Onder Hollandse Helden
In gesprek met meesterinterviewer Frénk van der Linden.
In Onder Hollandse Helden – Valkuilen en levenslessen van een vragensteller bundelt Frénk van der Linden de meest leerzame van de honderden interviews die hij heeft gedaan. Met de verschijning van het boek opent een gelijknamige tentoonstelling in Museum de Fundatie. Wij spraken de journalist voor over de meest indrukwekkende interviews, de expositie en ouder worden.
Wat maakte juist die gesprekken in uw bundel zo leerzaam?
Frénk: “Praten met Cruijff over seks voor de wedstrijd, of met Tatjana over haar zus die zoek was in de Joegoslavische oorlog, of met Freddy Heineken over zijn ontvoering heeft me vooral geleerd dat het portret dat je van iemand schetst misschien nog meer zegt over jou dan over degene die je portretteert. De hand van de schilder zit altijd in het doek. Je probeert iemand goed uit de verf te laten komen, maar jij kiest bepaalde kleuren, de compositie, het licht dat je op iemand laat vallen. Onbewust toon je daarmee ook jezelf. Ik was de ene keer een drammer, de andere keer lief, maar ook wijs, dommig, warm, naïef, en gelukkig dikwijls ontzettend nieuwsgierig. In mijn boek wilde ik laten zien hoe ik me met vallen en opstaan heb ontwikkeld. In Onder Hollandse Helden heb ik de stukken opgenomen die dat het sterkst weerspiegelen.”
Welk interview is u het meest bijgebleven?
“Voor Avenue maakte ik een dubbelinterview met twee Albert Heijns. Neven. Beiden waren kandidaat om topman van het supermarktconcern te worden. De één was te kwetsbaar voor het zakenleven, hij verdiepte zich in Indiase kunst. De ander ging dat grote bedrijf leiden. Gelukkig maakte het hem lang niet altijd. ‘Niemand heb ik zo vaak voor klootzak uitgemaakt als Albert Heijn’, zei hij tegen me. Het zal me tot mijn dood blijven intrigeren wat precies maakt dat een mens wordt wat hij wordt. We zijn ongrijpbare en onbegrijpelijke wezens.”
In de tentoonstelling gaan 25 van uw journalistieke portretten ‘een dialoog aan met beeldende kunstportretten’. Wat kunnen we ons daarbij voorstellen?
“Naast mijn portret van koningin Beatrix hangt bijvoorbeeld de zeefdruk die topkunstenaar Andy Warhol van haar heeft gemaakt. En een schitterende foto, en nog zo wat. Hoe kijken die verschillende portrettisten tegen die ene mens aan? Hoeveel ‘Beatrixen’ zijn er? En: wat zijn vervolgens weer de interpretaties van de museumbezoekers van die portretten? Dé waarheid bestaat niet. Een persoonlijke waarheid van Piet of Puk wel.”
De tentoonstelling opent op de dag dat u 60 wordt. Hoe denkt u over ouder worden?
“Jarenlang heb ik het moeilijk gevonden om van mezelf te houden. Zo makkelijk ik bij de emoties van geïnterviewden kon, zo moeilijk kon ik bij die van mijzelf. Tot ik zeven jaar terug een tv-documentaire maakte waarin ik mijn vader en moeder ondervroeg over hun strijd: sinds hun dramatische scheiding, veertig jaar eerder, hadden ze geen woord meer met elkaar gewisseld. Daar zat ik erg mee. Die film leidde tot hun verzoening. Er brak iets in mij, er ging iets open, ik weet niet precies hoe ik het zeggen moet. Laat ik het heling noemen. Als je wilt, mag je mijn hele journalistieke oeuvre in de vuilnisbak gooien – behalve die documentaire.”
De tentoonstelling Onder Hollandse helden is te zien t/m 7 januari bij Museum de Fundatie in Zwolle. Meer informatie op Museumdefundatie.nl.