Stuntelig en stom. Dat kunnen mensen zijn als ze proberen betekenis aan hun leven te geven, vindt docent Nederlands en schrijver Martijn Simons (1985). Hij laat dat pijnlijk goed zien in zijn nieuwe roman Het einde van de wereld zoals wij die kennen. Waarin alle leden van een gezin op de drempel van de 20ste eeuw verwoed proberen hun leven nú een andere wending te geven.
Je bent schrijver én docent Nederlands. Hoe zie je jezelf vooral? Laten beide zich goed combineren?
“Op dit moment vooral als auteur, maar dat kan per dag verschillen. Ik heb nu net een roman in de winkel, en in de aanloop naar de publicatie ben ik natuurlijk heel erg met dat boek bezig. Maar zodra ik voor de klas sta, is dat wat ik doe. Op dat moment ben ik docent. Maar ik moet zeggen dat die twee rollen ook regelmatig in elkaar overlopen. Dat is wat het zo leuk maakt om beide te zijn.”
Hoe spoor jij je leerlingen aan om vooral te gaan lezen? En welke auteurs beveel je ze aan?
“Aansporen tot lezen is heel simpel: gewoon verplicht laten lezen in de les en zorgen dat je goede boeken kunt aanraden. Je moet dus veel literatuur kennen, het echt bijhouden. Maar misschien nog belangrijker: je moet je leerlingen kennen. Je moet weten welk boek voor welke leerling geschikt is. De een geef ik Tekenen van het universum van Emy Koopman en de ander De instructies van Carolina Trujillo.”
Heb je als schrijver zelf een voorbeeldschrijver gehad?
“Het eerste voorbeeld was A.F.Th. van der Heijden. Die zeven delen van De tandeloze tijd, allemaal met datzelfde typografische omslag. Nog voor ik er een letter in gelezen had, hadden die boeken al een haast mythische status voor mij. En toen ik het, zo in de vijfde, zesde klas ging lezen, werd ik echt omvergeblazen. Dat dít kan met literatuur, zo iets groots maken, zo compromisloos te werk gaan. Dat vond ik waanzinnig.”
Zojuist verscheen je nieuwe roman Het einde van de wereld zoals we die kennen. De titel triggert wel. Kun je hem toelichten?
“Het boek speelt in de zomer van 1999. De millenniumcrisis is wellicht aanstaande en hangt boven elke dag, zij het op afstand. Elk van de personages in de roman denkt: misschien is dit wel de laatste zomer. Oftewel: de laatste kans om dingen te veranderen. Om je leven nog één keer een beslissende wending te geven.”
Het gezin Vilderink vertrekt naar Tsjechië. Voor de uitwisseling van de tennisclub. Allemaal willen ze eigenlijk iets anders. Wat precies?
“Uiteindelijk willen ze allemaal gezien worden. Ze zoeken erkenning van hun bestaan. Alleen doen ze dat allemaal op onhandige en soms onsympathieke manieren. Dat is wat het boek laat zien: hoe stuntelig en stom mensen kunnen zijn in hun pogingen om betekenis aan hun leven te geven.”
Alex kiest ervoor per fiets naar Tsjechië af te reizen. Waarom?
“Er zijn twee redenen. Om te beginnen wil hij niet met zijn ouders elfhonderd kilometer in een busje zitten. Maar belangrijker: hij is van plan een tussenstop te maken bij een Duits kasteel waar het meisje op wie hij heimelijk verliefd is, aanwezig is op een bruiloft. Daar wil hij haar de liefde verklaren. Het loopt anders.”
Alex, Leonie en Timmie zijn alle drie heel verschillend. Wat is het dat hen bindt behalve natuurlijk de familieband?
“Ik denk niet dat er per se iets is dat hen bindt. Dat is juist het punt met familie: ze zijn verbonden, wat ze er verder ook van vinden. En omdat ze nog zo jong zijn – de oudste is 19 – kennen ze ook niet veel anders. Dat proces van losmaken, daar zitten twee van hen middenin. Dat maakt veel dingen juist zo pijnlijk.”
