Debutant Michael Hompes:
‘Twee uur later zaten ze samen huilend hand in hand’
Een oorlogswees en een verzetsheldin. Meer dan vijftig jaar na de oorlog bij elkaar gebracht door de liefde tussen hun zoon en kleindochter. Die zoon is Michael Hompes (1979). Of hij schrijftalent had, wist hij niet, maar wel dat er een verhaal verteld moest worden. Hij zei zijn baan op en ging schrijven. Nu is zijn aangrijpende debuut een feit: Het verleden is voor later.
Hoe wordt een strategieconsultant een schrijver?
“Hoewel mijn carrière als strategieconsultant veel uitdaging en voldoening gaf, was het overlijden van de oma van mijn vrouw op 96-jarige leeftijd de doorslaggevende factor om aan deze roman te beginnen. We waren als gezin na een intensieve verbouwing net verhuisd en door corona werkte ik vanuit huis. De onzekerheid over hoe het bedrijfsleven zich zou ontwikkelen tijdens de pandemie, en het besef dat ook mijn vader niet het eeuwige leven zou hebben, speelden een grote rol.
Soms is een verhaal zo onwaarschijnlijk dat je aan alles voelt dat het geschreven móet worden. Hoewel ik niet per se de ambitie had om schrijver te worden, waren de verhalen in mijn familie zo bijzonder en de samenkomst zo onwaarschijnlijk dat ik er iets mee moest doen. Ondanks dat ik niet wist of ik schrijftalent had, kon ik het verhaal niet meer uit mijn hoofd zetten.
Op de 18de verjaardag van mijn vrouw, destijds vriendin, was er een BBQ bij haar ouders in de tuin. Mijn ouders waren voor het eerst uitgenodigd en mijn vader werd voorgesteld aan de oma van mijn vrouw. Twee uur later zaten ze samen huilend hand in hand. Een oorlogswees, mijn vader, en een verzetsheldin, de oma van mijn vrouw. Meer dan vijftig jaar na de oorlog bij elkaar gebracht door de liefde tussen hun zoon en kleindochter. De vraag diende zich aan: hoe onwerkelijk zou het zijn als de oma van je vrouw in de Tweede Wereldoorlog misschien degene is die je vader heeft gered? Deze vraag was de kiem voor deze roman en het jarenlange onderzoek dat volgde.”
Je bent in de coronapandemie gaan schrijven. Hoe komt het dat het nog even duurde voor je uiteindelijk debuteerde?
“Mijn levensmotto is altijd geweest: To do or not to do, there is no trying. Mijn vrouw gaf me het laatste zetje door te zeggen: ‘Of je schrijft nu het boek, of je moet het uit je hoofd zetten.’ Per slot van rekening liep ik al sinds mijn 18de met het idee voor dit verhaal rond. Dat was het moment waarop ik besloot mijn baan op te zeggen en te starten met schrijven.
Ik begon met enkele maanden onderzoek, want er was veel onbekend over hoe mijn vader in de oorlog is gered, zelfs voor mijn vader. Daarna heb ik een maand gewerkt aan het uitwerken van het verhaalschema, de opbouw van de hoofdstukken en de ontwikkeling van de personages. Binnen tien maanden had ik mijn eerste manuscript af. Vervolgens heb ik bijna een jaar samen met een redacteur aan het manuscript gewerkt en na een half jaar werd mijn roman door een uitgeverij geaccepteerd. Vervolgens begon opnieuw een traject: van redactie, vormgeving, persklaarmaken en correctie. Het is als debutant niet ongebruikelijk dat het meerdere jaren kost om je roman gepubliceerd te krijgen.”
Het verleden is voor later: kun je iets zeggen over de titel van je debuutroman?
“Tijdens mijn jeugd hing de Tweede Wereldoorlog als een soort zweem over alles heen. Voor familieverhalen kon ik niet verder terug in het verleden, want niemand had het overleefd, behalve mijn vader. De ouders van mijn moeder hadden de oorlog weliswaar overleefd maar hadden in concentratiekamp Bergen-Belsen gezeten. Mijn oma overleed voordat ik werd geboren en mijn opa toen ik een jaar of 7 was. Hierdoor voelde het alsof ik uit een soort ‘zwart gat’ kwam, uit het niets.
Mijn vader keek altijd vooruit en richtte zich op de toekomst omdat terugkijken hem alleen maar confronteerde met de ellende van de Shoah – het terugblikken op een verleden vol pijn en verlies. In mijn roman worstelen de drie hoofdpersonages allemaal op hun eigen manier met het verleden en proberen ze ieder een manier te vinden om het verleden uit de weg te gaan.
De titel Het verleden is voor later reflecteert deze realiteit. Het suggereert dat hoewel het verleidelijk is om het verleden te negeren en weg te stoppen, er een moment komt waarop je het onder ogen moet zien en het onvermijdelijk aan moet gaan. Pas dan kun je verder en misschien zelfs een zekere mate van innerlijke bevrijding vinden.”
