BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Verpleegkundige Cathelijne Verboeket-Crul

Verpleegkundige Cathelijne Verboeket-Crul

Het leven loslaten

Als iemand niet meer beter wordt, verandert het perspectief. Interessanter om een bijdrage aan te leveren dan aan genezing, vond verpleegkundige Cathelijne Verboeket-Crul (1970). Dus besloot ze zo’n vijftien jaar geleden om in een hospice te gaan werken. Over haar ervaringen schreef ze een indrukwekkend boek: Het leven loslaten.

Aan honderden sterfbedden heb je gezeten. Wat maakt het werk als verpleegkundige in een hospice zo bijzonder voor jou?

“Het werk is zo bijzonder omdat elke aanloop naar het sterfbed uniek is. Ieder mens doet dit op zijn eigen wijze. Het is een kwetsbare fase in het leven van mensen en hier deelgenoot van te mogen zijn, dit te mogen begeleiden, maakt mijn werk nooit hetzelfde. Daarnaast is sterven niet alleen een lichamelijk proces maar ook psychisch: angst en verdriet, sociaal: in verbinding met familie en vrienden, en existentieel/spiritueel: afronden van het leven/terugblikken op het leven, spirituele krachtbronnen. Als verpleegkundige zie ik al deze dimensies bij stervenden terug en wordt op mij een beroep gedaan mensen hierbij te ondersteunen, een luisterend oor te bieden, nabij te zijn. Dat is ongelooflijk waardevol, ook voor mijn eigen leven. Het laat me stilstaan bij vragen als: wat doet er werkelijk toe? Wat zijn voor mij belangrijke waarden in mijn leven in verbinding met mijn omgeving?”

Hoe ben je in dit werk terechtgekomen?

“Ik heb lang gezocht naar mijn uiteindelijke werkbestemming. Eerst werkte ik op een  oncologische afdeling waar vooral genezing centraal staat. Door de jaren heen werd ik me ervan bewust dat de zorg voor mensen die ongeneeslijk ziek zijn en in de laatste fase van hun leven zitten, mij meer voldoening geeft. Als iemand niet meer beter wordt, verandert het perspectief. Dat vind ik persoonlijk interessanter om een bijdrage aan te leveren, dan aan genezing. Ik heb – nu bijna vijftien jaar geleden – bewust de keuze gemaakt in een hospice te gaan werken.”

Je combineert patiëntenzorg met wetenschappelijk onderzoek. Kun je uitleggen hoe je dat doet?

“Naast mijn opleiding Verpleegkunde heb ik sociologie gestudeerd. Vanuit deze twee achtergronden combineer ik drie dagen patiëntenzorg met een dag onderzoek. Patiëntenzorg geeft de inspiratie, onderzoek de verdieping. Een hele mooie combinatie. In mijn boek beschrijf ik hoe we een onderzoek hebben gedaan naar sterven in de slaaphouding. We hebben allemaal onze eigen, vertrouwde houding om in slaap te vallen maar sterven doorgaans op onze rug. Hoe natuurlijk is deze sterfhouding eigenlijk en zou het niet meer comfort voor stervenden geven als we in onze vertrouwde slaaphouding zouden overlijden?”

In je boek Het leven loslaten bied je ons als lezer via tien verhalen van patiënten een inkijkje in het hospice en in hun laatste weken. Hoe kwam je tot de selectie van deze verhalen? En hoe ben je vervolgens te werk gegaan?

“Door de jaren heen heb ik verschillende notities gemaakt tijdens en na mijn werk. Situaties waarvan ik dacht: die wil ik onthouden om met een breder publiek te delen. Ik wilde een beeld schetsen hoe er op dit moment in Nederland wordt gestorven en hiermee de aanloop naar de dood een gezicht geven. Toen ik in het hospice begon, was er bij patiënten minder behoefte aan regie over het stervensproces. Door de jaren heen heb ik dit zien verschuiven, de regiebehoefte en maakbaarheid van het stervensproces nemen een steeds grotere plek in. In mijn boek besteed ik hier aandacht aan, bijvoorbeeld door hoofdstukken te wijden aan euthanasie, bewust stoppen met eten en drinken en palliatieve sedatie. Maar ook hoe ‘de dood laten komen zoals die komt’ en erop vertrouwen dat het gaat zoals het gaat een steeds bewustere keuze is van mensen. Ook vind ik het belangrijk om stil te staan wat er zoal speelt rond het sterfbed: onverwachte krachtbronnen als sterfbedvisioenen, vergeving, seksualiteit en intimiteit. Onderwerpen waarbij we in de dagelijkse praktijk maar zelden bij stilstaan, maar die wel een sterfbed kunnen kleuren op een positieve wijze.”

Waarom wilde je dit boek schrijven? Wat vind je belangrijk om de lezers mee te geven?

“Hoewel ieder sterfbed uniek is, is de gemene deler toch wel dat mensen niet bang zijn om dood te zijn, maar wel bang zijn om dood te gaan. Met mijn boek hoop ik mensen te informeren over hoe een stervensproces eruit kan zien, welke krachtbronnen er zijn. En ook dat je met goede palliatieve zorg klachten als pijn, misselijkheid en angst kunt verminderen waardoor er nog ruimte kan zijn voor een gouden randje in de laatste fase van het leven, zowel voor stervenden als voor hun dierbaren.”

