‘Je bent nog heel lenig’
De jarige Renate Dorrestein krijgt complimenten van de fysio.
Renate Dorrestein (1954) schrijft in iedere Zin waar een vrouw zoal tegenaan loopt – tegenwoordig vooral zichzelf
Een vriend van me werd 70 en was daar erg content mee. 60 had hij maar een kinderachtige leeftijd gevonden, zei hij. Al die 60’ers die nog zo nodig méé moeten blijven doen en krampachtig roepen dat ze zich zo jong en fit voelen, hij had het er helemaal mee gehad. Op je 70ste kon je er tenminste rustig voor uitkomen dat je een oude knar was, met een kraakje hier en een barstje daar, je kon je eindelijk ongegeneerd in je leeftijd laten zakken.
Stram en stijf
Ik voelde een heel eind met hem mee. Ook ik heb soms de indruk dat het mij niet wordt vergund om op mijn gemak 62 te zijn. Duistere krachten spannen samen om iedereen in de rol van forever young te duwen. Laatst deed zelfs mijn eigen rug daaraan mee door een ongemak te vertonen waarvan mijn fysiotherapeut me lang geleden had bezworen dat het typisch een jongemensenkwaal was en dat ik er met het vorderen der jaren steeds minder last van zou krijgen. Dat klopte: hoe strammer en stijver ik werd, hoe beter het met me ging.
Met pensioen
Maar vorige week kreeg mijn rug opeens de kolder in de kop en besloot een beetje de jonge meid uit te hangen. Kermend ging ik in oude agenda’s op zoek naar het telefoonnummer van de fysio. Bleek hij inmiddels hoog en droog met pensioen te zijn. Kent u dat, dat uw hulpverleners opeens van de radar verdwijnen omdat ze zijn gestopt met werken? Zowat alle vaderlijke en moederlijke types die mij door diverse levenszeeën heen hebben geloodst, zijn inmiddels vervangen door jonkies, en zelfs het land wordt tegenwoordig bestuurd door lieden die decennia jonger zijn dan ik. Dat lijkt me trouwens de natuurlijke loop der dingen, en het onderstreept alleen maar dat ik zelf ook langzaam naar de rand van het podium opschuif.
Nieuwe avonturen
Maar goed, ik had dus een nieuwe fysiotherapeut nodig en die vond ik gelukkig snel. Hoopvol wierp ik me in zijn armen waarna hij me vakkundig dubbelvouwde, plat bulldozerde en weer uitschudde. Ah, pijn weg. Hosanna! “Je bent nog heel elastisch, hoor,” zei hij, terwijl hij om dat te bewijzen mijn hoofd bijna van mijn romp draaide. “Heel beweeglijk, soepel en lenig. Heel jóng.” Mooi gesproken, alleen voelde het op mijn 18de allemaal heel anders dan nu. Een beweeglijke bast is absoluut iets om dankbaar voor te zijn, maar daarmee zijn we niet nog steeds jóng. En waarom zouden we dat ook levenslang moeten blijven? Jong zijn we immers al lang genoeg geweest, dus nu op naar nieuwe avonturen.
Tekst: Renate Dorrestein. Deze column stond in Zin 13- 2016.
En nee, zij staat niet ondersteboven op bovenstaande foto.