Het boek is gebaseerd op je vaders jeugd. Maar daarover is weinig bekend. Hoe pakte je het aan?
“Jarenlang probeerde mijn vader toegang te krijgen tot de beperkt toegankelijke of ‘gesloten’ archieven van het Rode Kruis, het Nationaal Archief en de oorlogswezenstichting Le-Ezrath Ha-Jeled om zijn persoonlijke informatie of dossiers in te zien. Pas in 2007, toen hij 64 was en ik 28, kreeg hij zijn oorlogswezendossier in handen. Dit 800 pagina tellende document vormde de belangrijkste basis voor deze roman. Vaak zijn verhalen over de Tweede Wereldoorlog gebaseerd op de daadwerkelijke redding van een man, vrouw of, zoals in dit geval, een baby. Maar er zijn weinig boeken die vertellen hoe iemands leven daarna verliep. Zeker als het gaat om een van de ongeveer 1100 Joodse oorlogswezen is er niet eerder zo’n gedetailleerd verhaal geschreven.
Naast dat de redding van mijn vader nooit volledig was achterhaald, kwamen er ook in zijn jeugd bijzondere verhalen naar voren. Hoe groei je op als ‘onwetende’ oorlogswees in een katholiek pleeggezin in Delft? Hoe ontdek je dat je ouders niet je biologische ouders zijn? Wat doet het met je als kind om door instanties en potentiële Joodse pleeggezinnen heen en weer getrokken te worden? En hoe heeft je eigen oorlogswezenverleden impact op de opvoeding die jij later aan je eigen kinderen geeft? Deze vragen en de zoektocht naar antwoorden daarop maken het verhaal van mijn vader uniek. Het is een verhaal dat niet alleen gaat over overleven, maar ook over de complexe nasleep van de Shoah en de worsteling met identiteit en familie. Het is belangrijk om deze vaak onderbelichte aspecten van de naoorlogse generatie te belichten en te delen met een breder publiek.”
Ook een belangrijke rol is weggelegd voor de oma van je vrouw, verzetstrijdster Betty Goudsmit-Oudkerk. Hoe hangen haar leven en dat van je vader samen?
“Het levensverhaal van mijn vader en dat van Betty Goudsmit-Oudkerk hebben de relatie tussen mijn vrouw en mij diepgaand beïnvloed. Hun levensverhalen verweven zich op een bijzondere manier. Mijn vader was een van de Joodse oorlogswezen die na de oorlog opgroeide in een katholiek pleeggezin in Delft – zijn jeugd getekend door geheimen en het ontbreken van biologische familie. Betty’s verhalen over de oorlog, waarbij zij kinderen uit handen van de nazi’s redde, vormen een belangrijk element in het verhaal. De onwaarschijnlijke ontmoeting tussen mijn vader en Betty brengt deze twee werelden samen: een verzetsheldin en een oorlogswees binnen één familie.
Pas na het verschijnen van de film Süskind in 2012 heeft Betty, op initiatief van haar kinderen, een biografie laten schrijven en later verscheen er een roman gebaseerd op haar verzetswerk. Ik heb er bewust voor gekozen om haar personage neer te zetten als de 85-jarige vrouw die ikzelf goed gekend heb; met al haar eigenaardigheden, bijzondere verhalen en verscholen schuldgevoelens. Hoewel ik de exacte details van de uiteindelijke samenkomst van beide verhalen niet wil verklappen, kan ik wel zeggen dat het een diepgaande impact heeft op alle betrokkenen. Hun gedeelde geschiedenis en de manier waarop zij met hun verleden omgaan, vormen de kern van de roman en bieden een unieke kijk op de verwerking van oorlogstrauma’s over generaties heen.”
Wat vond je vader uiteindelijk van je boek?
“Na het lezen van het manuscript schreef mijn vader dat hij zich voor negentig procent in het verhaal herkende – dit was voor mij een groot compliment. Het bevestigde dat ik erin geslaagd was om de essentie van zijn ervaringen vast te leggen, terwijl ik tegelijkertijd de creatieve vrijheid nam om een boeiend en vloeiend verhaal te vertellen.”
In hoeverre heb jij zelf met intergenerationeel trauma te maken? En denk je dat dit ooit ergens stopt?
“Door zowel het historische verhaal van de opgroeiende oorlogswees in de jaren 50 te beschrijven, ontstaat er meer sympathie voor de vader van Marc Herzberg in de hedendaagse verhaallijn. Deze structuur weerspiegelt mijn eigen ervaringen met mijn vader. Door het schrijven van deze roman en het bestuderen van zijn oorlogswezendossier, de interviews met hem, en het gezamenlijke onderzoek, ben ik veel dichter bij mijn vader gekomen. Veel van zijn gedragingen, die soms een uitwerking op mij hadden, zijn te herleiden naar de verhalen uit zijn jeugd en wat hij heeft moeten meemaken. Hij moest zich naar de toekomst vechten om er iets van te maken.
