BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
‘Zullen we het afkussen, heren?’

‘Zullen we het afkussen, heren?’

Als eerbetoon een column van Renate Dorrestein

Renate Dorrestein (1954) was van 2013 tot haar overlijden in 2018 columniste van Zin. Als eerbetoon aan Nederlands liefste en grappigste schrijver plaatsten we de afgelopen weken elke dag een column van Renate.

Duimpje

Mijn schoonzusje knalde laatst met haar auto tegen een paal. Zo’n paal met een elektronisch bord erop dat in computercijfers laat zien hoeveel kilometer je in de bebouwde kom te hard rijdt. Maar wat dit bord precies vermeldde, kon mijn schoonzusje niet ontcijferen en in een verwoede poging dat toch te doen, pletterde ze dus tegen die paal. Pas toen zag ze dat het ding een elektronische duim liet zien, opgestoken bij de juiste snelheid.

Hell’s Angels

Je verstand staat er bij stil. Ergens heeft een ambtenaar dat zitten bedenken. Ze had me het verhaal nog niet verteld, of mij overkwam iets soortgelijks (“Maar dan met lange mouwen,” zoals een vriendin van me altijd zei over ogenschijnlijk vergelijkbare situaties die toch behoorlijk verschillen. Dat heeft niets met dit verhaal te maken, maar zij is al een hele tijd dood en ik mis haar nog steeds en vind het fijn om haar te pas en te onpas te citeren). Ik was onderweg en moest dringend tanken. Het enige pompstation dat voorhanden was, was niet erg ruim bemeten en ik zag al van verre dat er twee Hell’s Angels met reusachtige motoren stonden. Alles aan die motoren glom en fonkelde en stak ook nogal uit in de breedte.

Hartstilstand

Opgepast, zei ik tegen mezelf. Stapvoets reed ik naderbij. Op hetzelfde moment hoorde ik ijzer knerpen en ik besefte dat ik zo’n testosteron-tank had aangetikt. Hartstilstand! En jawel, meteen doken er aan weerskanten van mijn auto twee als mensen vermomde vleesbergen op, de biertonnen van buiken in zwart leer met ijzerbeslag geperst. Eentje met een vettige, grijze paardenstaart en eentje met een kale kop. In een flits zag ik mijn hele leven aan me voorbij trekken. Mijn dagen waren geteld, als ik nu niet uitkeek.

Zoenen

Ik stak mijn paniekhoofd uit het autoraampje en riep zo zonnig mogelijk: “Zullen we het afkussen, heren?” Waar dat vandaan kwam, wist ik zelf niet. Het was waarschijnlijk net zo’n moment van inspiratie als van die ambtenaar met dat elektronische duimpje. Maar er ging een zichtbare siddering van walging door die twee heen. “Ik ga echt niet zoenen met zo’n oud wijf,” zei de grijze tegen de kale, achteruit deinzend. Ze sprongen op hun motoren en spoten er vandoor. Hm, dacht ik, dit is interessant. Je hoort zo vaak over overlast van motorbendes. Complete gemeentebesturen worden erdoor tot waanzin gedreven. Terwijl het blijkbaar zo eenvoudig is: laat op strategische punten een paar keurige, vriendelijke, oudere dames hun lippen tuiten en het geteisem slaat al op de vlucht. We kennen onze macht nog niet, dames. Leest u mee, ambtenaren?

Deze column verscheen eerder in Zin 8, 2014
Foto: Merlijn Doomernik