Zelf schoenen maken. Yolanda Chabot doet het en kán het. Modejournalist Liddie Austin (1959) van de rubriek Fashion volgens Liddie wil daar het fijne van weten. ‘Je ziet naaldhakken, maar intussen liep ik gewoon op stevige blokhakken’
Ik ben in de woestijn van mijn schoenenleven aangekomen. Mijn kast staat vol met de prachtigste exemplaren, maar ik kan ze niet meer aan. Dankzij hallux valgus (een scheve grote teen – red.) aan beide voeten, doen de meeste schoenen tegenwoordig pijn. Heel soms trek ik nog wel- eens hakken aan voor een zitfeestje waar ik per auto naartoe ga, maar meestal bedenk ik me al voordat ik de deur uit ben. Uít die schoenen, gauw mijn sneakers aan. Nu heb ik het geluk dat je daar tegenwoordig overal
mee kunt aankomen, maar toch. Ik mis gewone schoenen, ik mis het silhouet dat ik had toen ik nog wel
hakken kon dragen, ik voel me vaak klein zonder. Jammer genoeg ben ik niet zoals Yolanda Chabot:
die maakt gewoon haar eigen schoenen. Ze maakt trouwens ook haar eigen tassen én haar eigen sieraden.
“Naast mijn werk als arts heb ik altijd iets creatiefs gedaan,” vertelt ze. “Een dag heeft een ochtend, een middag en een avond. In de ochtend en de middag werkte ik tot voor kort, ’s avonds kan ik iets anders doen. Toen de kinderen klein waren en bijtijds naar bed gingen, had ik daarvoor alle gelegenheid en nu al helemaal. Ik kijk nooit naar televisieseries, dat scheelt. Dan houd je veel tijd over.” Net als de rest van haar gezin is Yolanda een maker. Waar haar man en de meeste van haar zonen met woorden aan de slag gaan, werkt zij het liefst met haar handen. “Als kind vond ik het al leuk om alles wat ik tegenkom uit elkaar te halen om te zien hoe het is gemaakt. Als ik er dan niet achter kom of het zelf niet kan maken, ga ik een cursus volgen om het te leren.” In het verleden leerde ze onder (veel) meer oude meubels restaureren, meubels maken en edelsmeden (zo ontwierp en maakte ze onlangs de verlovingsringen van haar oudste zoon Sebastiaan en zijn Joosje). Daarna kwam het leer: eerst leerde ze tassen maken, nu volgt ze al twee jaar met veel plezier een cursus ambachtelijk schoenmaken. Sinds kort zit ze op naailes. “Ik maak wat ik zelf mooi vind. Het is niet ieders smaak, maar ik doe het puur voor mijn eigen plezier. Dat is voor mij de ultieme vrijheid.”
Zelf schoenen maken is behoorlijk uitdagend, zegt ze. “Je begint met het maken van een houten leest, die je helemaal aanpast aan alle knobbels en andere afwijkingen van je voeten. Daar maak je een afdruk van, en daar dan weer deelpatronen van die je uitsnijdt in leer: buiten- leer en voeringleer, en deels versteviging. Er moet een binnen- en buiten- zool komen; je plakt en stikt en hamert alles aan elkaar op de leest. Het is echt veel werk. Over mijn eerste paar laarzen heb ik een halfjaar gedaan. Dat het ingewikkeld is, maakt voor mij deel uit van de aantrekkingskracht. Ik merk dat mijn aandacht verslapt als ik iets eenmaal kan.”
Een goede schoen moet wat haar betreft lekker zitten én iets opvallends hebben. “Ik houd erg van asymmetrie, dus mijn schoenen hebben altijd iets subtiel afwij- kends: de binnenzolen kunnen van kleur verschillen; een versiering kan bij de ene schoen aan de binnenkant zitten en bij de andere aan de buitenkant. Niet iedereen valt dat op, maar een schoenmaker ziet het meteen.” Omdat het maakproces zo ingewikkeld is, kost een paar op maat gemaakte schoenen algauw een paar duizend euro. Maar dan heb je ook wat. Je kunt zelfs weer hakken dragen als je dat wilt, zegt Yolanda. “Voor het Boekenbal, waar wij dit jaar de hoofdgasten waren, heb ik pumps gemaakt waarop ik het de hele avond kon uithouden. Ik wilde graag naaldhakken, maar dat trek ik tegenwoordig niet meer. Dus ik heb een mooie, versierde naaldhak gemaakt, die ik in epoxy heb gegoten. Je ziet dus naaldhakken, maar intussen liep ik gewoon op stevige blokhakken.”
Sinds ze zelf schoenen en tassen maakt, let ze meer op wat andere mensen dragen. “Mensen kiezen vaak voor schoenen die ‘overal bij passen’. Niet iedereen heeft natuurlijk de mogelijkheid om meerdere stijlen te kopen, maar ik vind het toch jammer dat veel mensen zich niet meer kleden voor een speciale gelegenheid. Ik zal nooit in mijn dagelijkse kloffie naar het theater of een restaurant gaan. Ik ren niet zomaar naar buiten maar denk even na: moet ik niet iets passends aan? Bart en de jongens doen dat ook, met Splinter als het meest uitgesproken voorbeeld. Het geeft kleur aan het leven.”
En kleur, dat vindt ze belangrijk. Of het nu tassen, schoenen of haar interi- eur betreft: kleur kenmerkt haar werk. “Mijn kleding is gek genoeg bijna altijd zwart of monochroom, maar om me heen heeft alles kleur.”
Na het verhaal van Yolanda krijg ik meteen zin om ook een cursus te gaan volgen – een leven lang leren, zo moet het! Maar qua schoenen wordt het denk ik eerder sparen. Wie weet kan ik dan ooit weer een (bescheiden) hak verwelkomen in mijn leven… ■
Meer lezen?
Yolanda Chabots’ verhaal is te lezen in Zin 12. Dit nummer van gasthoofdredacteur Bart Chabot ligt nog tot 14 november 2024 in in de winkel. Of bestel ‘em hier online.
De beste artikelen in je mailbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief