BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
‘Wat moest ik doen als mijn leven als schrijver voorbij zou zijn?’

‘Wat moest ik doen als mijn leven als schrijver voorbij zou zijn?’

Een interview met Jens Christian Grøndahl

Jens Christian Grøndahl (60) is een meester in het beschrijven van relaties en de kwetsbaarheid van liefde. In De storm dreigt het leven van schrijver Adam Huus uiteen te vallen. Zijn vrouw heeft haar baan opgegeven om voor haar demente vader te zorgen, zijn volwassen kinderen doen ineens een beroep op hem en zijn tanende schrijfcarrière lijkt voorgoed voorbij.

Is een leven zonder schrijven ook uw grootste angst?

“Dat dacht ik, maar ik weet nu beter. Na mijn vorige boek werkte ik aan iets waar ik halverwege geen toekomst in zag. Dat was me nog nooit overkomen. Ik vertrouwde erop dat er een ander verhaal voorbij zou komen. Na bijna een jaar wachten, werd ik bang. Wat moet ik doen als mijn leven als schrijver voorbij zou zijn. Wie ben ik dan nog? Hoe moet ik in mijn levensonderhoud voorzien? Toch begon ik het ook als bevrijdend te zien. Maar juist toen ik bijna vrede had met mijn afscheid als schrijver, diende De storm zich aan.”

Jens Christian GrøndahlWaar gaat deze roman voor u vooral over?

“De relatie tussen kunst en leven komt altijd in mijn boeken terug. Zeker in deze roman omdat het over een schrijver gaat die vervreemd is geraakt van wie en wat hem dierbaar is. Het gaat ook over afhankelijk zijn van anderen. We willen zo graag geloven dat we ons eigen leven kiezen. Maar we vergeten hoe afhankelijk we zijn van de mensen die dichtbij ons staan. Op de eerste bladzijde zegt Adam dat hij de man is geworden die zijn vrouw in hem ziet. Hij kan zichzelf niet meer los zien van het beeld waarvan hij denkt dat zijn vrouw van hem heeft. De ironie van het leven is dat je nooit precies weet hoe de ander je ziet. Vroeger zou ik dat idee triest hebben gevonden. Nu vind ik het juist mooi dat we elkaar nooit helemaal kunnen doorgronden.”
De storm (Meulenhoff, € 21,99)

Lezen? Zin geeft via deze link 5 exemplaren weg!

Interview: Margriet de Groot