Je zit veel vaker een momentje even te niksen dan je denkt!
The Dutch art of ‘luieren’: ‘Just human nature’
Olga Mecking is journalist, auteur, moeder en nietsnut. Haar artikel over niksen in The New York Times werd 200.000 keer gedeeld en inspireerde journalisten over de hele wereld. Mecking is Poolse en woont nu tien jaar in Nederland. Zin vroeg haar waarom niksen typisch Hollands is terwijl wij toch altijd druk-druk-druk zijn.
1. ‘Niksen’ zou een typisch Nederlands fenomeen zijn. Hoe komt het toch dat wij Nederlanders daar ‘niks’ van weten – in onze dagelijkse rush, denkend dat we altijd megadruk zijn?
“Het is waar dat Nederlanders tegenwoordig gestrester zijn dan ze ooit waren. Daar zijn veel redenen voor aan te wijzen: de veranderde werkomgeving, het steeds meer wegvallen van overheidssteun, de komst van de technologie en het idee dat we altijd maar ‘aan’ moeten staan en beschikbaar moeten zijn. Toch, vergeleken bij andere landen en volkeren hebben Nederlanders méér tijd voor zichzelf en zijn ze vanuit hun cultuur gewend aan vrije tijd. Kijk alleen al naar het taalgebruik: ‘ik ga lekker niksen’. Dat zet het begrip ‘niksen’ meteen al in een positief daglicht. Er bestaan ook Nederlandse woorden zoals ‘lantefanteren’ of ‘luieren’. En nog zo veel méér woorden die laten zien dat even niks doen of tijd voor jezelf nemen in Nederland iets positiefs is.
Klein niksen
Een andere reden waarom Nederlanders claimen dat ze helemaal niet ‘niksen’ is dat het echt iets heel kleins kan zijn: een minuutje hier en drie minuutjes daar. Of dat je een boek leest, het boek even weglegt om na te denken over wat je zojuist hebt gelezen en dan weer verder lezen. Voor je gevoel heb je de hele tijd gelezen maar ondertussen heb je óók even zitten niksen. Ik zie veel mensen, bijvoorbeeld op het strand van Scheveningen – wij wonen in Den Haag, een beetje hangen en lekker niks doen. Ik zie ze in de duinen zitten, als ze pauzeren van hun fietstocht. Ze fietsen misschien een uurtje of twee en pauzeren dan. Zittend op de bank in de duinen, met een boterham en een flesje water. Dan niksen ze even een momentje voor ze weer verder gaan. Ondertussen slaan ze op dat ze een fietstocht hebben gemaakt, niet dat ze óók even hebben genikst.
Dan nog iets: niksen is een typisch Nederlands woord. Maar het fenomeen is niet veel anders dan het Deense hygge, en zo zijn er meer vergelijkbare trends over de wereld. Het is gewoon iets wat heel erg bij de menselijke natuur hoort. Want er is een specifiek deel van onze hersenen dat onmiddellijk actief wordt als we even níet bezig zijn, dat is het default mode network.”
2. Hoe kunnen wij Nederlanders leren niksen? Wat is het geheim?
“Er zijn twee goede manieren om te niksen: de eerste is er gewoon wat tijd in je agenda voor blokken. Uiteindelijk plannen we doktersafspraken, werk en belangrijke gebeurtenissen in maar nooit pauzes of momenten om niks te doen. En dat is eeuwig zonde want ‘niksen’ is óók belangrijk. Je kunt er ook plekken voor leeg laten in je agenda. De tweede manier om te niksen is er kleine momenten voor te vinden. Bijvoorbeeld als je op iets of iemand wacht: in de wachtkamer van de huisarts, bij de tramhalte of in de speeltuin. Dat zijn de momenten waarop we normaal gesproken onze mobiel erbij pakken en een beetje gaan zitten scrollen. In plaats daarvan kun je dan óók gewoon even lekker niksen.
Ik weet zeker dat als Nederlanders eens goed naar hun dagindeling kijken ze veel meer momenten vinden waarop ze even hebben genikst dan ze dachten!”
