BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
‘Ik denk dat mijn schoonzus steelt’

‘Ik denk dat mijn schoonzus steelt’

Jeannet denkt dat haar demente schoonvader wordt bestolen en vraagt Dr. Does om hulp

Wat moet je doen als je denkt dat je demente schoonvader wordt bestolen? Zin’s columnist hoogleraar klinische psychologie Willem van der Does (1960) beantwoordt de vraag van Jeannet.

Uitsluitend een gevoel

Mijn schoonvader is dement. Mijn schoonzus beheert zijn financiën. Ik heb het gevoel (het is uitsluitend een gevoel) dat zij soms iets van zijn rekening leent. Ik durf er niet naar te vragen; mijn schoonzus doet zoveel voor haar vader.
Jeannet (1949)

Beste Jeannet,

Waar je ook advies inwint over de afhandeling van erfenissen, één ding hoor je altijd: houd de schoonfamilie erbuiten. Hopelijk is jouw man, de broer van je schoonzus, nog in leven. Dan moet je hem deelgenoot maken van je vermoedens. Of niet, je kan het ook laten. Want – je vraagt het een klinisch psycholoog – wat je hebt is geen gevoel. ‘Zij leent af en toe wat van zijn rekening’ is een gedachte. Het bijbehorende gevoel is boosheid, angst, verdriet of een mengeling van die emoties. Als je zegt ‘uitsluitend’ een gevoel, wat bedoel je daar dan mee? Dat er geen basis is voor het vermoeden dat je schoonzus geld ‘leent’ van haar vader? Dan zou ik er ook maar niet te veel heibel over schoppen.

Wat vind jij?

Bevond jij je weleens in een vergelijkbare situatie als Jeannet? Wat deed je toen? Of hoe zou jij deze vermoedens aanpakken? Wij horen het graag hieronder.

Prangende vraag? Mail hem naar redactie@zin.nl o.v.v. ‘Dr. Does’. Meer vragen lees je in de nieuwe Zin. Nu in de winkel of hier te bestellen.