Powervrouwen longarts Wanda de Kanter, sportanalist Leonne Stentler, architect Francine Houben en voormalig minister Hanke Bruins Slot volgen alle vier hun innerlijke missie. Opgeven? NEVER!
Longarts Wanda de Kanter (1959) zag als kind al het onrecht in de wereld. Nu strijdt ze tegen de tabaksindustrie. “Ik kan pas dood als er geen nicotineproduct meer aan nieuwe generaties verkocht mag worden.”
Wanda:“Tot mijn 12de heb ik in het buiten- land gewoond, voor het werk van mijn vader bij Shell. In Sudan zag ik heel goed de verschillen tussen rijk en arm. Later op kostschool in Den Haag, het voormalige Burgerweeshuis waar ook nog wezen woonden, kwam ik dit opnieuw tegen. Al jong leerde ik dat de zwakke- ren in de samenleving de klappen opvangen. En juist zij lopen meer risico op gedragsziektes zoals obesitas, longkanker en hart- en vaatziekten, door ongezond eten, roken of overmatig alcoholgebruik. ‘Dat doen ze toch zelf,’ hoor je vaak in de samenleving. Maar je kunt niet
zomaar de schuld bij hen neerleggen. Mensen zitten in een vicieuze cirkel.
De tabaksindustrie richt zich met hun reclames op de zwakkeren in de samenleving en op minderheidsgroepen. Te beginnen met kinderen. Als longarts kon ik dat niet meer aanzien. Ik weet hoe moeilijk het is om te stoppen met roken; het is woest verslavend. Mijn leven lang wilde ik arts worden, maar ik rookte wél vanaf mijn twaalfde. Heel lang was ik niet van plan om te stoppen. Ik dacht dat ik aan kanker dood zou gaan: waarom zou ik oud moeten worden? Een onzinargument, natuurlijk. Je wilt hélemaal niet doodgaan aan kanker. Ik was een stiekeme roker, tot mijn destijds tienerdochter mij ’s nachts betrapte. “Wil je mijn moeder wel zijn?” vroeg ze. En vervolgde: “Als je longkanker krijgt, ga je dood.” Haar reactie was zó confronterend. Ik heb haar bezworen om nooit meer te roken. Intrinsieke motivatie doet veel. Jarenlang voerde ik met collega en vriendin Pauline Dekker in mijn vrije tijd strijd tegen de tabaksindustrie. Op wereldwijde congressen voor longartsen merkte
ik dat niemand het over roken had. Het was een non-issue. Terwijl de tabaksindustrie verantwoordelijk is voor jaarlijks acht miljoen doden wereldwijd. Rechtszaken tegen de tabaksindustrie is ……..
Sportanalist Leonne Stentler (1986) leerde op jonge leeftijd als voetbalster voor zichzelf op te komen in een typische mannenwereld. Ze volgt haar hart en zet nog steeds het vrouwenvoetbal op de kaart.
Leonne: “Heel lang heb ik het gevoel gehad dat ik me moest bewijzen als voetbalster. Nu ik als voetbalanalist werk, kan het nog weleens de kop opsteken. Stom, want ik weet dat ik een voetbal wedstrijd goed kan analyseren. Met die bewijsdrang had ik lange tijd een haatliefdeverhouding. Als tiener wilde ik soms met voetbal stoppen. Ik werd een elftal lager gezet, omdat mijn trainer maar één plek had voor een meisje in zijn team. Daardoor kwam ik in een elftal van puberende jongens terecht, die
elke week wilden knokken. Gezellig in de kleedkamer zitten was er niet meer bij. Opeens veranderden de verhoudingen onderling. Tegelijkertijd voelde ik een enorme innerlijke drive om door te gaan. Ik heb altijd een sterke drang gehad om mijn eigen weg te volgen.
Net als mijn oudere broer wilde ik op voetbal. Meidenvoetbal was er niet, dus speelde ik tot mijn 19de in een jongensteam. Mijn ouders moesten moeite doen om mij als meisje op een club te krijgen. Trainers en ouders zaten er niet op te wachten. Ik begreep niet waarom ik anders was. Met steun van mijn ouders leerde ik om voor mezelf op te komen en mijn droom na te jagen. Maar pas bij Jong Oranje durfde ik werkelijk op mezelf te vertrouwen. Dat ik voor Jong Oranje geselecteerd was, gaf zo’n enorme boost. Ik wist wel dat ik het kon, maar tot die tijd durfde ik er niet echt in te geloven. Mijn talent werd eindelijk erkend en beloond. Ik heb mooie wedstrijden voor ADO Den Haag, Ajax en het Nederlands elftal gespeeld, tot ik een blessure kreeg. Ik zat in de bloei van mijn carrière. Door alle complicaties moest ik zes maanden met mijn been omhoog. Dat was een mentale uitdaging. Toch ging ik voor mijn comeback; het willen presteren ………
Architect Francine Houben (1955) realiseert prestigieuze inter nationale projecten. Maar ze vergeet nooit waar ze vandaan komt. Daarom zet ze zich in voor de leefbaarheid in de achterstandswijken van Heerlen Noord en Rotterdam Zuid.
