Schrijver Mariken Heitman
‘Mijn fascinatie voor de natuur is groot’
Ze geeft één dag in de week een moestuincursus aan volwassenen. Zo kan schrijver Mariken Heitman (1983) heerlijk ongebreideld haar kennis van en liefde voor de natuur overbrengen. Haar achtergrond als bioloog en tuinder blijkt voor de Libriswinnaar een onuitputtelijke inspiratiebron. Zo ook voor haar nieuwe roman: De mierenkaravaan.
Hoe wordt een bioloog en voormalig tuinder schrijver? Wanneer of hoe ontdekte je de schrijver in je?
“Als kind wilde ik al schrijver worden. Ik schreef verhaaltjes en vooral gedichten die ik dan ook illustreerde, bundelde en uitdeelde. Daarna schreef ik jaren heel weinig, ik las wel heel veel en had de behoefte iets van de wereld te snappen. Honger naar kennis, zoiets. Halverwege de dertig kwam dat oude verlangen te schrijven weer bovendrijven en ben ik een schrijfcursus gaan volgen. Dat kan ik iedereen aanraden! Het was een transformerende ervaring. Ik heb er schrijftechnisch veel geleerd maar het was voor mij persoonlijk vooral van belang dat mensen mijn werk lázen. Ineens bestond mijn binnenwereld buiten én werd gewaardeerd. Daarna was er gelukkig geen weg meer terug.”
Je debuteerde in 2019 en won met je roman Wormmaan uit 2021 al de Libris Literatuur Prijs 2022. Durfde je daarna nog?
“Gelukkig wel! Ik heb wel tijd nodig gehad om weer een bepaalde leegte en rust te vinden. Die heb ik allebei nodig om te kunnen creëren. Toen Anjet Daanje de Libris een jaar later won, zei ze in een interview iets in de trant van dat als je zelf gaat geloven dat dit prijswinnende boek je beste werk ooit zal zijn, je net zo goed de pen kunt neerleggen en dat is natuurlijk verschrikkelijk. Dus het helpt om de boel te relativeren. Ik kon me daar erg in vinden. De erkenning is fantastisch én Wormmaan was ook pas mijn tweede boek. Er zijn nog een heleboel verhalen die ik wil vertellen en ik verheug me enorm op alle mogelijkheden die ik in het schrijven blijf ontdekken. Ik ben nog lang niet klaar.”
Wat is na zo’n prijs je wens als schrijver nog? En als mens?
“Dat haakt in op mijn vorige antwoord: ik hoop enorm dat ik mij als schrijver blijf ontwikkelen. Het is daarbij essentieel dat je blijft experimenteren. Misschien is dat makkelijker wanneer er minder ogen op je gericht zijn. Ik hoop daarom dat ik de moed heb om risico’s te blijven nemen. Als mens hoop ik dat mijn gezondheid zo lang mogelijk stabiel blijft.”
Zojuist verscheen je nieuwste roman De mierenkaravaan. Alleen de titel al doet raakvlakken vermoeden met je achtergrond als bioloog. Terecht?
“Zeker. Mijn fascinatie voor de natuur is groot. Ik ontleen er – onder meer – mijn taal aan. Maar dit boek is nog veel meer gebaseerd op mijn ervaringen in de biologische tuinbouw. Het verhaal is daardoor veel aardser. Als je werkt op een tuinderij, als je afhankelijk bent van de oogst, dan ontstaat er namelijk een geheel andere relatie: niet een theoretische maar een tastbare.”
De mierenkaravaan gaat over Kiek, die een tuin runt met vrijwilligers. Ze ziet haar werk en leven als één geheel. Waar zit dat ‘em in?
“Tussen haar en de tuin is er een constante dialoog. De tuin verandert door haar handelingen en op haar beurt verandert zij door wat de tuin haar laat zien. Het is eigenlijk wel te vergelijken met het schrijven van een boek. Tijdens het schrijven waan je je als schrijver de alwetende maker. Maar als het boek af is, werpt het ineens een heel ander licht op de zaak, waardoor je als schrijver verandert. Het is alsof het boek ‘terugpraat’. Zoiets wederkerigs ervaart Kiek ook op haar tuin.”
