BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Voorpublicatie Dagelijkse rituelen

Voorpublicatie Dagelijkse rituelen

Inspiratie voor intentioneel leven

Routines zijn er niet voor niets: wie creatief wil zijn moet elke dag weer in ‘de flow’ zien te komen. Ter troost én inspiratie voor alle mede-ploeteraars heeft schrijver Ernst-Jan Pfauth voor zijn boek Dagelijkse rituelen de gekste, meest inspirerende rituelen en gewoontes die beroemdheden erop nahouden verzameld. In deze voorpublicatie kun je de kunst afkijken bij Andre Rieu, Simone de Beauvoir en Jane Austin. Doe er je voordeel mee!

André Rieu (1949)

Nederlandse violist en orkestleider. Hij richtte in 1987 het Johann Strauss Orchestra op en bereikt met populaire klassieke muziek een miljoenenpubliek. Met zijn orkest treedt hij wereldwijd op en hij verkocht meer dan veertig miljoen albums.

André Rieu bakt elke middag om vier uur iets lekkers. Geen grote slagroomtaart, maar wel een ‘lekker hapje’, vertelt hij in een interview met Gezond Thuis, het magazine van Envida. Zoals een mini-portie kaiserschmarren. ‘Heerlijk, met een klontje boter en poedersuiker.’ Of soezen, Bossche bollen of een kalfskroketje naar recept van de Amsterdamse bakker Cees Holtkamp. Deze hobby ontstond toen hij tijdens de coronalockdowns niet mocht optreden. Sindsdien is het vaste prik. In hetzelfde interview citeert hij Goethe: ‘Jeder ist seines Glückes Schmied’ (‘Je bent de smid van je eigen geluk’). Rieu: ‘Je moet je leven zelf in de hand nemen en niet lijdzaam afwachten of er misschien iets voor je gedaan wordt. Ik kook en bak graag en vind dat heel ontspannend om te doen.’ En bovendien maakt hij er anderen ‘ook erg blij mee’.

Verder probeert hij zo gezond mogelijk te leven, door vers en gevarieerd te koken, niet te roken en geen alcohol te drinken. Dan moet een dagelijkse lekkere zonde wel kunnen.

Bovendien heeft de orkestleider een indrukwekkend sportritme. Dat begint met vijf keer per week trainen, samen met zijn zoon Pierre. Onder de straffe leiding van een personal trainer doen ze anderhalf uur aan bankdrukken, leg presses, gewichtheffen en nog veel meer. Op andere dagen wandelt Rieu lang en veel, vaak met zijn vrouw Marjorie en hun hondje.

Daarna komt de verdiende ontspanning. Daar hoeft Rieu niet naar te zoeken. Na een optreden, als de adrenaline nog door zijn lijf giert, is slapen geen optie. Ook dan bieden bakactiviteiten bakken uitkomst, door YouTube-filmpjes van bijvoorbeeld Cees Holtkamp te kijken. Die worden uiteraard opgeslagen om de volgende dag zelf uit te proberen.

Simone De Beauvoir (1908-1986)

Franse schrijver en denker van het existentialisme. Haar boek La Deuxième Sexe (Ned. vertaling: De tweede sekse), dat in 1949 verscheen, is een mijlpaal binnen het hedendaagse feminisme.

‘Ik heb altijd haast om te beginnen, hoewel ik in het algemeen geen zin heb om een begin te maken met de dag,’ zei De Beauvoir in een interview met The Paris Review in 1965. ‘Ik neem eerst een kop thee en dan, ongeveer om tien uur, kom ik op gang en werk ik door tot één uur. Dan ontmoet ik vrienden en daarna, om vijf uur, ga ik weer aan het werk, waarmee ik doorga tot negen uur. Het kost me geen moeite om ’s middags de draad weer op te pakken.’ En De Beauvoir had inderdaad zelden moeite met werken; het was eerder andersom: als ze haar jaarlijkse twee of drie maanden vakantie nam, merkte ze dat ze al snel verveeld raakte en zich ongemakkelijk voelde na een paar weken weg van haar werk.

Hoewel De Beauvoirs werk op de eerste plaats kwam, draaide haar dagindeling ook om haar relatie met Jean-Paul Sartre, die duurde van 1929 tot zijn dood in 1980. (Ze hadden een intellectuele kameraadschap met een nogal bijzonder seksueel ingrediënt: volgens een afspraak, die Sartre bij aanvang van hun relatie had voorgesteld, was het hun beiden toegestaan andere geliefden te hebben, maar ze moesten elkaar daar dan wel alles over vertellen.) De Beauvoir werkte ’s ochtends meestal in haar eentje, en ging daarna lunchen met Sartre. ’s Middags werkten ze in stilte samen in het appartement van Sartre. ’s Avonds gingen ze naar een politieke of sociale bijeenkomst, als dat op Sartres programma stond, en anders gingen ze naar de film of dronken ze whisky in het appartement van De Beauvoir, en luisterden ze naar de radio.

