BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
‘Er biggelde een dikke traan over mijn wang’

‘Er biggelde een dikke traan over mijn wang’

Tijdens een lange autorit kwamen herinneringen bij Diederik naar boven

Diederik van Vleuten (1961) is tekstschrijver, musicus en vooral theatermaker – met een talent voor historische vertellingen. Hij schrijft elke maand een column voor Zin.

Vorig jaar, op een miezerige novemberdag, reed ik over de Duitse Autobahn naar Bad Antogast in het Zwarte Woud. Ik was op weg naar een week van stilte binnen de muren van wat ooit een kuuroord was. Ik had gehoord hoe heilzaam dat kan zijn, een week je mond houden en ruim baan geven aan je innerlijke stemmen. Wat hebben ze jou te vertellen en wat ga je ermee doen als je daarna terugkeert in de ‘gewone wereld’.

600 kilometer

Wat was een week? dacht ik. Er zijn monniken die hun hele leven niets anders doen dan zwijgen. Gewapend met een thermoskan koffie en een luisterboek – Het verstoorde leven van Etty Hillesum – legde ik de 600 kilometer af. Een uur voor aankomst werd ik opeens afgeleid van de indringende woorden van Etty en moest ik intens denken aan een leraar die mij in een ver verleden op het conservatorium inwijdde in de geheimen van het contrapunt, eenvoudig gezegd de leer van de stem en de tegenstem, hoe melodieën binnen een compositie zich tot elkaar verhouden. Rudolf Koumans heette hij. Hij had de hele westerse muziekgeschiedenis in zijn achterzak. Een wandelende encyclopedie van kennis. Maar vooral was hij een zeer warm, aimabel mens, met een groot gevoel voor humor en een hart voor zijn leerlingen.

Ik herinner mij nog goed het moment waarop wij afscheid namen. Ik was niet goed genoeg voor het concertpodium, zag door de muzikale bomen het bos niet meer, kampte met concentratieproblemen, hoe dan ook, ik moest mijn studie in Den Haag vroegtijdig afbreken. Op mijn laatste dag maakte ik een rondgang langs mijn docenten en schudde ze een voor een de hand. Als laatste meldde ik mij bij Koumans. Daar zag ik het meest tegenop want ik was zo op hem gesteld. Hoe wederzijds dat gevoel was bleek die middag.

Herkenbaar

Hij omhelsde me, hield me langer vast dan zulke momenten wellicht voorschrijven, keek me diep in mijn ogen en wenste mij het allerbeste. “Als jij Ravel fluit in de gang is het meteen zo herkenbaar,” zei hij, “dat zal ik missen.” Die zin en dat moment van afscheid kwamen bijna 35 jaar later opeens terug op de Duitse snelweg. Er biggelde een dikke traan over mijn wang. Een paar minuten later kreeg ik een app van een oud-studiegenoot van het conservatorium. Rudolf Koumans was die morgen overleden.

Ik verbaas mij al lang niet meer over dit soort toevalligheden. Mensen die bijdroegen aan wie je werd, blijven altijd om je heen. Daar komt de dood niet tussen. Het contact blijft bestaan, onverstoord en onverbroken. Er is geen lege plek. Misschien even. Maar na de rouw vult die leegte zich met dankbaarheid en liefdevolle herinnering.