Hij besloot zeven jaar geleden Yolanda gewoon gelijk te geven. Het Zuid-Franse vakantieroer werd omgegooid: voortaan reizen Bart Chabot & Co af naar het noorden. Naar Zweden om precies te zijn. Waar ook dit jaar het vakantiehuis trouw op ze wacht en weer hún huis wordt. Dat van Bart, Yolanda, Sebastiaan, Maurits, Storm en Splinter Chabot.
Opeens had ik er genoeg van.
“Ik weet niet hoe jij erover denkt,” zei ik tegen Yolanda, “maar nu ben ik het zat.”
“Wat ben je zat?” vroeg Yolanda.
We gingen met onze vier jongens – Sebastiaan, Maurits, Splinter en Storm – voor de zoveelste keer tijdens de zomervakantie naar Zuid-Frankrijk, en voor de zoveelste keer was er op de Route du Soleil een kilometerslange file, eentje richting Valence. Maar daar stonden we niet eens in: wij stonden
al ruim een halfuur vast op de afrit naar een benzinestation.
“Dat we in de file staan,” zei ik tegen Yolanda, “om te mógen tanken.”
“Schat,” zei Yolanda, die wist dat een lief woord hielp, “dan gaan we voortaan toch naar het noorden?”
Dat gezichtspunt was nieuw voor me.
“Wat zou je zeggen,” zei ze, “van Zweden?”
“En, had ik gelijk of niet?” zei Yolanda toen we van onze eerste Zweedse zomervakantie met alleen een file ter hoogte van Hamburg naar Nederland terugkeerden. Ze had gelijk, zoals ze wel vaker het gelijk aan haar zijde had. Alleen wachtte ik even om het toe te geven.
Systembolaget
Zweden dus. Dit jaar zijn we voor de zevende keer op rij op weg naar een vakantiehuis aan een meer in Zweden dat gaandeweg ‘ons’ vakantiehuis is geworden. De blokhut, familiebezit, wordt door mede-eigenares Lisa bijna alleen nog aan ons verhuurd. Verschil met voorgaande jaren is dat vanwege de hittegolven en bosbranden in Zuid-Europa, het noorden door meer landgenoten is ontdekt. De files rond Hamburg zijn langer dan gewoonlijk, en op de boot waarmee je een stuk van de route kunt afsnijden, wemelt het van de Nederlandse kentekenplaten. Een trend, schat ik, die de komende jaren zal aanhouden. En gelijk hebben ze, onze landgenoten, zoals Yolanda dat jaren eerder had. De enige tussenstop die we ons eenmaal in Zweden op weg naar ‘ons’ huis veroorloven, is de Systembolaget in Hörby. Festivalbier is in de supermarkt verkrijgbaar, maar voor alcohol kun je uitsluitend terecht in de staatswinkels. Die sluiten om vijf uur stipt, en geen minuut Bij aankomst ligt de sleutel op de ons bekende plek. Lisa vertrouwt ons, en zal zich niet laten zien.
In het houten huis zullen de jongens, die op eigen gelegenheid komen, zonder morren in stapelbedden slapen, en de later arriverende schoondochters ook. Wij vinden dat allen heel gewoon: je bent nooit te oud voor een stapelbed. Het is windstil. Met als gevolg dat de weinige wolken díe er zijn, blijven. De bladeren aan de bomen bewegen niet: zij hebben ook vakantie. Wat me aan mijn moeder doet denken die, als de vakantiedrukte haar door mijn toedoen boven het hoofd groeide, zei: “Het is ook míjn vakantie!” Vaak volgde er dan een klap.
Dan wordt het tijd om het meer te begroeten. Nieuwsgierig krabbelt het water ons kleine privé strand op. Om zich na een poosje gerustgesteld terug te trekken. Het meer heeft ons herkend van vorige vakanties: we zijn door de ballotage. Het duurt niet lang voordat Yolanda het water inloopt en zwemt. De vakantie is begonnen. Later, in de vooravond, als de zon een eind is opgeschoven, verschijnen er schaduwen tussen de bomen en op het pas gemaaide gazon rondom ons huis. Maar die schaduwen boezemen me geen angst in.
Hässleholm
De dichtstbijzijnde stad is Hässleholm. Daar gaan we elke vakantie heen. Niet omdat er zo heel
veel gebeurt, maar omdat je er à la wijlen Martin Bril altijd wel een column kunt opsnuiven.
Zo ook dit jaar.
De vier jongens zijn inmiddels aangekomen. Als Yolanda gaat winkelen, vergezelt Splinter haar.
Wij – Sebas, Mau, Storm en ik – nemen met onze koffies plaats voor het raam van de plaatselijke vestiging van het Espresso House. Ons geduld wordt niet op de proef gesteld. Een in het zwart geklede vrouw haalt een portie frites bij de Pastavagnen op het Stadsplein, steekt het plein over en leunt tegen de gevel van een juwelier.
Ze is wat ouder, maar nog niet oud. Ze eet twee, drie frieten, wat de ruim twintig kraaien die haar en haar gewoontes kennen net genoeg tijd geeft om een halve kring voor haar te vormen, klaar voor de fritesdistributie. Die verloopt zonder incidenten. De kraaien zullen alle aan de beurt komen, en dat weten ze. Een voor een doopt ze de frites in de mayonaise en werpt die een kraai toe. Het hoofd van de juwelier verschijnt een tel voor het etalageraam, maar hij komt niet naar buiten om zijn beklag te doen.
Als de frites op zijn, gooit ze vork en bakje in de prullenbak naast de bloembak. Dan wandelt ze via de Stationsgatan in de richting van het station. De kraaien volgen haar op de voet. Daar ging ze, met haar gezin….
Verder lezen?
Benieuwd naar het vervolg van de Zweedse reisavonturen van de familie Chabot? Je leest het in Zin 12, waarvoor Bart Gasthoofdredacteur was. Nog tot 14 november 2024 in de winkel. Of bestel ‘em hier online.
De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief
TEKST: BART CHABOT. BEELD: YOLANDA CHABOT, SPLINTER CHABOT, MAURITS CHABOT