‘De leukste grappen zijn de niet-bedachte – maar bedenk die maar eens!’
Een interview met Herman Finkers
Hij leeft in geleende tijd, dat gevoel heeft hij wel. Maar er is nog zoveel nieuws dat hij wil ontdekken. De film De beentjes van Sint-Hildegard waarvoor hij schreef en waarin hij speelt is net af. Hij leert nog elke dag bij. Nú in Zin: een interview met Herman Finkers (1954).
Twents als spreektaal
In de keuken is het warm en gezellig. Op tafel ligt de net bezorgde 22ste druk van zijn boek De cursus ‘Omgaan met teleurstellingen’ gaat wederom niet door, zijn vrouw Hetty serveert koffie, thee en taart en trekt zich bescheiden terug. In het jubeljaar 2019 kreeg Herman Finkers de Blijvend Applaus Prijs die hem op een feestelijke zondagmiddag in de Kleine Komedie in Amsterdam werd uitgereikt; hij lunchte met andere ‘uitblinkers’ bij de koning, hij vierde zijn 65ste verjaardag. En hij werkte aan de speelfilm De beentjes van Sint-Hildegard die nu in première gaat. Daarvoor schreef hij het scenario, een liedje en daarin speelde hij een van de hoofdrollen. Een echte Herman-Finkersfilm dus? Niet helemaal. Het idee kwam van regisseur Johan Nijenhuis die een Tsjechisch script had aangekocht en vroeg of Finkers daarin naast Johanna ter Steege de hoofdrol wilde spelen. Finkers stemde toe op voorwaarde dat hij in het script mocht veranderen wat hij wilde, dat zijn dierbare Twents de spreektaal van de film zou worden én hij bij alle aspecten van het film maken betrokken zou worden: van het kiezen van zijn medespelers tot en met de eindmontage. “Ik ben best een bemoeial,” beaamt Finkers tevreden.
Pure ontspanning
”Het gegeven van het filmscenario lag er al: een man die wil losbreken uit een huwelijk dat niet meer werkt. Dat hoefde ik niet te bedenken. Normaal bij cabaret haal ik alles uit mijn fantasie, wat soms nog een heel gehang en gewurg is. Het wordt nog weleens onderschat hoe lastig het bedenken van een echt goede grap is. De leukste grappen zijn de niet-bedachte maar bedenk die maar eens. Bovendien: aan een grap heb je niet zoveel. Je hebt hem op het toneel in vijf seconden verteld, mensen lachen er tien seconden om en dan heb je nog maar 15 seconden van je voorstelling gevuld. Zo’n filmscenario schrijven is echt makkelijker. Ik heb het oorspronkelijke verhaal gestript zoals je van een oude boerderij alles sloopt wat je lelijk vindt en daarna trok ik een grote lijn: het begint hier en het moet daar eindigen. Vervolgens vulde ik het verhaal in met dingen die ik me kon herinneren van mezelf en met wat ik bij andere stellen had gezien. Het was leuk werk, ontspannend zelfs, terwijl schrijven normaal voor mij geen ontspanning is.”
Grappenmaker
Herman Finkers begon zijn carrière als ‘poëet’, daarna noemde hij zich lang ‘grappenmaker’. “Ik weet nog dat ik mijn eerste belastingformulier ondertekende met ‘Aldus naar waarheid ingevuld, Herman Finkers, grappenmaker’.” Nu noemt hij zichzelf alweer jaren gewoon ‘cabaretier’. “Het mooie van cabaret is dat je van je handicap je beroep kunt maken. Je hoeft niet iets heel goed te kunnen als je het maar op een bepaalde manier brengt. Ik ben een matige pianist, een matige zanger, mijn dictie is heel matig, maar daar kun je op een of andere manier wel iets origineels mee doen. Dat originele, daar gaat het om.”
Win én lees meer
Meer lezen? Lees het complete interview met Herman Finkers in Zin 2. Nú in de winkel of bestel het nummer online.
Wij geven via deze link 10×2 kaarten weg voor de film De beentjes van Sint-Hildegard. Doe mee en win!
Tekst: Liddie Austin. Beeld: Jacqueline de Haas