Francine:“Als kind was ik al bezig met het observeren van de lokale samenleving en de omgeving. Mijn vader werkte voor de Staatsmijnen, en later voor Gasunie. Voor zijn werk verhuisden we van Heerlen naar Den Haag en Groningen. Ik leerde me snel aanpas- sen aan een nieuwe omgeving, en zag de verschillen. Net als mijn broer wilde ik bouwkunde studeren aan de TU Delft. Dat was niet heel gewoon in die tijd. Tien procent van de studenten bouwkunde was vrouw en daarvan zat vier procent op de TU
Delft. Ik voelde me direct als een vis in het water. Mijn interesse in techniek, schoonheid in combinatie met maatschappelijke betrokkenheid zit in mijn karakter. Ik wil naast fantastische opdrachten als de New York Public Library of de verbouwing van De Nederlandsche Bank ook een verschil maken in de samenleving. Dat heb ik van huis uit meegekregen. Mijn moeder vond als dochter van de dorpsarts dat
je voor iedereen moest zorgen.
Door een uitzending bij Jinek, waar ik vertelde over de documentaire die Ivo Niehe over mij heeft gemaakt, raakten mijn ideeën voor Rotterdam-Zuid in een stroomversnelling. Oud-minister Eric Wiebes en voormalig voorzitter Klimaatberaad Ed Nijpels zaten aan tafel, in verband met het bereikte Klimaatakkoord. Eva vroeg mij wat ik nog wilde doen, omdat ik al zoveel bereikt had in mijn leven. Ik hoefde er geen seconde over na te denken: een duurzaam toekomstplan voor Rotterdam-Zuid maken. Ik woon in Rotterdam en een deel van het jaar in New York, en voel me betrokken bij de stad. ‘B&W van Rotterdam, ga eens koffie drinken met Francine,’ riep Eva op de camera. En zo geschiedde. De maanden erna schetste ik een toekomstperspectief. Later, in coronatijd, ontstond er spontaan een manifestgroep met onder meer onderwijsinstellingen, woningcorporaties en ziekenhuizen. Samen schreven we een ……
Veteraan en oud-minister van Binnen- en Buitenlandse Zaken Hanke Bruins Slot (1977) ging op missie in Uruzgan en pakte als minister van beide ministeries problemen aan door samen te werken. “Alleen dan haal je de eindstreep.”
Hanke:“ Als tiener wilde ik militair worden. Het leek me fysiek en mentaal uitdagend en je levert een bijdrage aan de veiligheid van andere mensen. Maar een studie rechten en bestuurskunde leek me ook interessant. ‘Ga nu eerst maar studeren,’ reageerde mijn omgeving. Erna werkte ik een aantal jaar als beleidsmedewerker bij het ministerie van Binnenlandse zaken. Toch liet die meisjesdroom me niet los en ik meldde me aan bij de Koninklijke Militaire Academie. Bewust koos ik voor het onderdeel artillerie; werken bij bijvoorbeeld de juridische dienst kan je ook elders doen. Door deze carrièrewisseling leverde ik zestig procent van mijn salaris in. Maar ik voelde dat hier mijn hart lag. Doorzetten en buiten de gebaande paden denken, heb ik ook wel geleerd van de zus van mijn vader. Zij had een lichamelijke beperking en was een groot voorbeeld. Ze keek altijd naar wat wél mogelijk was. Zo probeer ik ook in het leven te staan. Na mijn opleiding ging ik aan de slag als pelotonscommandant pantserhouwitser.
Ik was de tweede vrouwelijke pelotonscommandant sinds de jaren 70. Voor mij is het altijd belangrijk geweest dat je authentiek bent, of je nu man of vrouw bent. Je moet jezelf zijn en laten zien dat je met elkaar iets kunt bereiken. Alleen dan haal je de eindstreep. Met die instelling werkte ik ook als minister van Binnenlandse en Buitenlandse Zaken. Ik heb het altijd belangrijk gevonden om gebruik te maken van de kracht en deskundigheid van mijn team, zoals op het gebied van mensenrechten en de oorlogssituatie in Oekraïne. In je eentje bereik je niks. In 2008 werd ik als pelotonscommandant leidinggevende van een groep militairen en uitgezonden naar Tarin Kowt in Uruzgan. Dáár heb ik vooral meegekregen wat er gebeurt met een samenleving als er geen veiligheid meer is en ouders geen ………..
Meer lezen?
Lees het vervolg van de interviews met Bart Chabot’s powervrouwen in Zin 12. Nog tot 14 november 2024 in de winkel. Of bestel ‘em hier online.
De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief
INTERVIEWS: INGRID SPELT | BEELD: MARK UYL