BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
De grote droom die alle dromen droomt

De grote droom die alle dromen droomt

Een nieuwe column van Stef Bos

Stef Bos (1961) is singer-songwriter en woordkunstenaar. In Zin schrijft hij over zijn leven als muzikant en als echtgenoot en vader. Stef is getrouwd met de Zuid-Afrikaanse kunstenares Varenka Paschke. Samen hebben ze drie kinderen: zoon Kolya (14) en dochters Lorelei (12) en Vonkie (7). Ze wonen afwisselend in Zuid-Afrika en in Vlaanderen. Stef tourt dit najaar solo met het verzoekprogramma ‘Bloemlezing’ in Nederland en België.

Zo beschreven de oorspronkelijke bewoners van zuidelijk Afrika (de Khoisan) hun god. Veertien jaar geleden, onder de fenomenale, heldere sterrenhemel van de Kalahariwoestijn, hebben wij met die god in gedachten ons eerste kind gedoopt. Want het ritueel om een nieuw leven te vieren is niet voorbehouden aan een religieus concept, alhoewel ons dat lang zo is voorgehouden. Daardoor is dat ritueel door velen samen met de godsdienst in een grijze zak aan de straat gezet. Ook door mij. Maar

als ik ergens mijn religieus bewustzijn heb teruggevonden, is het op dat donkere continent waar spiritualiteit niets met waarheid te maken heeft. Waar ’s avonds in een compound op de grens van Mali en Senegal onder de sterren­ hemel gezongen werd, en de stemmen samen­ kwamen in een groter geheel van klank en stilte waarin het thuiskomen is. Waarin het ego zich gedeisd houdt omdat je van jongs af aan geleerd wordt: jij bent omdat wij zijn. Jaren geleden zag ik een prachtige documentaire over de laatste resten van de Khoisancultuur van de gebroeders Foster: The great dance. Zij volgden geruime tijd een van de laatste resten van een van de oudste menselijke culturen

die nog bestaat op de grens van Namibië en Botswana in de uitlopers van de noordelijke Kalahariwoestijn. Dichter bij de oorsprong van de mens kom je niet. De grenzeloze mens… Op een planeet zonder landen… Zonder hekken… De jagende mens die een verhouding ontwik­ kelt met zijn prooi voordat deze zijn einde ziet. De mens die deel is van de natuur waardoor het woord ‘natuur’ in die taal ook niet bestaat. Allemaal door het besef dat wij ‘de kleine dromen zijn die de grote droom droomt’. Een magische manier om in het leven te staan, die vaak te kwetsbaar was om ons westerse waarheidsdenken te overleven.

Ik moest eraan denken toen ik onlangs werd uitgenodigd voor een theatertour in Namibië. Het buurland van het getraumatiseerde Zuid­ Afrika, dat na de vondst van goud en diamant in de 19de eeuw in de vrije val van de hebzucht is terechtgekomen met een afschuwelijke Boerenoorlog en een apartheidssysteem als gevolg. De wrange vruchten van een niets­ ontziend Brits imperialisme. De Britten, die net zo ongemakkelijk zijn over hun koloniale verleden als wij ten aanzien van Indonesië. Wat mij opviel tijdens die tour, is dat Namibië de dans is ontsprongen. De raciale spanningen in het buurland die door de politiek worden gevoed om te verdelen en heersen, spelen er geen rol. De kleur van de huid doet er minder toe en de vriendelijkheid van de mensen die

je tegenkomt is bijna ontroerend. Vraag je het de Namibiërs zelf, dan zeggen ze dat het te maken heeft met ruimte: er is ruimte genoeg voor iedereen. En twee miljoen mensen in een gigantisch groot land maakt ook dat je elkaar nodig hebt om te overleven.

En ja, misschien speelt dat een rol. Maar ik ervoer vooral dat die ruimte in het hoofd van de mensen zit. Ze zijn in staat zichzelf in de ander te zien waardoor ze deel worden van een groter geheel dat belangrijker is dan het deel dat ze zelf zijn. Alsof het denken van de laatste Khoisans op de grens van Botswana nog zijn weerslag heeft. En hun god: de grote droom die alle kleine dromen droomt… ■