Boeddha en de poten van een leeuw
Rondreis door Sri Lanka deel 2
Wetlands en badende vrouwen
In Negombo, aan de westkust, ben ik een paar dagen geleden aan mijn rondreis door Sri Lanka begonnen. Ik start er met een boottocht door de Muthurajawela Wetlands. Voor ik het bootje instap, zie ik een aanplakbiljet dat waarschuwt voor vallende kokosnoten.
Drasland
Zo’n tropische verrassing kan snelheden bereiken van 80 km per uur als-ie naar beneden valt. Op het water ben ik veilig. Hoewel, er schijnen krokodillen in dit drasland te zitten. Een paar makaken zitten elkaar in een boom achterna, een ijsvogel vliegt verschrikt op. Vissers die tot hun kin in het water staan om hun netten te inspecteren kijken met een brede glimlach op als ons bootje voorbij tuft. Met die krokodillen zal het wel meevallen.
Leeuwenkoning
Van de Wetlands reis ik door naar het centrale binnenland. Mijn bestemming: Sigiriya, dat ‘leeuwenrots’ betekent. Een 180 meter hoge monoliet die de omliggende jungle domineert. Koning Kassapa I liet hier in de 5de eeuw zijn paleis bouwen. Wie op audiëntie bij de koning mocht komen, moest eerst langs een reusachtig beeld van een leeuw. Vandaar de naam. Alleen de poten van het beest zijn nog intact.
Rondborstig
Om de rots heen werden watertuinen en fonteinen aangelegd. De vijfhonderd dames van Kassapa’s harem mochten eens per dag via geheime gangen en trappen komen baden. Volgens de legende keek de koning dan van bovenaf toe. De rotswanden waren in die tijd versierd met fresco’s van rondborstige vrouwen. Een aantal daarvan kun je nog zien.
Playboy Mansion
Deze archeologische Playboy mansion staat sinds 1982 op de Unesco werelderfgoedlijst. Wie de restanten van het paleis wil bekijken, moet een fikse klim naar boven maken. Via smalle, 19de-eeuwse smeedijzeren trappen die zijn vastgeklonken aan de rotswand. Niet geschikt voor mensen met hoogtevrees. De Indiana Jones in mij moet het uiteindelijk halverwege afleggen tegen de zinderende zon en hoge luchtvochtigheid. Tip: bezoek Sigiriya ’s morgens vroeg of laat in de middag.
Reizen per walmende dieseltrein
Er is géén voertuig dat je een eerlijkere indruk geeft van het land dan de trein, schreef Dimitri Verhulst ooit. De tuktuk is inmiddels bij het station van Kandy aangekomen en ik klim aan boord van een walmende dieseltrein. Het spoorwegsysteem in Sri Lanka werd in 1864 door de Britten aangelegd om thee en koffie te kunnen vervoeren. Tegenwoordig geldt het als een van de mooiste spoorroutes ter wereld.
Even afkoelen
Langzaam zet de trein zich in beweging. Rammelend en stampend ploetert hij door een inderdaad adembenemend groen berglandschap richting het zuiden. Dwars door de jungle en langs onberispelijk bewerkte theeplantages. We passeren golfplaten hutjes en koloniale villa’s. Ik zie mensen die verkoeling zoeken bij een waterval en smoezelig wasgoed dat tussen palmbomen te drogen hangt.
Reis naar de dansles
De eersteklascoupé met airco leek een aantrekkelijke optie maar ik ben blij dat ik in de tweede klas ben gaan zitten. Fijn tussen de locals én met de mogelijkheid om – letterlijk – uit het raam te hangen. Naast mij in de schommelende wagon zit een klein oud dametje gekleed in een turquoise sari. Haar kleindochter, die voor ons zit, gaat naar dansles en de hele familie gaat mee. Ze vullen een groot deel van de coupé.
Koekjes van eigen deeg
Het eerder verkregen blik met koekjes gaat rond. De cadans van de trein maakt loom. Maar het hoge piepende geluid van staal op staal als we een bocht maken, zet me weer op scherp. Kleurig geklede theepluksters kijken op van hun werk. Net als de trein is ook thee hier ooit door de Britten naartoe gehaald.