staat buiten kijf!”
Er is nu veel meer mogelijk
“Vroeger was alles beter? Zeker niet! Wie kregen de kansen? Ik werd zelf geboren in 1946 als dertiende kind in een arm gezin van vijftien. Drie meiden in een tweepersoonsbed, ik lag overdwars aan het voeteneind. Nooit een eigen kamer natuurlijk. Eten was er mondjesmaat. Kleding werd van de oudste naar de jongste doorgegeven. Een verwassen zomerjurk was je nachthemd. Een douche kwam er pas in 1965. Materieel hadden we het dus matig. Maar liefde was er plenty, de oudere zussen moeder- den mee. Scholing vonden onze ouders belangrijk. Wie kon, mocht verder leren, de mulo was wel de top – als er geld voor was. Ik was de dertiende en omdat de oudere kinderen inmiddels ook geld binnenbrachten, mocht ik naar de kweekschool, bij de nonnen. Er was geen kamer om mij, mijn studieboeken of een typemachine een plekje te geven, dus met 15 jaar ging ik uit huis. Ziek van heimwee omdat ik iedereen zo miste. Mijn vader vond het eigenlijk wel zonde om een meisje te laten studeren, maar mijn moeder besliste gelukkig anders. Tot zijn dood aan toe had mijn trotse vader een briefje met mijn eindexamencijfers in zijn portemonnee zitten… Vakantie was een dagje Katwijk achter op de fiets bij je grote zus. Mijn kleinkinderen maken nu wereldreizen. Mijn oma was analfabeet, mijn ouders gingen met 12 jaar van school, ik was met 20 jaar juf. Nu is mijn zoon professor en studeert zijn oudste zoon aan een universiteit in Engeland. Vier generaties verder, en zoveel meer mogelijkheden! Anoniem (1946)
Toekomst toen & nu
Nog een zee van tijd?
Ina Heitling-Meijer (1955): “‘Vroeger was alles beter’. Ik heb nooit last gehad van dat gevoel. Vroeger staat voor mij voor ongelijke kansen, wie in de kast zat bleef erin, smerige kolenkachels, armoede, doorgekookte andijvie. Wel is er iets wat ik nog eens zou willen ervaren en wat bij mij een gevoel van heimwee oproept: de tijd. Het gevoel dat er nog een oceaan, een zee van tijd voor me ligt, haast oneindig, waarin alles mogelijk is en alles nog openligt. Nieuwsgierig zijn naar wat de toekomst gaat brengen. Inmiddels weet ik voor een aardig deel wat de toekomst heeft gebracht. Er is veel om heel blij mee te zijn. Mijn gevoel voor tijd en toekomst
roept niet meer de associatie met een oceaan op. Ik kan het gevoel van nieuwsgierigheid naar de toekomst nog wél terugroepen. De oceaan is misschien wat in omvang afgenomen, maar op een zee van tijd hoop ik alsnog…”
Verder lezen?
Lees meer persoonlijke verhalen over Vroegah in ons extra dikke nummer Zin 8/9. Nu in de winkel, of bestel ‘em hier online.
De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief
PRODUCTIE: DANIËLLE BRONSGEEST | BEELD: PRIVÉ