Winner takes all, immers
Om te overleven móeten de grote techbedrijven de grootste en de beste blijven
Internationale overheden reageerden nauwelijks op de internetrevolutie. Tot nu: ze worden wakker. In Europa gaan steeds meer stemmen op om de machtspositie van Amerikaanse dataverzamelaars in te perken.
Wie is de machtigste Nederlander ter wereld? Moeilijk te zeggen, maar Werner Vogels zou wel eens een goede kandidaat kunnen zijn.
Werner wie? Je hoeft je niet te schamen als je hem niet kent. Toch zijn er maar weinig Nederlanders die zó veel invloed hebben op het leven van miljoenen, zo niet miljarden, wereldburgers als hij. Werner Vogels is de hoogste technologische baas van Amazon.com, de Amerikaanse wereldmarktleider in online winkelen en online dienstverlening.
The Big Five
Amazon is, gemeten in beurswaarde, het een-na-grootste bedrijf ter wereld (Apple staat op een). De rest van de Top-5 zit daar vlak achter en bestaat uit Alphabet (beter bekend als Google), Microsoft en Facebook. Amerikaanse technologiebedrijven maken wereldwijd de dienst uit, zoveel is wel duidelijk. En zo vreemd is dat niet, als je ziet hoe alomtegenwoordig deze ’Big Five’ is. De razendsnelle groei van deze techreuzen is een mooi voorbeeld van wat ook wel het Winner Takes All-principe wordt genoemd. Het is eigenlijk de bedrijfseconomische variant van ‘de rijken worden rijker’.
In de interneteconomie die geen grenzen kent, met de hele wereldbevolking als potentiële klant, kan een bedrijf in principe ongeremd doorgroeien tot werelddominantie een feit is. Als al je vrienden op Facebook zitten ga je niet zelf op een ander, uitgestorven socialmediaplatform zitten. En als de series waarover iedereen praat op Netflix staan, zullen de meeste mensen dáár een abonnement op nemen. Daar komt bij dat groeien weinig moeite kost voor deze bedrijven. Voor online diensten hoef je geen fabrieken te bouwen of grote investeringen te doen. Veel meer dan de website vertalen en het serverpark bijhouden is – simpel gezegd – vaak niet nodig.
Wereldleider stemherkenning
Dat maakt deze bedrijven ook kwetsbaar. Omdat er relatief weinig investeringen nodig zijn om succes te hebben, moeten deze bedrijven altijd beducht zijn voor slimme nieuwkomers in de markt. “Als wij stoppen met innoveren, is Amazon binnen tien tot vijftien jaar verdwenen,” zei Werner Vogels onlangs tijdens een kort bezoek aan Nederland. Apple’s grootste doorbraakproduct, de iPhone, bestond vijftien jaar geleden nog niet. Amazon begon twintig jaar geleden als internetboekwinkel en verkoopt nu in totaal meer dan 560 miljoen producten.
Om te overleven is het voor de grote techbedrijven noodzaak om de grootste en de beste te blijven. Toen nieuwkomer Instagram iets te populair werd, werd het direct door Facebook opgekocht. Netflix investeert jaarlijks 6 miljard dollar in de ontwikkeling van nieuwe series. Dat doet het vooral om Amazon voor te blijven, dat er jaarlijks 4 miljard in steekt. Ondertussen zijn Apple, Amazon en Google verwikkeld in een race om de wereldleider in stemherkenning te worden, om ook die toekomstige grote markt alvast te kunnen claimen.
Onstilbare honger
Een ander gevaar dat dreigt voor zulke machtige bedrijven is dat hun macht op een andere manier zal worden ingeperkt. Facebook lag onlangs al zwaar onder vuur over de manier waarop het met gebruikersdata was omgesprongen. Dit soort bedrijven is vaak binnen een paar jaar doorgegroeid van zolderkamer naar multinational en pas door schade en schande leren de jonge ondernemers dat daar ook maatschappelijke verantwoordelijkheid bij hoort.
Internationale overheden hebben laat (of niet) gereageerd op de internetrevolutie maar er zijn steeds meer tekenen dat ze wakker worden. In Amerika zal dat nog meevallen, want het zijn tenslotte Amerikaanse bedrijven, maar in Europa gaan steeds meer stemmen op om de machtspositie van deze buitenlandse dataverzamelaars in te perken. Zolang dat niet gebeurt, zullen de Googles en Amazons van deze wereld hun dominantie alleen maar verder zien groeien. Ze zijn de winnaars van het internet en hun honger is nog lang niet gestild.