Gewoontes haal je niet zo snel uit de mens
Mantelzorgen in quarantaine, aflevering 2
Corrie Verkerk (1957) is zzp’er, woont in Amsterdam en schrijft geregeld voor Zin. Haar moeder woont in Vorden, ze is dementerend. Omdat ze niet meer voor zichzelf kan zorgen is Corrie, met hulp van de thuiszorg, bij haar moeder in quarantaine gegaan. Zwaar, maar óók onvergetelijk. Corrie deelt hun dagelijks lief en leed met ons.
Vergeten
Toen mijn moeder begon te vergeten besloot ik voor haar te blijven zorgen. Het begon allemaal zo onschuldig. Na een slaapje probeerde ze met haar telefoon de tv aan te zetten. Ze moest er zelf om lachen. Het duurde niet lang of er ontstond een nijpend tekort aan doorgebrande steelpannetjes in de keuken: “Sorry. Beetje ingedut.” De plaatselijke Blokker had een goede aan ons. Er was geen ontkennen aan: mijn moeder vergat, stukje bij beetje…
Steenkolenengels
Van die tv begrijpt ze ondertussen geen snars meer. Eergisteren keken we samen hoe onze minister-president het volk toesprak. “Ik ben bang,” zei mijn moeder. “Waarvoor, mam?”
“Nou, omdat de kat straks geen eten heeft. Zuster, wil jij daarvoor zorgen? Joehoe!”
Op tv heeft Rutte het over ‘elkaar helpen’. Met z’n allen. Ze veert op, wuift met haar hand richting staatsman: “Menéééér, please, kunt u mij ook helpen? I don’t know wat I moet doen.” Sinds de sloopbal van het grote vergeten haar brein aan stukken heeft geslagen spreekt ze plotseling – tot ieders hilariteit – haar eigen steenkolenengels.
Gevaar? Mijlenver
De ochtend na Rutte is een mooie. Op het plantsoentje achter ons huis voetbalt een groepje jongens. Ze trappen de bal, gooien hem over. Een stelletje flaneert innig door de straat. De postbode fietst voorbij en niest uitbundig in haar blote hand. Hoezo virus?! In Amsterdam, meldt een vriendin, nestelen zonaanbidders zich met zelf meegenomen drank op terrassen van gesloten cafés. De straten mogen er dan verlaten bij liggen en het volk gevoelig voor alle dringende raadgevingen zijn: gewoontes haal je niet zo snel uit de mens. Vorden kent (nog) geen coronapatiënten. En met de milde warmte op de huid, lijkt het gevaar mijlenver.
Zitten mam!
Ik voel een niesje opkomen, ren snel de tuin in, proest in m’n ellenboog en was direct mijn handen. Shit, ik word toch niet verkouden? “Ik wil niet vervelend zijn,” zegt mijn moeder, “maar als we nog naar de bank willen om cadeautjes te kopen moeten we er nú uit. Haal jij even mijn jas?” Ze is vrolijk. Lacht. Een beetje (erg) opgewonden zelfs. “Hela, ga je mee. Heb je er zin in?” Ze staat al bijna overeind in de stoel. Oei! “Zitten mam! Je weet toch dat we thuis moeten blijven?”
Haar mond wordt een streepje: “Nou, dan zoek je het maar uit! Of zal ik tot morgen blijven? Als je tenminste niet zo nonchalant doet met je geld.” Tsja, daar heeft ze een punt!
Na een lange monoloog valt er een stilte. Dan buigt ze voorover en zegt het onvoorstelbare: “Zo, dan gaan we nu naar buiten. Maar doe je alsjeblieft voorzichtig kind en laat je niet pakken door die nare rotziekte! Kan ik daar op vertrouwen?”
Meer lezen? Lees hier aflevering 1: “Waarom gaan we niet weg?!”
Tekst: Corrie Verkerk