BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
‘De realiteit van haar grote vergeten komt extra hard aan’

‘De realiteit van haar grote vergeten komt extra hard aan’

Mantelzorgen in quarantaine, aflevering 5

Corrie Verkerk (1957) is zzp’er, woont in Amsterdam en schrijft geregeld voor Zin. Haar moeder woont in Vorden, ze is dementerend. Omdat ze niet meer voor zichzelf kan zorgen is Corrie, met hulp van de thuiszorg, bij haar moeder in quarantaine gegaan. Zwaar, maar óók onvergetelijk. Corrie deelt hun dagelijks lief en leed met ons.

Telefoon

“Corona,” klinkt het in overvloed op de buis.
“Corina,” reageert mijn moeder. “Kom je nog even langs?”
“Nou, laat die maar wegblijven, schat.”
Het is laat in de ochtend. Mijn moeder trommelt bij de tv mee op de muziek van André Rieu – “Ja natuurlijk weet ik wie dat is. De buurman. Ik ben niet gek!” – als de telefoon gaat. De vrouw van mijn oom. Al twee dagen probeer ik haar, vergeefs, te bellen. Even vragen hoe het is. Ze zit ook maar alleen. Mijn oom woont in het verpleeghuis. Ook hij lijdt aan ‘de vergeet-makke’. Zit in de familie, van moederskant.

Corona, héél dichtbij

“Gaat het een beetje, daar?” vraag ik.
“Nou, nee… Je oom is vannacht overleden… Corona.”
Bam! Alsof er een metalen bal in mijn maag wordt geramd. Het begon met koorts, vertelt ze. En daarna de test: positief. Afscheid nemen, elkaar nog even vastpakken konden ze niet meer. De begrafenis, straks, wordt er eentje in coronastijl: héél weinig mensen. De regels zijn streng, heb ik begrepen.
“Wij kunnen toch wel komen,” floep ik er, in de zenuwen, uit en besef meteen de onmogelijkheid. Mijn oude moeder op een kille begraafplaats – dodenakkers voelen altijd kil, hoe fel de zon ook schijnt – in haar rolstoel manoeuvrerend om voldoende afstand te houden van het handjevol rouwenden. Te veel risico. Geen afscheid kunnen nemen van je eigen broertje, van je oom… Dan komt corona ineens héél dichtbij en zijn statistieken ineens geen cijfers meer.

Corrie verkerkHuilen van binnen

André Rieu fiedelt nog vrolijk voort als we hebben opgehangen. Mijn moeder geniet, terwijl ze vroeger een bloedhekel had aan ‘die ijdeltuit’. Al pinkte ze steevast een traantje weg als tot slot van zo’n Rieu-concert de Radetzkymars klonk. Die speelde haar vader – ooit kapelmeester van de Surinaamse Militaire Kapel in Paramaribo, waar zowel zij als haar broer geboren zijn – ook altijd. Ik zet me schrap op de bank.
“Hm mam… Ik moet je iets heel ergs vertellen.”
“Wat dan?”
“Je broertje is er niet meer…”
“Waar is hij dan? Ik zag hem net nog.”
“Nee schat, hij is overleden.”
“O mijn hemel…”
De tranenstroom die ik verwacht blijft uit.
“Mama, begrijp je wat ik zeg?”
“Ja kind, ik huil van binnen.”
Even worden haar ogen vochtig. Dan zegt ze: “Maar we gaan straks toch wel samen naar de nasi goreng? Anders zit ik mooi in de schuit hoor. En ik ben ook nog al mijn garen kwijt.”

Voor het laatst

De keiharde realiteit van haar grote vergeten komt nu extra hard aan. Het slechte nieuws is alweer verdampt. Ik denk aan de laatste keer dat ze elkaar zagen: broer en zus. Ruim drie weken terug. Twee oude, breekbare mensen op een klein kamertje in het verpleeghuis. Als hij er binnen rijdt in zijn rolstoel strekt hij, met een brede lach, zijn armen naar ons uit.
“Vind je het fijn dat je zus er is?”
Hij mompelt iets onverstaanbaars. Mijn moeder buigt voorover en zegt zo helder als glas: “Je weet het toch nog wel!? Wij samen met onze zusjes en papa en mama in Suriname? Hoe fijn we het hadden?”
Hij pakt haar arm. Laat niet meer los, om kort daarop weer terug te vallen in zijn eigen binnenwereld. “Ik wil nu wel weg!” zegt mijn moeder. “Kunnen we gaan?”
“Goed mam. Zwaai nog maar even naar je broer.” Voor het laatst, weten we nu…

Zee van tranen

De dag na zijn dood doe ik nog één poging. “Weet je nog wat ik je vandaag over je broertje vertelde?”
“Nee, is er dan iets?”
Ineens hou ik het niet meer droog. Een zee van tranen.
“Ach schatje, ben je verdrietig? Kom maar even bij mama op schoot.”
Maar ook daar heeft corona een stokje voor gestoken…

Meer lezen?

Lees hier aflevering 1: “Waarom gaan we niet weg?!”
Lees hier aflevering 2: Gewoontes haal je niet zo snel uit de mens
Lees hier aflevering 3: ‘Het dorp slaapt. Behalve mijn moeder’
Lees hier aflevering 4: ‘Tel je zegeningen. En zeker, die tel ik”

Tekst: Corrie Verkerk