3. Even niks doen is oké. Sterker nog: het is noodzakelijk! Hoe komt het dan toch dat dat nooit zo voelt?
“Een belangrijke reden daarvoor is cultureel bepaald: Nederlands voelen zich graag productief en nuttig. Hard werken – binnen de perken, dat wel natuurlijk – is hier heel belangrijk. En, natuurlijk, als je om je heen allemaal mensen druk ziet doen, vind je dat je zelf ook druk moet doen. Een andere reden is een meer natuurlijke: mensen zijn van oorsprong gebouwd om hard te werken omdat dat hen hielp te overleven. Of het nou ging om fysiek – hard kunnen rennen, de hersenen gebruiken of gereedschap kunnen maken. Iemand die lekker lag te luieren kon in de oertijd wel eens worden opgegeten door een sabeltandtijger. Ja, ik weet dat ik net aangaf dat we aanleg hebben om te kunnen niksen. Maar: óók om hard te werken. We hebben voor allebei aanleg.
Een laatste reden waarom niks doen zo ingewikkeld voelt is schuldgevoel. We voelen ons schuldig als we niet werken en soms ook als we geen tijd besteden aan onze familie, socializen, sporten of deelnemen aan bijvoorbeeld religieuze tradities. Soms raken we hierdoor helemaal uit balans. Niks doen voelt met een lichaam dat helemaal gewend is geraakt aan altijd maar drukzijn dan vooral slecht en lui.”
4. Is er iemand aan te wijzen die het niksen heeft uitgevonden? Is er een deskundige op dit gebied?
“Nee. Ik denk dat niksen er altijd op een bepaalde manier al is geweest. We hebben het fenomeen in de loop van de tijd gewoon een naam gegeven om er makkelijker over te kunnen praten. Ik kwam in aanraking met ‘niksen’ via een artikel van Gebke Verhoven in Gezond Nu. En toen ik erover schreef in The New York Times ging het ineens viral. Een groot publiek, van over de hele wereld, maakte er kennis mee. ‘Niksen’ is een Nederlands woord maar ik ben ervan overtuigd dat het iets is van alle mensen en culturen. It’s just human nature.”
5. Hoe kunnen we niksen integreren in ons dagelijks leven? Is er bijvoorbeeld een handige website?
“Ik run zelf een Facebookgroep voor mensen die meer willen weten over niksen. Wat betreft het dagelijks leven adviseer ik: kijk goed naar jezelf en hoe je je leven op dit moment organiseert. Gaat het goed, voel je je er goed bij? Prima, dan hoef je niets te veranderen – óók niet als je beredruk bent. Soms is een loeidruk leven, vol met zaken die er toe doen, ook een prima leven. Voel je je niet goed bij je huidige leven? Misschien zou af en toe even helemaal niks doen dan een oplossing kunnen zijn. Vraag je af of het past bij je leefstijl en je persoonlijkheid. We zijn allemaal verschillend en hebben verschillende dingen nodig op andere momenten. Probeer het gewoon eens, kijk of het werkt. Zo ja: geweldig. Zo nee: geen man overboord. Probeer dan wat anders. Ondertussen kun je nog steeds profijt hebben van de niksen-mindset. Tip: misschien kun je jezelf ‘foppen’ door toch iets te gaan dóen – muziek luisteren, een beetje tekenen – en ondertussen te niksen. Je hersenen registeren dan een activiteit maar ondertussen kom jij lekker bij!
Overigens, het láátste wat ik wil is dat mensen zich schuldig gaan voelen omdat ze om wat voor reden dan ook niet kúnnen niksen. Dat is helemaal oké! Je kunt het proberen maar het hóeft niet. Maak er vooral niets stressvols van. Dát is nou net níet de bedoeling.”
Win het boek
Olga Mecking, de journalist die het Nederlandse niksen op de kaart zette, laat in een nieuw boek zien hoe lekker luieren tot meer geluk, creativiteit én productiviteit leidt.
In een wereld die verwacht dat we constant output leveren, is niksen – de kunst van het nietsdoen – moeilijker dan het klinkt. Met humor en inzicht laat Mecking zien dat ‘nu even nietsdoen’ vaak best de moeite waard is. Het bewijs: Nederlanders behoren tot de gelukkigste mensen ter wereld. Een geweldig boek boordevol tips en grappige anekdotes, en onderbouwd met meningen van experts.
Olga Mecking: Niksen. De Dutch Art of luieren (Kosmos, € 20)
Gratis boek? Zin gaf er 5 weg! Winnaars hebben inmiddels een reactie gekregen.
Zin in meer? Lees hier het artikel over Niksen uit Zin magazine!
Tekst: Daniëlle Bronsgeest