Je kind als opvolger
In een goedlopend familiebedrijf komt vroeg of laat het moment dat het stokje wordt doorgegeven aan een volgende generatie.
Maar bij een succesvolle overname komt een heleboel kijken. Jos Kamp (1959) bereidt twee zoons van 29 en 24 voor om zijn assurantiekantoor over te nemen. Hij zette met succes het bedrijf voort dat zijn opa begon.
Verzekeringen
JOS: “Mijn opa en vader waren aannemer en in die tijd deed je dan de verzekeringen erbij. Door de jaren heen zijn de bedrijven gesplitst: twee broers zijn verder gegaan als aannemer en ik specialiseerde mezelf in verzekeringen. Vandaag de dag verzorgen we totaalpakketten voor onze klanten, van wie sommigen al drie generaties tot ons klantenbestand behoren. Net zoals je naar één dokter gaat, geven wij één financieel advies. Daarin betrekken we bijvoorbeeld pensioen, hypotheek en verzekeringen.
Van vader op zoon
Twee van mijn vier zoons willen graag in het bedrijf werken. De oudste loopt al een tijdje mee. Hij heeft een assessment gedaan waaruit zijn capaciteiten bleken om een goede directeur te worden. Ik betrek hem bij besluitvorming en voortgangsgesprekken met onze zeven werknemers.
De tweede zoon zal later instromen wanneer hij klaar is met zijn studie, ook hij deed al een assessment. De een gaat zich meer op de processen richten, de ander meer op het klantcontact. Ze worden allebei aandeelhouder en moeten het aandeel aan elkaar verkopen, mochten ze niet meer door een deur kunnen. Ik vind het moeilijk om te stoppen, maar na veertig jaar is het tijd om af te bouwen. Het geeft rust dat ik het goed geregeld heb.”
Tekst: Victor de Kok