Maak een feestje van het leven
(Die slingers hangen we zelf wel op)
We vieren wat af. Niet voor niets: het is goed voor mens én maatschappij. Nú in Zin: Feest, en versterk de band met je gezins- en familieleden.
Leven is een feest
Ook in Nederland houden we van feesten. Hoe hartstochtelijk die liefde is bleek toen dat tijdens de coronacrisis opeens niet meer kon en mocht. Koningsdag werd noodgedwongen Woningsdag. Best leuk, maar thuis oranje tompouces eten in je rood-wit-blauwe outfit is toch net iets minder feestelijk. Ook binnenshuis konden we slechts in zeer beperkt gezelschap uit ons bol gaan. Of in ons eentje, zoals Anja ter Haar deed. Ze gaat graag naar muziekfestivals. Goede muziek, lekker dansen. Dat ging nu even niet. Dan maar alleen een dansje maken. Thuis. Werd ze ook vrolijk van.
De mensheid heeft altijd en overal het leven gevierd. Elke cultuur, traditie, religie en natie heeft zo zijn eigen gewoonten, maar gefuifd wordt er. Ook in Holland is het leven een feest, al voegen wij daar altijd weer zuinigjes aan toe dat je wél zelf de slingers moet ophangen. “Typisch Nederlands,” vindt de Vlaamse Kristien Tytgat. Te danken aan onze Calvinistische achtergrond. “Belgen zijn meer van het Carpe Diem (Pluk de dag), Nederlanders van het Memento Mori (Gedenk te sterven).”
Eindeloos feesten
Toch hangen ook wij tegenwoordig veel vaker dan vroeger de slingers op. Voor onze 21-jarigen, die sinds kort een 21-diner verwachten. Een feest voor de jarige maar hard werken voor de ouders want zij zijn het die die vier gangen moeten bereiden en opdienen. Van gender reveal-party’s hadden wij vroeger ook nog nooit gehoord. Álle mijlpalen moeten worden gevierd: babyshower, mijn-kind-is-een-meter, einde basisschool, alle diploma’s, Sweet Sixteen, vriendschapsjubilea, pensioen, nieuw huis. Naast Sarah en Abraham hangen de feestwinkels vol met attributen voor elke gelegenheid. Daarbij zijn de gewone christelijke feestdagen nog niet eens meegerekend, noch de feestdagen uit andere culturen waarvan ook Hollanders graag een graantje meepikken. Bovendien pakken mensen ook zo hun eigen momentjes. Zo plant Jette Janssen regelmatig leuke dingen om het leven wat op te leuken. “Het normale leven is niet uit zichzelf een feest, soms zelfs saai. Je moet er wat smeuïgheid in brengen.” Zoals een uitstapje, een burenetentje of gewoon ’s middags met je man gezellig aan de borrel.
Vieren = loslaten
Dat we zo’n behoefte hebben aan feestelijkheden bevreemdt hoogleraar Sociologie Walter Weyns (Universiteit van Antwerpen) niet. “Naast momenten om te werken en te rusten hebben mensen ook momenten nodig om het sociale leven te vieren. Letterlijk. Etymologisch betekent vieren loslaten. Tijdens het feesten bevrijd je je van de normen, plichten, beperkingen, verwachtingen en grenzen die het normale leven met zich meebrengt. Gaandeweg kom je ook feitelijk echt los. Een roes is per definitie een fase waarin je zaken anders ziet.” Volgens antropologen is het ultieme feest het feest waarin de normale orde wordt opgeschort, grenzen worden overschreden – tussen mensen maar ook tussen de mens en de rest van de kosmos – en een nieuwe orde wordt geschapen. Walter: “Het zijn momenten waarop de vermoeide, op zijn eigen beperkingen uitgekeken en verveelde mens plotsklaps beseft dat er méér is.” Het carnaval is daarvan een goede illustratie: je bent even geen administrateur maar Batman of een beer. “Zo’n feest verjongt, vernieuwt en herschept. Het boort je potentie aan en laat zien wat er buiten de gebaande paden mogelijk is.” Bij sommige vieringen is het heel duidelijk dat er een grens wordt overschreden. Het katholieke vormsel, de joodse bar mitswa en het islamitische rituele bad na de eerste menstruatie zijn duidelijke overgangsrituelen van kind naar volwassene. Het 21-diner is een moderne versie daarvan. Kristien en haar lief Remco kennen hun eigen variant: de 18de verjaardag luidt een nieuwe periode in. Ook Jette vierde haar nieuwe leven na borstkanker toen ze haar laatste bestraling had gehad: ze kocht een mooie bh en boekte een korte vakantie. Het zijn allemaal rites de passage die een nieuwe levensfase inluiden en de oude afsluiten.
Sociale band
Dat maakt van de feestenden een gemeenschap. Een commune – precies zoals in de katholieke kerk na de wijn en de hostie. Als je met al je zintuigen het feest beleeft, samen danst, zingt en elkaar vasthoudt word je een met de rest. Ook in kleiner en minder luidruchtig gezelschap ontstaat een sociale band doordat mensen onbewust elkaars gedrag imiteren en elkaars houdingen overnemen. Een sociale eenheid bestaat volgens Walter dan ook pas echt als de groepsleden af en toe samen iets vieren: “Een land is pas een natie als de inwoners deelnemen aan nationale feestdagen. Een familie is pas een familie als er familiefeesten zijn. En een gezin is pas een gezin als er gezinsfeesten worden gevierd.” Aan Kristien en haar lief Remco zal het niet liggen. Zij grijpen elke gelegenheid aan om een feestje te bouwen. Uitgebreide diners met minimaal drie gangen aan een tafel voor maximaal 34 mensen. Zij bereiden dat samen met hun vier kinderen voor: “We zijn totaal op elkaar ingespeeld,” zegt Kristien, “Tjak, tjak, tjak. En dan staat er weer zo’n prachtige tafel. Veel wijn, mooie gesprekken: het is echt magic. Zo’n intensiteit, zo’n samenzijn, zoveel gedeelde emoties: lachen, huilen, praten en alles ertussenin.”
Zin in meer? Lees het hele artikel in Zin 10. Nú in de winkel. Of bestel hem hier.
Tekst: Anne Elzinga