Zou leven en werk voor een mens zo in elkaar op mogen gaan, denk je? Is dat het hoogst haalbare of… is het misschien beter niet na te streven?
“Ik denk dat de wisselwerking tussen werk en mens er altijd wel is. Je kunt niet tien jaar buschauffeur zijn en daar niets van opgestoken hebben. Je bent als mens niet van steen, gelukkig. Maar helaas heeft niet iedereen het voorrecht op fijn of passend werk. Als je de middelen hebt, is het iets nastrevenswaardig omdat ik denk dat we als mensen een grote behoefte hebben om onze wereld mede vorm te geven en uitdrukking te geven aan onze binnenwereld.”
Dan gebeuren er twee dingen die de tuin (de komst van een haas) respectievelijk Kieks leven (ze blijkt ziek) op z’n kop zetten. In hoeverre is er ook dan sprake van samenhang tussen tuin en leven?
“De tuin is een onuitputtelijke bron van leven. En dat bedoel ik in de breedste zin van het woord. Er wordt op elk moment lustig gebloeid, gestorven, gegeten, geleden, uitgezaaid en bejaagd. Op individueel niveau kan zoiets tragisch uitpakken, zoals Kiek aan den lijve ervaart. Maar in zijn veelheid schetst de tuin een alternatief verhaal. Het is de vraag of Kiek naar dit verhaal kan luisteren.”
Je boek zou de lezer troost bieden. Op welke manier doe je dat? Waar kan een mens hoop uit (blijven) putten, denk jij?
“Dat alles altijd doorgaat. Ook – of juist vooral – zonder ons. Tot die tijd zijn we onwrikbaar onderdeel van het grotere geheel. Misschien niet als de gedroomde hoofdrolspelers, maar wel samen, met het pantoffeldiertje, de slak, de pimpelmees en de mensen om ons heen.”
Welke rol speelt de natuur in je eigen leven?
“Flauw misschien, maar die is groot want de natuur is overal; ik hoef mijn voordeur maar open te doen! Of nog makkelijker: ik kan ook de groentela van mijn koelkast opentrekken of mijn kat aaien. Een concreter antwoord is dat ik één dag in de week een moestuincursus geef aan volwassenen. Dat is ontzettend leuk om te doen en het stelt me in staat om ongelimiteerd al mijn kennis over, en liefde voor de natuur te spuien.”
Al enig idee voor een volgend boek?
“Niet echt, mijn hoofd is nog te vol van dit boek.”
Over het boek
Voor de 40-jarige Kiek is haar werk op de tuinderij onlosmakelijk verbonden met haar leven. Samen met vrijwilligers kweekt ze groenten en gewassen en bewaakt ze het ecologisch evenwicht. Dan gebeuren er twee dingen die dat evenwicht dreigen te verstoren: er verschijnt een haas op de tuin, en bij Kiek wordt een chronische ziekte vastgesteld. In vier seizoenen ondergaat niet alleen de tuin een aantal metamorfosen, maar Kiek zelf ook.
In De mierenkaravaan neemt Mariken Heitman je mee op een reis door de natuur, waarin elk element en elk wezen op subtiele wijze met elkaar verbonden is. Geschreven met loepzuivere pen trakteert Heitman de lezer op haar grootste literaire troef namelijk troost.
(De mierenkaravaan, Atlas Contact, € 24,99)
Over de schrijver
Mariken Heitman (1983) groeide op tussen de Veluwe en de IJssel. Zij studeerde biologie in Utrecht en was als tuinder een aantal jaar werkzaam in de biologische groenteteelt. In 2019 verscheen haar alom bejubelde debuut De wateraap, dat genomineerd werd voor de Jan Wolkers Prijs en de Bronzen Uil, en op de shortlist stond van de Anton Wachterprijs. Haar roman Wormmaan (2021) werd bekroond met de Libris Literatuur Prijs.
Zin in?
Wij geven 3 exemplaren van De mierenkaravaan weg. Kans maken? Deel je gegevens in onderstaand winformulier en wie weet. Meedoen kan t/m 11 september.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."