‘Hij was de oude, wijze tuinman’
Als eerbetoon een column van Renate Dorrestein
Renate Dorrestein (1954) was van 2013 tot haar overlijden in 2018 columniste van Zin. Als eerbetoon aan Nederlands liefste en grappigste schrijver plaatsen we de komende weken elke dag een column van Renate.
Oude tuinman
De violen staan alweer in mijn tuin, en daardoor moet ik steeds denken aan meneer De Goeij, mijn oude tuinman. “Kijk dan,” zeiden we ieder jaar tegen elkaar, “viooltjes zijn toch net de gezichtjes van Chinese kinderen?” Meneer De Goeij was allang gepensioneerd toen hij op mijn pad kwam, maar hij was geen man om ook maar een minuut stil te zitten. Zelfs toen hij al in de 80 was, bleef hij komen om mijn gras te maaien, de borders te wieden en de heesters te snoeien.
Levende natuur
Ieder voorjaar kreeg hij van zijn vrouw een keurige nieuwe donkerblauwe stofjas om in te werken, en dan vertelde hij me steevast wat een lieve vrouw hij toch had, met zulke heerlijk zachte handen, en hoe lekker ze iedere dag kookte. Ze was zijn tweede vrouw, hij was weduwnaar (met vier dochters) toen hij haar ontmoette. Zijn leven kan alles bij elkaar niet gemakkelijk zijn geweest, maar hij was een milde man die zich om het kleinste al bevoorrecht voelde. Hij beschouwde mijn tuin zo’n beetje als de zijne en overlaadde iedere bol en knol met zijn aandacht en zijn liefde. Hij kon werken als een paard, maar vooral was hij net de oude, wijze tuinman uit een sprookje. “Het is nu eenmaal levende natuur,” zei hij plechtig als er iets doodging. Meneer De Goeij was zelf ook levende natuur, dus ook aan zijn aardse bestaan kwam op een dag een einde.
Mand viooltjes
“Meneer De Goeij is dood,” zei ik tegen mijn violen, toen ik het verdrietige bericht had ontvangen. Het was stralend weer. Echt meneer De Goeij-weer. Ik kon me niet voorstellen hoe het mijn tuin ooit zou lukken om zonder hem door te groeien en te bloeien. Ik liet meteen een grote mand viooltjes bij het uitvaartcentrum bezorgen. Die verdween bijna in de bloemenzee rond zijn kist, zag ik tijdens de begrafenis. Maar toen ik na afloop zijn vrouw condoleerde, vroeg ze me of ik het goed vond dat zij die mand mee naar huis nam. Ze vertelde dat haar man op de zaterdag voordat hij overleed, tegen haar had gezegd: “Ik moet bij het tuincentrum nog viooltjes voor je gaan halen.” Die zouden ze samen in bakken zetten, voor op het balkon, en er dan misschien wel tot in juni samen plezier van hebben. We keken allebei naar de mand, zij en ik. Zie je wel, net de gezichtjes van Chinese kinderen. En wat mooi dat meneer De Goeij via mij zijn belofte aan zijn vrouw nu toch nog kon inlossen. Typisch meneer De Goeij. Iemand op wie je altijd, altijd kon rekenen.
Deze column verscheen eerder in Zin 4- 2015
Foto: Merlijn Doomernik