De relatie tussen ouders Peter en Janine loopt niet op rolletjes. Zijn kinderen dan genoeg om bij elkaar te blijven? En hoe redden Peter en Janine zich ondertussen?
“Ze redden zich door zich allebei te richten op een andere persoon. En tegelijkertijd zijn ze heel erg ‘samen’, dat wil zeggen: ze gaan als gezin naar Tsjechië, waar iedereen hen ziet als gelukkig gezin met van die leuke kinderen die ook nog eens goed kunnen tennissen. Dat is wat het zo eenzaam maakt, natuurlijk.”
Er wordt gesteld dat het gezin Vilderink de aankomende millenniumwisseling ziet als ‘naderend onheil’. Waarom?
“In 1999 werd de jaarwisseling echt gevreesd. Er zijn miljoenen uitgegeven om alles goed te laten verlopen, er was een speciale ‘taskforce’ in het leven geroepen door de overheid, er stond veel op het spel. Voor de familie Vilderink in het boek is het onheil dus vooral een scenario, een mogelijkheid. En die mogelijkheid zorgt ervoor dat alle gezinsleden het idee hebben dat ze nog één kans hebben. Voor wat dan ook.”
De roman speelt aan het eind van de 20ste eeuw. Haalde je hiervoor inspiratie uit je eigen jeugd? Hoe zag je zelf de eeuwwisseling toen, weet je dat nog?
“Ik was zelf een puber in 1999, ik heb heel veel herinneringen aan die tijd. Ik weet dus nog goed hoe groot die millenniumheisa was en hoe weinig ik me er eigenlijk bij kon voorstellen. We zouden wel eens niet meer kunnen pinnen… Ik vond het spannend, dat weet ik nog wel, misschien wel juist omdat het zoiets groots en abstracts was.”
Ben je toevallig alweer bezig met een volgend boek?
“Ik ben altijd bezig met een nieuw boek. Een romanidee heb ik toevallig ook weer, maar dat laat ik even rusten. Daar wordt het beter van. Bovendien ben ik eerst nog met een Young Adult-thriller bezig, die verschijnt in het voorjaar. Ook werk ik aan een non-fictieboek, samen met leerlingen van de school waar ik werk. Een heel bijzonder project waar ik de komende maanden heel veel mee bezig zal zijn.”
Over het boek
In de zomer van 1999 vertrekt de familie Vilderink naar het Tsjechische Žamberk voor de jaarlijkse uitwisseling van de tennisclub. Jongste zoon Timmie lijkt als enige over talent en doorzettingsvermogen te beschikken, puberdochter Leonie is bezig met het ontdekken van haar seksualiteit en heeft als ontluikende kunstenaar haar zinnen gezet op Berlijn, oudste zoon Alex is vooral op zoek naar vrijheid. Hij reist per fiets naar Žamberk, maar niet alleen omdat hij geen zin heeft om meer dan duizend kilometer met zijn familie in een busje te zitten. Ondertussen vertoont het huwelijk van ouders Peter en Janine al een tijd barstjes, de kinderen lijken het enige wat hen nog bindt. Met het naderende onheil van de millenniumwisseling in het verschiet zoeken alle familieleden onderweg naar Žamberk naar een mogelijkheid om hun leven een radicale wending te geven.
(Het einde van de wereld zoals wij die kennen, Thomas Rap, € 24,99)
Over de schrijver
Martijn Simons (1985) is auteur en docent Nederlands. Hij publiceerde eerder de romans Zomerslaap, Ik heet Julius, Destiny (met Casper Vandeputte, onder het pseudoniem Simon Caspers), De Hollandse droom en Heidelberg.
Foto: Keke Keukelaar
Winactie
Helaas, deze keer geen winactie!