De wereld van C.S. Lewis
Noord-Ierland in 4 literaire tours
Fabrieken en scheepswerven. Smalle straten, kleine arbeiderswoningen. Glooiende heuvels met boerenland. Journalist Kim van Dam ontdekt in Noord-Ierland dat eenvoudig leven dé inspiratiebron was voor menig woordkunstenaar. Ze neemt je mee op vier tours rond even zoveel grote namen uit deze streek: zanger Van Morrison, kinderboekenschrijver C.S. Lewis, de Brontë-familie en Nobelprijswinnaar Seamus Heaney.
Dit is deel 2 van de literaire rondreis door Noord-Ierland. Deel 1, over Van Morrison, lees je hier.
2. C.S. Lewis
Sta oog in oog met de figuren uit de boeken van een van ’s werelds grootste kinderboekenschrijvers op het C.S. Lewisplein in Belfast. Wandel of fiets daarna langs de rivier.
Doen alsof
“It’s Sunday afternoon, we pretend to have class,” aldus de vriendelijke verkoper op de luchthaven van Belfast. Nadat ik een miniflesje wijn bij hem heb afgerekend, haalt hij een ‘echt’ wijnglas voor mij bij de bar verderop. Die vriendelijkheid verbaast mij niet meer na een verblijf van enkele dagen in Noord-Ierland. Dit deel van Groot-Brittannië blijkt een gebied waar Nobelprijswinnaars hun oude vrienden niet vergeten en waar grote zangers vol trots over hun eenvoudige afkomst zingen. En waar iedereen eindeloos praat over de mensen die via hun romans, poëzie of muziek helpen dit prachtige stukje aarde op de kaart te zetten. Ze hebben ook allemaal wel met zo iemand in de klas gezeten. Of kennen ‘de tante van’. Noord-Ierland is met minder dan twee miljoen inwoners maar met een jaloersmakend aantal literaire grootheden eigenlijk gewoon een uitgestrekt dorp.
Tour 2 – De wereld van C.S. Lewis
Opeens sta ik oog in oog met een leeuw. En een heks, en een kledingkast. In maar enkele stappen verruil ik het leven van Van the Man voor de wereld van een van de grootste kinderboekenschrijvers ooit: C.S. Lewis. Als kind verslond hij de boeken in zijn vaders boekenkasten en schreef hij zelf verhalen. Uiteindelijk publiceerde hij ruim dertig boeken. Miljoenen kinderen groeiden op met De kronieken van Narnia. Figuren uit die boeken vind je nu rond het C.S. Lewisplein in Oost- Belfast. Acht indringende sculpturen van personages uit het boek The lion, the witch and the wardrobe (Het betoverde land achter de kleerkast). Met QR-codes kan ik op mijn telefoon korte filmpjes over elk beeldhouwwerk bekijken.
De beelden vormen samen een van de initiatieven om East-Belfast op de kaart te zetten. Want het oosten van de stad, aan de andere kant van de rivier, was lange tijd een gebied dat toeristen meden. Wat hadden ze er ook te zoeken? Er staan veel (lege) fabrieken, de straten zijn niet heel bijzonder en er waren verder geen toeristische trekpleisters. Maar met het Titanic bezoekerscentrum kreeg Belfast in 2012 een toeristentrekker van formaat.
Hip
Opeens steekt iedereen de rivier Lagan over en wandelt via de boulevard langs de nieuwe appartementen, hippe cafés en restaurants naar het architectonische pareltje waar de historie van het bekendste cruiseschip ooit wordt verteld. Iets voorbij het zilverkleurige gebouw – in de volksmond ‘de ijsberg’ genoemd – staan de iconische gele kranen van Harland and Wolff. Zij kregen de bijnamen Samson en Goliath. De straten in Oost-Belfast zijn heerlijk rustig en er liggen verschillende fietsroutes, zoals de Comber Greenway. Prettig om op deze manier het stadsdeel van Morrison, Lewis en de scheepswerven te ontdekken. Ik leer er ook dat de namen van alle grote schepen die in Belfast werden gebouwd op ‘ic’ eindigen.
Dit was deel 2 van de literaire rondreis door Noord-Ierland. Deel 3, over de familie Brontë, vind je vanaf morgen hier.
Ook leuk
Linen Hall Library (17 Donegall Square) heeft een unieke collectie boeken van C.S. Lewis. Ook als je meer wilt weten over The Troubles moet je hier zijn. Jimmy Vitty (hoofd van de bibliotheek toen de problemen tussen de katholieken en protestanten begonnen) kreeg in een bar een folder van een van de partijen in de hand gedrukt en bewaarde die. Dat was het begin van een collectie die je nu in het trappenhuis van de bibliotheek.
Tekst: Kim van Dam