Welke patiënt is je vooral bijgebleven? Waarom?

“De patiënt die bewust stopte met eten en drinken om de dood te versnellen. Met goede palliatieve zorg en kennis over BSTED is het een waardig stervensproces. Het vraagt echter doorzettingsvermogen om dit proces aan te kunnen, zowel van de patiënt alsook de naasten en zorgverleners eromheen. Met name wanneer dorstgevoelens een rol spelen, is het lastig om uit medemenselijkheid geen water te geven. Tegelijkertijd weet je ook als je water geeft, dat het sterven dan langer op zich laat wachten terwijl de patiënt dit juist graag wil. Als zorgverlener heb je een belangrijke begeleidende rol dit proces in goede banen te leiden, maar voel je je soms ook machteloos als iemand lijdt aan dorst al kiest iemand hier zelf voor.”

Wat kunnen wij leren van mensen die de dood in de ogen kijken?

“Twee dingen. Eén: veel mensen blikken terug op hun leven in het hospice en hebben spijt van dingen die ze hebben gedaan of juist hebben gelaten. Zij leerden mij dat er elke dag de mogelijkheid is jezelf de volgende vraag te stellen: Leef ik het leven dat ik wil leven en zo niet, wat zou ik dan anders kunnen doen? Zelfs op je sterfbed kun je jezelf deze vraag nog stellen en jezelf vergeven, of dingen waar je spijt van hebt rechtzetten en je leven op die manier op een fijne manier afronden. Twee: mensen zijn bang om dood te gaan en het lijkt ondoenlijk om alles los te laten wat je lief is. Het mooie en meest troostrijke is dat je lichaam je hierbij helpt. Lichamelijke teloorgang heeft in die zin een functie: het neemt je geest mee. Het lichaam wordt steeds zwakker en vermoeider waardoor mensen zich geleidelijk aan steeds meer onthechten van hun omgeving en in een andere staat van bewustzijn komen. Het lichaam neemt je ziel of geest zachtjes mee als een scheepje dat uitvaart.”

Je maakt intense momenten mee. Hoe zorg je ervoor dat je overeind blijft staan?

“Het werkt bezielt me. Ik ervaar het zelden als intens in de zin dat ik het mee naar huis neem. Het is betekenisvol werk in verbinding met zovelen: patiënten, naasten, collega’s, vrijwilligers. Werk waarbij ik me zou vervelen of waarin ik mijn passie niet zou kwijt kunnen: dat zou me thuis juist bezighouden en beklemmen.

Als er een aangrijpende gebeurtenis is of het verlies van een patiënt me extra raakt, dan zoek ik de geestelijk verzorger in ons hospice op die me een luisterend oor biedt en me helpt bij het reflecteren op mijn emoties. Ook hebben we regelmatig een moreel beraad met ons team wanneer zich ingewikkelde ethische dilemma’s voordoen. Dit biedt andere perspectieven om naar een situatie te kijken en mentale verlichting.”

Sommigen mensen overlijden thuis, anderen in een hospice. Is het een boven het ander te verkiezen?

“Nee, het is een persoonlijke voorkeur. De meeste mensen in Nederland sterven het liefste thuis. Als dit niet mogelijk is om praktische of andere redenen, dan is een hospice een prachtige huiselijke en professionele plek om te sterven.”

Hoe is het schrijven je bevallen? Kunnen we nog een keer een boek van jouw hand verwachten?

“De verhalen kwamen naar me toe, ik heb er in die zin weinig moeite voor hoeven doen. Ik heb me vooral laten inspireren door de ervaringen van patiënten en hun naasten, en wat dit met mijzelf deed. Het schrijfproces was in die zin ook reflectief. In alle rust kon ik stilstaan bij situaties waar ik in de dagelijkse praktijk vaak weinig ruimte voor neem. Vooralsnog heb ik geen nieuwe schrijfplannen, maar misschien dient zich een thema aan waarvoor ik toch weer graag in de pen klim.”

Over het boek

Het leven loslaten. Een verpleegkundige, haar patiënten en het stervensproces, thuis en in het hospice Cathelijne Verboeket-Crul heeft inmiddels aan honderden sterfbedden gezeten, dag en nacht begeleidt ze de zorg voor patiënten. Met Het leven loslaten geeft ze een unieke inkijk in hoe mensen omgaan met de naderende dood en de wijze waarop ze hun leven in de laatste weken of dagen vormgeven, met de keuzes en dilemma’s die hierbij horen. Het proces van loslaten kan ook tot persoonlijke groei en innerlijke vrede leiden met (onverwachte) krachtbronnen zoals levenseinde-ervaringen of vergeving. Een boek over palliatieve zorg, euthanasie, intimiteit en seksualiteit, en mensen die bewust stoppen met eten en drinken om de komst van de dood te versnellen.

(Het leven loslaten, De Arbeiderspers, € 21,99)

Over de schrijver

Cathelijne Verboeket-Crul (1970) is verpleegkundig specialist palliatieve zorg bij Academisch hospice Demeter/AxionContinu en consulent bij het Palliatieteam Midden-Nederland, waar ze artsen en verpleegkundigen advies geeft over palliatieve zorg. Het leven loslaten is haar eerste boek.

Zin in?

Wij geven 3 exemplaren van Het leven loslaten weg. Kans maken? Deel je gegevens in onderstaand winformulier en wie weet. Meedoen kan t/m 11 december.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."