‘Noem mij liever het enthousiaste type. Ja! Gretig’
Rick de Leeuw ontmoet Herman Pleij
In Zin 9 ontmoet Rick de Leeuw Herman Pleij: Tien jaar geleden vertaalde ik het beroemde Sneeuwpoppengedicht uit 1511 waarover Herman Pleij reeds uitvoerig had gepubliceerd. Het voelde als een eindexamen toen ik het resultaat aan hem voorlegde, mijn blijdschap na zijn goedkeuring was groot. Meester en leerling ontmoeten elkaar nu opnieuw, ditmaal zonder vrees.
Herman Pleij (1943) is emeritus hoogleraar historische Nederlandse letterkunde. Zijn eigenzinnige analyses van onze samenleving op tv en in zijn essays vinden hun weg naar een breed publiek. Een gesprek over twijfel, gretigheid en mooie borsten. We hebben afgesproken bij de ruïne van Brederode, bij de resten van wat in de 14de eeuw een machtig kasteel was. Niet geheel toevallig, want ook de fundamenten van Herman Pleijs kijk op Nederland liggen in de 14de eeuw. We gaan de hele lange weg terug.
Herman Pleij: “Ik ging Nederlands studeren omdat ik schrijver wilde worden. De literatuur had werelden voor mij geopend die in het provinciaalse Hilversum van na de oorlog gesloten voor me waren gebleven. We hadden thuis geen boekenkast en over seks en weet ik wat allemaal werd zedig gezwegen, dus de boeken van Jan Wolkers waren een openbaring voor mij. Willem Frederik Hermans, Harry Mulisch: ik las hun boeken met een zeldzame gulzigheid en had al snel maar één droom: schrijver worden.
Al had ik geen flauw idee hoe ik dat zou aanpakken. Als eerste moest ik naar Amsterdam verhuizen, want daar gebeurde het. Daar liep Harry Mulisch in het wild rond. Daar kon je hem zien koffiedrinken in Hotel Americain, zien flaneren van café Eijlders naar café Reynders. Zo zag het leven van een schrijver er in mijn ogen uit en dat wilde ik ook wel. Het leek me het perfecte milieu voor mij, maar ik zat met één groot probleem: de studie Nederlands leerde me niet hoe ik een gevierd literator kon worden. Integendeel, voor mijn studie moest ik stoffige literatuur uit de middeleeuwen bestuderen, en die interesseerde mij geen fluit.”
Gegrepen door Middelnederlands
“Het mooie van onderwijs is dat het levens kan veranderen. Op de universiteit kreeg ik les van een paar docenten en hoogleraren die in mij een fascinatie voor de Middelnederlandse literatuur hebben doen ontwaken. Niet alleen overwonnen ze mijn tegenzin, nee, ik werd gegrepen door de teksten in Van den vos Reynaerde en de Beatrijs. Daar stonden dingen in die wij studenten niet meteen begrepen en onze docenten probeerden uit te leggen hoe we daar zelf achter konden komen.
Als detectives in een onopgelost mysterie. Ze lieten ook openingen, af en toe wisten ook zij niet precies wat er werd bedoeld. Ik vond dat reuze spannend, ik hou erg van puzzelen. De geschiedenis als een raadsel dat er ligt om te worden opgelost. Als je geen rekenschap geeft van wat mensen vroeger in taal aan verbeelding hebben geschapen, kan de wereld niet verder. Er is geen toekomst zonder een verleden.”
Vieze boekjes en schaamtevol gegiechel
“De literatuur is een experimenteerveld. In de literatuur kun je dingen suggereren die je niet hardop kunt zeggen. Dat is nu zo, en dat was vroeger niet anders. Ik ontdekte dat carnavalsteksten uit de 15de en 16de eeuw reeds keiharde politieke kwesties behandelden. Dat ze allerlei sociale mechanismen naar boven haalden zoals het uitsluiten en verdacht maken van groepen mensen. En als het over seks en erotiek ging – en dat kon op zeer beeldende wijze zijn, waarbij geen lichaamsdeel werd overgeslagen – werd daar niet besmuikt over gedaan.
Het was literatuur voor de elite. Rijke kooplieden lieten teksten maken die werden voorgedragen, waarin scènes zaten die zelfs vandaag nog opschudding zouden veroorzaken. Wat ik vanuit mijn jeugd als een stiekem en marginaal verschijnsel kende, de broeierige sfeer van vieze boekjes en schaamtevol gegiechel, bleek vijfhonderd jaar geleden midden in die samenleving te staan.”
Wil je verder lezen? Dat kan! Het hele interview staat in het nieuwe nummer. Deze is nu te koop in de winkel én in onze eigen shop.
TEKST: RICK DE LEEUW | BEELD: JACQUELINE DE HAAS