BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Thuis in Frankrijk

Thuis in Frankrijk

Tuinieren, een vorm van heersen en buigen

Ze zocht rust. En omdat in Nederland alles wat alleen met veel fantasie maar een beetje líjkt op een vakantiehuis (lees: stacaravan) onbetaalbaar is, week schrijver en journalist Yolanda Entius (1961) uit naar de Franse Haute-Marne. Voor de stilte, een brandnetelwoud, kabbelende beekjes en een geweldige tuin. Ofwel: een echt thuis.

Eind vorige eeuw besloten mijn geliefde en ik op zoek te gaan naar een huis, of eigenlijk vooral een tuin. Omdat we met ons budget nog geen stacaravan in Noord-Holland konden kopen (op een te pachten terrein dat in de wintermaanden sloot), staken we de grens over. De zoektocht begon in Spanje, waar je tussen de klaprozen in de Sierra de Guara voor een appel en een ei een heel dorp kon kopen, en eindigde in de Haute-Marne, Frankrijk, waar een notaris ons wees op een huis in een dorp nabij Langres.

Een klein rafelig huisje

Lieu dit le Cornot, meer stond er niet op de notitie die de notaris ons had meegegeven. Alle wegen van het dorp hadden we gehad, doorgaande en doodlopende, maar Le Cornot was niet te vinden. En toen we dan na uren zoeken op een viersprong kwamen en links van ons een boerderij zagen waar een boer wat koeien in een open stal hooi aan het voeren was, parkeerden wij onze Renault 4 en stapten uit. “Lieu dit le Cornot,” zei ik. “We zoeken een huis dat te koop moet staan.” De man begon te lachen. “Lieu- lit-rococo?” Hij schudde zijn hoofd, daar had hij nog nooit van gehoord. Maar als we op zoek waren naar een huis dat te koop stond, waren we aan het goede adres. Hij kwam, samen met zijn zoon, vanachter de koeien tevoorschijn en ging ons voor op het afhellende terrein dat er verwaarloosd bij lag.
De wielen van een zware tractor of vrachtwagen hadden diepe sporen in de kale aarde getrokken. Her en der was er regenwater in blijven staan. In de voorafgaande weken was er met zwaar materieel over het land gereden: voor het transport van hout, hoorden we later. Een van de erfgenamen had de bomen gerooid.

Zo had hij onroerend goed roerend gemaakt, wat niet bij de prijs was inbegrepen. We passeerden een muur van stookhout, een hangar waaronder landbouwmachines stonden weg te roesten, en een boerderij die weliswaar meer dan een likje verf gebruiken kon, maar waar onlangs nog de ramen van waren gewassen. De man stelde zich voor als Robert en vroeg wat wij hier kwamen doen. Ik vertelde dat ik rust zocht. Grinnikend wees hij naar het noorden. Als ik de stilte zocht, moest ik bij hem zijn, bij zijn boerderij op de heuvel; daar kwam nooit iemand. Bij een klein rafelig huisje bleef hij staan. Water en houtworm hadden aan de luiken geknaagd, de lemen voegen waren tussen de stenen vandaan gespoeld en het dak had zijn beste tijd gehad. Op een van de hoeken waren de pannen eraf gevallen; die hoek was gaan wijken en kon elk moment ter aarde storten. “Dit is het,” zei hij.

Dat grote huis ernaast

Ik keek om me heen. De bouwval werd ingesloten door een driehoekig lapje grond dat aan de noordzijde werd begrensd door twee kabbelende stroompjes aan de voet van wat later ravijnen bleken, en aan de andere kant door bomen – kaal nog – en een met klimop overgroeid hekje. Ik wilde roepen dat dit precies was wat ik zocht maar hield me in. In de loop der jaren hadden F en ik geleerd elkaar niet te beïnvloeden door meteen enthousiasme of afkeuring te ventileren. “En kijk!” Robert wees naar een punt in de verte vanwaar geruis klonk. Door een woud van oude brandnetelstaken waren we afgedaald tot we niet verder konden omdat de grond onder onze voeten plotsklaps verdween.

Aan de overkant van de overhellende rots waarop we stonden, stortte het water van een riviertje onder luid geraas in een ravijn. Damp steeg op uit wat mij voorkwam als een tropisch regenwoud. Vogels floten om het hardst om boven het geraas van het water uit te komen. “La cascade,” zei Robert, alsof hij was ingehuurd om het ons te verkopen. Godsamme, dacht ik, terwijl ik de geur opsnoof van een door nevel gesmoord zonne- tje. Godsamme. Er was maar één nadeel, één bezwaar: dat grote huis, die boerderij, stond veel te dicht bij het huisje dat te koop stond. Ik zou daar nog wel mee kunnen leven maar ik wist zeker dat F daar anders over dacht. Ik had het nog niet gedacht of hij zei: “Jammer dat dat grote huis er zo dicht bijstaat.”

We waren al op weg naar onze auto, toen Robert zei dat de eigenaar vlakbij woonde.

Hij wees naar een huis, zo’n honderdvijftig meter verderop. Hij kon wel even met ons meelopen en de buurvrouw om de sleutel vragen, dan konden we het meteen ook van binnen zien. Pas toen die buurvrouw ons voorging en met de sleutel de staldeur van het grote huis openmaakte, begrepen we dat ook dat grote huis bij de prijs was inbegrepen.

Staat als een huis

Het was haar ouderlijk huis geweest, vertel­ de ze; ze was er geboren. Het rafelige huisje waar wij op waren gevallen, was door haar vader tot werkplaats omgebouwd. Hij had er van wilgentenen manden en poppenwiegjes gevlochten. Decennia terug al was hij over­ leden. Maar haar moeder had hier al die tijd gewoond. Drie weken terug nog maar was ze naar het verzorgingstehuis gegaan. En nu stond het te koop. “Ça bouge pas,” zei Robert. We stonden in de stal. Met vlakke hand sloeg hij tegen de muur: daar zat geen beweging in. Het huis stond als een huis.

De volgende dag liepen we naar de heuvel waar Robert moest wonen. Er was een kaal vijvertje, midden in een wei. Een soort bomkrater die vol was gelopen. We gingen aan de oever zitten. Met onze voeten in het water keken we naar het dorp, de watertoren en de kerk. Le Cornot was niet te zien. Het was hier inderdaad opvallend stil. Tot Robert ons zag, en met zijn trekker onze kant op kwam. En? vroeg hij: gingen we Corococot – hij struikelde expres over zijn woorden – kopen? We knikten. Kom, zei hij, en bood ons aan bij hem te komen eten. Binnen stelde hij ons voor aan Jacqueline, zijn vrouw. Even later kwam ook zijn zoon …

Verder lezen?

Lees het vervolg van Yolanda’s verhaal in de extra dikke Zin 0809. Nu in de winkel. Of bestel ‘em hier online.

De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief

TEKST & BEELD: YOLANDA ENTIUS