7 oktober 2012
Op naar Noorderlicht met de filmploeg Brozer.
Mijn koffer staat gepakt. Alle papieren zijn in orde. Nog een heel gedoe op het allerlaatste moment. Mijn medicijnen vallen onder de opiumwet dus heb ik niet alleen een medisch paspoort nodig maar ook een zogenaamde “Schengenverklaring” met een stempel van het Ministerie voor Volksgezondheid. Voor de zekerheid ook een schrijven opgesteld dat ik niet gereanimeerd wil worden. Op Schiphol is er geen enkele controle. Morfine gaat hupsakee mee het land uit.
Om mijn energie te sparen zit ik voor het eerst van mijn leven in een rolstoel. De reis zal vermoeiend worden. Van Amsterdam naar Oslo en dan een overstap naar Tromso. De stad ligt boven de poolcirkel. Alles verloopt reuze soepel. Twee keer twee uur vliegen en we zijn in het Parijs van het Noorden. Het bevalt me wel om in de rolstoel te zitten. Dat had ik nooit gedacht van mezelf. Een gedeelte van de filmploeg gaat die avond per auto en veerpont door naar het eiland waar we de film uiteindelijk gaan draaien, Ik blijf een heerlijk nachtje in een hotel met uitzicht op de haven van Tromso in de hoop al een glimp van het Noorderlicht op te kunnen vangen. Eén van de actrices heeft zich als mijn personal coach opgeworpen en ligt gezellig bij me op de kamer.
De volgende dag rijden we samen in alle rust door een fenomenaal landschap naar onze plek. Rechts de zee en links onvoorstelbaar mooie herfstkleuren. Vooral de leegte ontroert. We krijgen er de slappe lach van. En dan ineens zijn we er. Adembenemend mooi. Rode houten huisjes met witte veranda’s of een laag mos op het dak. De zon schijnt. Hier gaan we de komende dagen vertoeven. Hier gaan we naar het einde van de film toewerken. Morgen komt de rest van de crew. Een dorp met twintig huizen. Ze gaan in ploegendienst voor ons koken. We eten in wat ooit de plaatselijke school was. Nu zijn er nog maar 3 kinderen in het dorp. Twee maal der dag komt er een bus voorbij. Verder niets. Zo nu en dan een walvis of wat zeerobben. Ik lig in bed en luister naar het niets. Soms kan de natuur me ook overweldigen. Dan ben ik bang voor zoveel schoonheid maar als ik wakker word durf ik dit aan en kijk naar de bergen bedekt met eeuwige sneeuw. Ik ben gelukkig dat ik er nog ben en dat ik hier ben tussen zoveel liefde en fraaiheid.