De filmer Claude Lanzmann, die van 1952 tot 1959 De Beauvoirs minnaar was, ondervond deze regeling aan den lijve. Hij beschreef hoe het begin was, toen ze samen gingen wonen in het Parijse appartement van De Beauvoir:

“De eerste ochtend dacht ik nog even in bed te blijven liggen, maar ze stond op, kleedde zich aan en liep naar haar werktafel. ‘Jij werkt daar,’ zei ze, wijzend naar het bed. Dus ik stond op en ging op de rand van het bed zitten, rookte en deed alsof ik aan het werk was. Ik geloof dat ze tot lunchtijd niets tegen me gezegd heeft. Vervolgens ging ze naar Sartre en lunchten ze samen. Soms ging ik mee. ’s Middags ging ze naar zijn appartement toe en werkten ze drie, misschien vier uur. Vervolgens waren er bijeenkomsten, afspraken. Daarna ontmoetten we elkaar voor het avondeten en bijna altijd gingen Sartre en zij dan apart zitten, om haar commentaar op wat hij die dag geschreven had te bespreken. Ten slotte gingen zij en ik terug naar het [appartement] om te slapen. Geen feesten, geen recepties, geen burgerlijke standaard. Dat gingen we totaal uit de weg. Er was alleen maar sprake van de hoofdzaken. Het was een leven zonder overbodigheden, een opzettelijk geconstrueerde eenvoud zodat ze in staat was haar werk te doen.”

Jane Austin (1775 – 1817)

Britse schrijver wier boeken – waaronder Sense and Sensibility (Ned. vertaling: Verstand en gevoel), Pride and Prejudice (Ned. vertaling: Trots en vooroordeel) en Emma – behoren tot de meest gelezen boeken in de Engelse taal.

Austen heeft nooit op zichzelf gewoond en verwachtte niet haar dagelijks leven in eenzaamheid door te brengen. Haar laatste huis, een cottage in Chawton, een dorpje in Engeland, vormde daarop geen uitzondering: ze woonde er met haar moeder, haar zus, een goede vriendin en drie bedienden, en er kwam, vaak onaangekondigd, een gestage stroom vrienden langs. Desalniettemin was Austen, tussen het moment dat ze in 1809 in Chawton neerstreek en haar dood, opmerkelijk productief: ze herzag vroege versies van Sense and Sensibility en Pride and Prejudice voor publicatie, en schreef drie nieuwe romans: Mansfield Park, Emma en Persuasion (Ned. vertaling: Overtuiging).

Austen schreef in de woonkamer, ‘onderworpen aan allerlei terloopse onderbrekingen’, vertelde haar neef.

“Zorgvuldig zag ze erop toe dat bedienden of bezoekers of anderen buiten de kring van haar eigen familie niet zagen wat ze aan het doen was. Ze schreef op kleine velletjes papier die makkelijk weggelegd konden worden, of afgedekt met vloeipapier. Tussen de voordeur en de werkruimtes bevond zich een deur die kraakte als die geopend werd; maar ze wilde niet dat dit kleine ongemak verholpen werd, omdat het haar waarschuwde als er iemand aankwam.”

Austen stond vroeg op, nog voor de andere vrouwen opstonden, en ging dan pianospelen. Om negen uur maakte ze ontbijt voor de familie, het enige huishoudelijke werk dat ze deed. Daarna ging ze in de woonkamer zitten om te schrijven, vaak dicht bij haar moeder en zus, die dan rustig zaten te naaien. Als er zich bezoekers aandienden, verborg ze haar papieren en ging ook naaien. Het diner, de hoofd- maaltijd van de dag, werd tussen drie en vier geserveerd. Daarna werd er geconverseerd, gekaart en theegedronken. De avond werd doorgebracht met het hardop voorlezen uit romans, en Austen las haar familie dan ook voor uit haar werk-in-wording.

Ofschoon ze niet de onafhankelijkheid en privacy had die een hedendaagse schrijver zich zou wensen, was de gang van zaken in Chawton toch nog niet zo slecht voor Austen. Haar familie respecteerde haar werk, en haar zus Cassandra nam het merendeel van de last van het huishouden op de schouders – een enorme opluchting voor de schrijver, die ooit schreef: ‘Het lijkt me onmogelijk om te schrijven met een hoofd dat gevuld is met schaapsgebraad & porties rabarber.’

Over de schrijver

Ernst-Jan Pfauth. Ik ben schrijver en interviewer, en mede-oprichter van De Correspondent en POM. Op zijn site publiceert hij artikelen over intentioneel leven en hoe dat bijvoorbeeld tot uiting komt in het beoefenen van dankbaarheidwekelijks evalueren van keuzes en bewust je geld uitgeven en investeren. Sinds 2018 archiveert de Koninklijke Bibliotheek pfauth.com om als ‘digitaal erfgoed’ voor de lange termijn te bewaren.

Over het boek

Het geheime ingrediënt van bijna elk meesterwerk is routine. Deze routines zijn er niet voor niets: wie creatief wil zijn moet elke dag weer in ‘de flow’ zien te komen. Wie wist bijvoorbeeld dat Armin van Buuren zijn telefoon niet aanraakt tot na het ontbijt, of dat Beethoven elke ochtend precies 60 bonen telde voor zijn koffie?

Dagelijkse rituelen is een verzameling van routines, gewoonten en obsessies van bekende creatieven, ondernemers en makers die onmisbaar bleken in het scheppingsproces van hun meestwerken. Gecureerd door Ernst-Jan Pfauth, voor meer inspiratie voor een Intentioneel leven.