Het is wrang dat mijn vader tweeënhalve maand nadat hij mijn manuscript had gelezen, plotseling is overleden. Ik had graag langer willen genieten van de puzzel die ik eindelijk had opgelost. Persoonlijk ben ik geen fan van de term ‘intergenerationeel trauma’. Ik zie het eerder als een keten van copingsmechanismen die langzaam uitdoven. De impact van de nasleep van de Shoah op mijn vader heeft ook zijn uitwerking op mijn manieren van omgaan met uitdagingen, angst of verdriet – maar deze zijn niet precies hetzelfde.
De nasleep van de Shoah heeft zijn impact van de ene generatie op de volgende. Hoewel de impact van gedragingen overdrachtelijk zijn, zijn ze niet identiek. Ik geloof dat door bewust te worden hoe deze mechanismen werken en ze te bespreken, we stap voor stap onszelf innerlijk kunnen bevrijden. Het vergt moed en energie om deze keten te doorbreken, maar ik ben ervan overtuigd dat het mogelijk is om een betere toekomst te creëren voor de volgende generaties.”
Ondanks de heftige materie biedt jouw boek hoop voor nieuwe generaties. Waar zit dat hem in?
“Ik geloof dat de keten van ‘overdracht’ van trauma bij mij is gestopt en niet wordt overgedragen op mijn kinderen. Door het verhaal te delen en te onderzoeken, kunnen we een stap zetten naar begrip en innerlijke bevrijding. Zeker als Nederlandse Joodse gemeenschap moeten we voorbij gaan aan het donkere verleden van de jaren 1940-1945, de pagina spreekwoordelijk omslaan zonder daarbij ons verleden te verloochenen. Er zijn veel bijzondere familieverhalen van voor die tijd en juist deze moeten worden verteld aan de volgende generatie. Het erkennen van de pijn van de Shoah en het bespreekbaar maken ervan is belangrijk, maar het vieren van de warme Joodse identiteit en het doorvertellen van mooie familieverhalen aan toekomstige generaties is essentieel. Juist daar overheersen de kleuren, niet het zwart-wit.
Mijn roman is een poging om de verhalen van moed, compassie en liefde tijdens de donkerste dagen in de geschiedenis van het menselijk falen te delen, waarmee ik nieuwe generaties hoop te kunnen inspireren. Het boek biedt hoop door te laten zien dat herstel en groei mogelijk zijn, zelfs na de zwaarste beproevingen. Het is een oproep om de toekomst hoopvol en positief tegemoet te treden, terwijl we onze identiteit, tradities en familiewaarden in ere houden door betekenis te geven aan ons verleden. Hoe moeilijk dit soms ook kan zijn in tijden van verminderde verdraagzaamheid, is het juist nu van belang om onze cultuur en tradities te vieren.”
Bekijk de boektrailer
Over het boek
Amsterdam, juli 1943. De pasgeboren Robbie wordt tijdens de piek van de razzia’s door juffrouw Silverbaum uit het Joodse getto gesmokkeld.
Marc Herzberg wil aanvankelijk niets weten over zijn familiegeschiedenis. ‘Bij mij stopt de oorlog,’ heeft hij zich ooit voorgenomen. Als hij per ongeluk stuit op een goed gedocumenteerd dossier over zijn vaders naoorlogse jeugd en in dezelfde periode de oma van zijn vrouw oorlogsverhalen begint te vertellen, is hij zijn gevoelens niet langer de baas. De moeilijke premature geboorte van zijn dochter zet de relatie met zijn vader verder op scherp.
In Het verleden is voor later wisselt het perspectief telkens tussen een ‘onwetende’ oorlogswees tijdens de wederopbouw en het hectische hedendaagse leven van Marc Herzberg. In deze roman schildert Hompes een aangrijpend beeld van de schaduwen die de Shoah op de levens van personen uit drie generaties werpt: op een oorlogswees die stabiliteit en liefde zoekt, een consultant worstelend met hechtingsproblemen en een verzetsheldin die door schuldgevoelens wordt overmand.
(Het verleden is voor later, Ambo Anthos, € 24,99)
Over de schrijver
Michael Hompes (1979) studeerde in Amsterdam, Sydney en Oxford en werkte vijftien jaar in strategieconsulting. Tijdens de coronapandemie zegde hij zijn baan op om zich volledig te wijden aan het schrijven van zijn debuutroman. Het verleden is voor later is gebaseerd op de nauwkeurig gedocumenteerde jeugd van Hompes’ vader en het heldhaftige verzetsverleden van de oma van zijn vrouw, Betty Goudsmit-Oudkerk.
Michaelhompes.nl
Zin in?
Wij geven 3 exemplaren van Het verleden is voor later weg. Kans maken? Deel je gegevens in onderstaand winformulier en wie weet. Meedoen kan t/m 28 augustus 2024.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."