BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
‘Een viagrapil, graag’

‘Een viagrapil, graag’

Als eerbetoon een column van Renate Dorrestein

Renate Dorrestein (1954) was van 2013 tot haar overlijden in 2018 columniste van Zin. Als eerbetoon aan Nederlands liefste en grappigste schrijver plaatsen we de komende weken elke dag een column van Renate.

De apotheek

Laatst stond ik in de apotheek op mijn beurt te wachten. Wachten hoort bij de apotheek zoals nat worden hoort bij de regen, het is onvermijdelijk. Iedere klant vereist immers langdurig rammelen op de computer en andere bewerkelijke handelingen. Ook die dag waren er zes mensen vóór mij. Met het blote oog viel niet waar te nemen wat zij mankeerden, maar niemand gaat zonder reden naar de apotheek, dus bij wijze van tijdverdrijf sloeg ik aan het gissen. Die jonge vrouw daar, met die paardenstaart, kwam wellicht voor de anticonceptiepil, of ze moest medicijnen voor haar oude moeder ophalen. Maar ja, voor hetzelfde geld had ze iets vreselijks onder de leden en waren haar dagen geteld.

Lotgenotencontact

Wat vreemd eigenlijk, dat we daar met z’n zevenen stoïcijns voor ons uit stonden te kijken, alsof er geen vuiltje aan de lucht was, alsof er bij niemand van ons sprake was van pijn of ongemak, van angst en vrees. Eigenlijk, viel me in, was de apotheek nou juist een aangewezen plaats voor wat lotgenotencontact. Om je hart te luchten, patiëntentips uit te wisselen, elkaar te bemoedigen, en daarna gesterkt je weg weer te vervolgen. Wat zou iedereen ervan opkikkeren om zich even in elkaars narigheid te verdiepen in plaats van alleen maar in de eigen misère. Meteen begon ik op hol te slaan, want aan de rand van mijn geest doemde de gedachte op dat de apotheek ook de plek bij uitstek is voor een WK Huilen. Een toernooi in korte en lange etappes om te meten wie het hardst kan brullen.

De viagrapil

Wat geweldig als je een prijs zou kunnen verdienen met het van je af blèren van je ellende, in plaats van die manhaftig te moeten dragen, met het zoveelste recept van de dokter in je zweterige hand. Maar op dat moment werd mijn aandacht getrokken door de man die net de beurt was. Met luide stem zei hij: “Een viagrapil, graag.” Het werd doodstil. De apothekersassistente schraapte haar keel. “Daarvoor moet u eerst naar de huisarts,” zei ze. De man hoekte zijn schouders in een vervaar lijk vierkante stand. “Maar ik heb die pil nú nodig,” zei hij, op de quasiredelijke toon van iemand die op het punt staat ernstig te flippen. “Het spijt me,” zei de apothekersassistente en wendde zich tot de volgende wachtende. De viagra­man sloeg zowat een deuk in de toonbank, maar droop toen af. Iedereen nam weer een neutrale wachthouding aan, geroutineerd elkaars blik vermijdend. Ik ook. Wat kon mij het eigenlijk schelen wat al die lui mankeerde, een beschaafd mens hield dat vóór zich.

Foto: Merlijn Doomernik