Een interview met: Breyten Breytenbach
Thuis is waar ik mijn hand op de boeken kan leggen die mij bezighouden.'
De Zuid-Afrikaanse dichter en schilder Breyten Breytenbach (1939) was even in Nederland. Margriet de Moor sprak hem!
Zijn dikke dichtbundel is net verschenen, een rijke selectie uit de gedichten die hij de afgelopen tien jaar heeft geschreven. Hij is bijna 80 maar blijft een vitale man. Hij spreekt een zangerig Nederlands. Nieuwsgierig vraag ik naar zijn naam. Hij lacht. “De zus van mijn vader had een zoon die voor mijn geboorte gestorven is. Zij was zo gehecht aan onze familienaam dat ze haar zoon een deel van die naam gaf. Toen mijn tante mijn ouders vroeg mij naar haar gestorven zoon te vernoemen, gebeurde dat dus. Het heeft me altijd het gevoel gegeven een plaatsvervanger te zijn.”
Waar voelt u zich thuis?
“Thuis is waar ik mijn hand op de boeken kan leggen die mij bezighouden. Als ik instinctief weet waar ze zijn, dan is dat thuis. Als we in Europa zijn, wonen we in Parijs of in ons huis in Spanje. We hebben een dubbelstel van wat ik nodig heb, inclusief de voor mij essentiële boeken.”
Waarom Spanje en niet Zuid-Afrika?
“We verlangden naar meer zon en meer ruimte dan in Parijs. Zuid-Afrika is mij vreemd geworden, ik heb meer begrip voor West-Afrika. Daar kan ik Afrikaan zijn en ben ik betrokken bij projecten op het gebied van democratisering, kunst en cultuur. Er is nog een lange weg te gaan. De politieke kaste is zo vervreemd van het dagelijks leven, zeker in Zuid-Afrika. De mensen aan de macht voelen geen verantwoordelijkheid. Zuma en zijn trawanten hebben geen respect voor hun eigen mensen. Ik hoop dat we niet afstevenen op een vernietigend rassenconflict of etnisch conflict.”
U dicht en schildert. Heeft u beide even lief?
“Het liefst schilder ik. Schilderen is bevredigender en ontspannend. Het is fysiek, je kunt het ruiken en voelen. En als je iets gedaan hebt, zie je het onmiddellijk. Er staat iets waar je de volgende ochtend aan kunt verder werken. Bij een gedicht is dat moeilijker, dat schrijf je in een moment. Dic hten is intens en dichters zijn geneigd om vroeg op te branden. Je werkt jezelf een labyrint in dat vaak leidt tot illusies, verstoringen en pathologische gevallen. Als je alleen maar gedichten schrijft, word je vroeg of laat helemaal gek. Schilderen heeft mij van die gekte behoed.”
De gedichtenbundel van Breyten Breytenbach, De zingende hand, is onder andere hier verkrijgbaar.