BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Vijf vragen aan Arthur Japin

Vijf vragen aan Arthur Japin

‘Ik heb het idee dat het schrijven op een gegeven moment ophoudt’

Voor zijn nieuwe roman, Het Stravinsky-spel, dook Arthur Japin (1956) in het leven van de wereldberoemde schrijver/denker Susan Sontag. Hij zoomt in op een allesbepalende fase in haar leven: de zomer waarin ze voor het eerst een empathisch mens blijkt te kunnen zijn. Na deze roman volgen er nog maar twee, denkt hij.

1. Wat bracht je tot een roman over Susan Sontag?

“Ik was nooit van plan iets over haar te gaan schrijven. Mijn partner, Benjamin Moser, heeft haar biografie geschreven en daarom hebben we minstens tien jaar met haar in huis geleefd. Dat leek me lang genoeg. Een van de eerste reizen die Ben voor zijn onderzoek maakte, was naar de plek waar mijn roman zich grotendeels afspeelt: Sarajevo. Zij vloog daar midden in de oorlog naartoe om wereldwijd aandacht te generen en de bevolking troost te bieden. Ik vergezelde Ben op die reis en werd geraakt door hoe liefdevol iedereen daar over Susan sprak. Die liefde trof ik niet alleen bij de mensen die met haar hebben gewerkt. Op een markt raakten we aan de praat met een mevrouw die tomaten stond te verkopen. Toen we haar vroegen of ze Susan Sontag kende, riep ze meteen verrukt uit: ‘Ja, onze Susan!’ Dat was geweldig om mee te maken en een opsteker voor Ben, omdat hij daarna ook heel wat mensen ontmoette die minder aardig over haar spraken.

Twee jaar geleden werden in Berlijn de eerste opnamen gemaakt voor de verfilming van Bens boek. Prematuur, want een script was er nog niet. Ik kreeg een idee en schreef het op twee A4’tjes. Voor mij lag het dramatisch kantelpunt in Susans verhaal die zomer in Sarajevo: het enige moment in haar leven dat zij werkelijk en voor het eerst als vanzelf iets voor anderen kon betekenen. Toen ik dat had opge- schreven, zomaar voor de producent, sloeg bij mij de motor aan. Ik beseftedat er een roman in zat. Ik ging dat helemaal niet meer als filmidee weggeven! Hoewel ik nog serieus overwoog of Susan Sontag niet lang genoeg in ons leven is geweest, wilde die vlam niet doven en ben ik de uitdaging toch aangegaan.”

2. Wat spreekt je zo in haar aan?

“Veel mensen ervoeren Susan Sontag als hard, iemand die genadeloos kon zijn, ook naar mensen die haar heel dichtbij stonden, zoals haar partner Annie Leibovitz. Haar tragiek is dat zij dit zelf besefte en eronder leed.

In haar meisjesdagboeken maakte ze al lijstjes met aandachtspunten en oefeningen om empathischer te worden. Ze vond dat ze genereuzer, aandachtiger en bezorgder moest zijn. Toen al zag ze dat ze moeite had anderen te bereiken en echt te zien. Haar grote angst was nooit genoeg voor anderen te kunnen betekenen.

Die lijstjes zijn heel aangrijpend. IK BEN GEEN GOED MENS stond er in hoofdletters boven geschreven. Ze heeft daar haar hele leven mee gewor- steld. Wat mij intrigeerde, is waarom het haar in de Balkanoorlog wél lukte om zo vanzelfsprekend iets voor anderen te betekenen en in de rest van haar leven niet. In het omsingelde Sarajevo snakten ze naar iemand als Susan Sontag om te doorgronden wat er gaande was en de aandacht van de wereld te vangen. Ze reisde er in volle overtuiging heen om daar tussen de beschietingen door een toneelstuk

te regisseren. Meerdere keren in haar leven heeft ze het opgenomen voor anderen, met wisselend succes. Met haar reis naar Vietnam bruuskeerde ze veel mensen, maar in Sarajevo werkte haar gedrevenheid wel. Zij begreep van nature wat de mensen nodig hadden. Je zou kunnen denken: wat moet je met een toneelstuk in een belegerde stad en waarom neem je in hemelsnaam Chanel N°5 mee naar een oorlog? Kun je niet beter broden in je koffer stoppen? Maar nee, Susan begreep dat de mensen daar snakten naar waardigheid en menselijkheid, juist omdat de omstandigheden zo verschrikkelijk waren. Mensen stap- ten met gevaar voor hun leven in hun mooiste kleding over de puinhopen om naar het toneelstuk te kunnen kijken.

Dat heeft Susan goed aangevoeld, ze snapte wat die mensen doormaakten en ging daar subtiel mee om. Toen ze bijvoorbeeld merkte dat mensen zich geneerden om sigaretten van haar aan te nemen en liever stilletjes haar peuken uit de asbak meenamen, stak ze de ene sigaret na de andere op en liet ze links en rechts liggen. Ze kon dus wel degelijk empathisch zijn, alleen kwam dat er onder normale omstandigheden vaak niet uit. Volgens mij is dat een vorm van autisme, dat kan haast niet anders.”

3. Ben en jij zijn allebei schrijvers. Geeft dat wrijving?

“Nee, integendeel. We voeden elkaar. Wij zijn met z’n drieën zo een! Als ik een boek schrijf, heb ik altijd sterk het idee dat ik dat samen met Ben en Lex schrijf. Ook al zit ik in mijn eentje achter die schrijftafel, ik rust toch opde vleugels van die andere twee. Ik heb ook geen moment gedacht dat
ik met deze roman de biografie van Ben zou kunnen overschaduwen. We kennen geen jalousie de métier. En hij is op eigen kracht ook wereldwijd zo groot geworden. Toen Ben de Pulitzer­ prijs won, werd me gevraagd of ik jaloers was. Natuurlijk niet! Als je van iemand houdt, ben je alleen maar trots. Het zijn geen twee of drie aparte levens, het is één leven wat je leidt met z’n allen.

Bovendien, ik kan nooit wat Ben doet en Ben kan niet wat ik doe. We doen allebei ons eigen ding en dat is zo eigen dat het elkaar niet bijt. Als historicus moet Ben zich aan de feiten houden en heel precies dicht bij de waarheid blijven. Dat kan ik niet; ik kan alleen maar in roman­ termen denken. Dat betekent dat ik de grote gaten invul. Ik heb het nodig dat het bloemrijk, groots en theatraal wordt. Ik moet het na kunnen voelen en zoek naar de emoties die je uit de pure feiten niet kunt aflezen. De kunst bij heftige emoties is om ze heel klein te houden. De lezer heeft zelf ook bepaalde dingen meegemaakt en vult wat ik weglaat uit zichzelf in, dan hoef ik het niet meer in bloederige details op te schrijven. In literatuur werkt dat het best, is mijn ervaring.”

Verder lezen?

Lees het vervolg van dit verhaal in Zin 10. Nu in de winkel. Of bestel ‘em hier online.

De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief

INTERVIEW: MARGRIET DE GROOT | BEELD: CORBINO & Benjamin Moser